Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Op 23 september 1944 besloten de Britten de strip in gebruik te nemen en gaven het de codenaam B.82. Om de onbewapende vrachtvliegtuigen te beschermen tegen Duitse jagers, bewaakte een groot aantal Britse en Amerikaanse squadrons het luchtruim in de wijde omgeving van de strip. Eind september 1944 kwam er een einde aan de logistieke functie van B.82 en werd de strip geschikt gemaakt voor jachtvliegtuigen.
Verschillende RAF-squadrons werden op “Grave” (zoals de geallieerden het vliegveldje ook noemden) gestationeerd om aanvallen op gronddoelen uit te voeren en patrouilles te vliegen. De Luftwaffe viel het terrein vooral aan met Messerschmitt ME 262 straaljagers, diverse keren met succes. Zoals ook bij andere vliegvelden het geval was, zien we in de periode dat B.82 in gebruik was een concentratie van vliegtuigcrashes om het vliegveld heen. In de betrekkelijk korte periode van begin tot eind oktober gaat het om maar liefst acht crashes, gevolgd door nog eens twee in december.
Op 2 oktober 1944 stortte rond 11.00 uur F/Lt. Russell Reginald Bouskill (28), een Canadees van het 401 Squadron neer bij Keent met zijn Spitfire LF.IX (registratienummer MJ300, call sign YO- ). De piloot, onderscheiden met het Distinguished Flying Cross, kwam om bij de crash. Hij ligt begraven op de Canadese erebegraafplaats in Groesbeek, graf XV E 5.
Hij werd tijdens een luchtgevecht met Fw 190’s boven de bruggen bij Grave en Nijmegen neergeschoten. Zijn poging tot een noodlanding op Keent mislukte, vlak voor het vliegveld stortte hij neer. Het Verliesregister meldt als tijdstip van de crash 11.00 uur, maar volgens Wim Boeijen in zijn boek Vliegen en vechten bij de Maas 1940-1945 : oorlogsgeschiedenis op de grens van Noord-Brabant en Gelderland (Westervoort, 2004) was het cockpitklokje op 12.15 uur blijven stilstaan (p. 182).
In 2009 werden de laatste resten van vliegtuig en vlieger geborgen. De Merlin-motor van de Spitfire staat sinds 2011 opgesteld in het bezoekerscentrum in Keent.
Op 5 oktober 1944 maakte W/Cdr. A.G. Page van het 130 Squadron om 18.25 uur een crashlanding op het vliegveld met zijn Spitfire XIV (registratienummer RM763, call sign AP- ). Hij was boven Apeldoorn geraakt door Flak. De volgende dag, op 6 oktober 1944, maakte ook F/Lt. G.G.G. Walkington een noodlanding met zijn Hawker Tempest V van 274 Squadron.
Op 10 oktober ging er een Spitfire IX van 127 Wing verloren door een Duits bombardement en op 11 oktober 1944 verongelukte om 15.35 uur P/O Frederick Alan Wilks (23), die met zijn Tempest V (registratienummer EJ628, call sign JJ- ) van 274 Squadron op het vliegveld crashte. Hij ligt begraven op het oorlogskerkhof Jonkerbos in Nijmegen, graf 17 G 6.
Volgens het Operations Record Book van 274 Squadron maakte Wilks die dag deel uit van een patrouillevlucht over Arnhem en Nijmegen. Op de terugweg maakte hij in de buurt van Grave plotseling een steile duikvlucht. De piloot wist nog wel uit zijn toestel te springen, maar viel tijdens het afdalen uit zijn parachute-harnas, met de dood tot gevolg. Het vliegtuig zelf spatte aan de grond in kleine brokstukken uiteen, zodat ook achteraf niet viel te reconstrueren wat de oorzaak van die plotselinge duikvlucht kon zijn geweest.
Hoewel medio oktober werd besloten de strip voor alle vliegverkeer te sluiten vanwege het zeer slechte weer, bombardeerden de Duitsers op 24 oktober de airstrip met als resultaat twee vernietigde Spitfires IX van 125 Wing. En ondanks dat het terrein door de zware regenval onbruikbaar was geworden, maakte de volgende dag, op 25 oktober 1944 om 17.05 uur, F/O E.A. Kean van 402 Squadron nog een crashlanding op de strip met zijn Spitfire XIV (registratienummer RM687, call sign AE- ).
In december kwamen in de buurt van Keent nog twee geallieerde vliegtuigen neer: op 14 december 1944 om 15.45 uur was dat S/Ldr W.A. Olmstead (drager van het Distinguished Flying Cross) met zijn Spitfire IX van 442 Squadron. Hij was eind oktober 1944 ook al eens gecrasht in de buurt van Zijtaart.
En ten slotte sneuvelde op 27 december 1944 F/Lt William McKellar Hodgson (24), toen hij crashte met zijn Mosquito PR.XVI (registratienummer ML961, call sign HS- ) van 109 Squadron. Hij was onderscheiden met het Distinguished Flying Cross en de Air Force Medal en ligt nu begraven op de Canadese erebegraafplaats in Groesbeek, graf XII F 6.