
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Via een doorkijkpaneel is het oude kerkje zichtbaar gemaakt. En bijzonder: zonder de financiële en fysieke bijdragen van de parochianen was de nieuwe Lithoijense parochiekerk er nooit gekomen.
Rond 1840 is dat kerkje allang niet meer in gebruik; het is bouwvallig en veel te klein voor de circa 700 parochianen. Die maken gebruik van een veel ruimere schuurkerk, nabij het huidige raadhuisje. De begraafplaats ligt nog wel in ’t Groenewoud. Jammer genoeg voldoet ook de schuurkerk niet meer. Zeker na alle wateroverlast tussen 1820 en 1840 staan sommige delen van het gebouw op instorten.
Zo is de situatie wanneer Andreas van Laarhoven in 1841 als pasbenoemd pastoor zijn intrek neemt in de pastorie, die deel uitmaakt van de schuurkerk. Zeker is hem bekend dat dan zowel in Lith als in Nistelrode wordt gewerkt aan een nieuwe kerk. In beide dorpen voert een ingenieur van Rijkswaterstaat de directie.
Dat biedt garanties voor de degelijkheid van de nieuwbouw, maar is ook handig in financieel opzicht. Immers, via het Ministerie van R.K. Eredienst verstrekt het Rijk subsidies voor de bouw van kerken, maar wel op voorwaarde dat er degelijk wordt gebouwd. Betrokkenheid van Rijkswaterstaat ligt dan voor de hand! Dat verklaart mede het grote aantal nieuwe “waterstaatskerken” halfweg de 19e eeuw. Pastoor Van Laarhoven schakelt dus N. Kraft uit Den Bosch in, opzichter bij Rijkswaterstaat en nauw betrokken bij kerkenbouwprojecten in Nistelrode en Vlijmen. Tegelijkertijd schrijft hij een brief aan de koning met een verzoek om subsidie.
Kraft doet wat van hem wordt gevraagd, maar de koning niet, ook niet na herhaalde verzoeken. Dus worden de parochianen ingeschakeld, niet alleen voor het graafwerk en het leggen van de fundamenten, maar ook om mee te betalen. “Crowdfunding” avant-la-lettre! Van de bouwsom van 14.000 gulden zijn 3.000 direct afkomstig van de 700 parochianen. De nieuwe kerk, aanbesteed op 6 juli 1842 en in juli 1843 ingewijd, zal begin 20e eeuw plaatsmaken voor de huidige Remigiuskerk.
Dit verhaal verscheen eerder in Brabants Dagblad