skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

De April-Meistakingen van 1943 (5): spontaan of georganiseerd?

De bekendmaking van generaal Christiansen, opperbevelhebber van de Duitse bezettingsmacht, van 29 april 1943 dat de manschappen van het Nederlandse leger opnieuw in krijgsgevangenschap zullen worden genomen brengt het hele land in verzet: gedurende een kleine week laten honderdduizenden Nederlanders luid en duidelijk merken wat ze van deze bekendmaking en van de Duitse bezetting denken. Zo’n ongekende uitbarsting van protest en verzet, dat moet wel spontaan zijn geweest, of toch niet?

Dat de bekendmaking van Christiansen de aanleiding was voor de stakingen is zonneklaar. Maar ging het hier om spontane uitingen van protest of zat er een vooropgezet plan achter? Dat laatste is moeilijk hard te maken.

Het begon in Hengelo

We weten dat het Duitse beleid van gelijkschakeling, waarbij alle maatschappelijke organisaties, of dat nu vakbonden waren, onderwijsorganisaties of de Jonge Boerenstand, om er maar een paar te noemen, onder nationaalsocialistisch gezag werden geplaatst, veel kwaad bloed had gezet. En daar kwam dan nog de Arbeitseinsatz bij, de gedwongen inschakeling van Nederlandse arbeiders in de Duitse oorlogseconomie. Wanneer die Arbeitseinsatz de eigen werknemers begint te bedreigen, staat in april 1942 machinefabriek Stork in Hengelo op het punt om te gaan staken. Iedereen staat hier achter, van directie tot arbeiders. Maar een geïsoleerde actie zal weinig effect hebben, alleen een algemene staking, in een groot aantal bedrijven over het hele land, heeft kans van slagen.

Om de actiebereidheid in den lande te peilen trekken in april 1942 vanuit Hengelo twee mannen erop uit: Tjitte Roorda, afdelingschef bij Stork, en Jan Berend Vlam, werkzaam bij metaalbewerkingsbedrijf Dikker en voor de oorlog fractievoorzitter van de SDAP in de Hengelose gemeenteraad. Zij spreken her en der in het land met vertrouwde figuren uit de vakbeweging en met ondernemers. Maar vooral in het westen van het land werken de gevolgen van de Februaristaking van 1941 nog door en is er weinig actiebereidheid. Teleurgesteld keren Roorda en Vlam weer terug naar Twente. Van een staking komt het voorlopig niet, daarvoor is een katalysator nodig. Er wordt wel gezegd dat er tijdens die verkenningstocht in april 1942 ‘voorwerk’ werd verricht, dat uiteindelijk uitmondde in de april-meistakingen. Maar of dat voorwerk méér inhield dan het planten van het spreekwoordelijke zaadje is moeilijk te zeggen, want vanzelfsprekend werd er niets schriftelijk vastgelegd en ook na de oorlog hebben betrokkenen er weinig over losgelaten.

Ruim een jaar later is het moment daar: met zijn bekendmaking steekt generaal Christiansen op 29 april 1943 een brandende lont in het kruitvat. De bekendmaking wordt op die dag rond de middag via de telex verspreid onder de pers, voor publicatie in de middagedities. Zo komt het bericht ook binnen bij Drukkerij Smit in Hengelo, waar het bericht direct voor de ramen wordt opgehangen en al snel als een lopend vuurtje door de stad gaat. En dan ontploft het kruitvat, alle voorzichtigheid wordt aan de kant geschoven: de arbeiders van Stork – van overleg met de directie lijkt dit keer geen sprake – wachten nu niet af of er ook elders actie wordt ondernomen, maar lopen massaal de werkplaatsen uit. Hun voorbeeld wordt razendsnel gevolgd: binnen een uur ligt heel Hengelo plat. Almelo en Enschede volgen al snel. De telefonistes van Stork en andere bedrijven verspreiden het nieuws van de staking naar zakenrelaties en collega-bedrijven in het hele land, waar de volgende dag ook massaal het werk wordt neergelegd. Veel fabrieksarbeiders, die buiten de stad wonen brengen het nieuws naar het omliggende platteland. En zo verspreidt de staking zich binnen korte tijd over een groot deel van het land.

De stakingen in Brabant

Wat gebeurde er in Noord-Brabant op die 29e april, de dag van de bekendmaking? Het logboek van de Commissaris van Noord-Brabant (meer daarover in dit verhaal) meldt het volgende:

Bericht dringt door, dat de voormalige Nederlandsche Weermacht zich in krijgsgevangenschap zal moeten begeven.
Belangstelling voor de nieuwsbureaux, doch het bericht kwam in de middagkranten.
Nergens buitengewone drukte. Enkele fabrieken loopen leeg (melding in Schijndel), de mannen gaan naar huis.

Dit komt gedeeltelijk overeen met de gebeurtenissen in Hengelo: bij de nieuwsbureaux – hiermee worden ongetwijfeld de redacties bedoeld van de vele kranten die de provincie rijk was  – komt de telex binnen, het bericht wordt zoals gebruikelijk voor de ramen van de krant opgehangen, wat natuurlijk de nodige belangstelling wekt en opschudding veroorzaakt. Bovendien staat de bekendmaking prominent op alle voorpagina’s van de middagkranten.


Grasso's Machinefabrieken N.V. te ’s-Hertogenbosch, 1931 (Fotopers-
bureau Het Zuiden, Fotocollectie Erfgoed ’s-Hertogenbosch 0033204)

In tegenstelling tot in Hengelo blijft het aanvankelijk vrij rustig, er is nergens buitengewone drukte, schrijft de Commissaris. Maar misschien schatte hij de situatie toch verkeerd in. Die middag al lopen in Schijndel enkele fabrieken leeg. Uit andere bronnen weten we dat ook bij Philips in Eindhoven de acties die middag al beginnen, mede door een telefoontje vanuit Hengelo.


Interieur van de machinefabriek, ijzergieterij en constructie werkplaats N.V.
"Holland", Bergen op Zoom, 1945 (foto: C.G. Schluter, Collectie
West-Brabants Archief RINE047)

Vanuit Hengelo is ook met andere zakenrelaties in Brabant gebeld, al weten we niet met welke bedrijven precies. Mogelijk was er contact met machinefabriek Grasso in ’s-Hertogenbosch en zeker ook met Stork’s dochteronderneming Holland in Bergen op Zoom, en waarschijnlijk nog wel met meer bedrijven in de provincie. En dat heeft effect: Grasso en Holland gaan op 30 april in staking, net als heel veel andere fabrieken en bedrijven in Noord-Brabant.

Van een vooropgezet plan lijkt geen sprake, de staking verspreidt zich als een lopend vuurtje over de provincie, aangewakkerd door telefonische en mondelinge berichten over acties elders. Naast stakingen zijn er bovendien tal van andere vormen van spontaan protest. Wat te denken bijvoorbeeld van opruiende leuzen als ‘Staakt Leve Holland’ die de marechaussee op 30 april om half zeven ’s ochtends in grote kalkletters aantreft op de hoofdstraten van Vlijmen?

Spontaan of georganiseerd?

Vóór het uitbreken van de April-Meistakingen van 1943 was er al veel nagedacht over een mogelijke staking om het ongenoegen van de bevolking met de bezetting te laten blijken. Dat gebeurde onder andere door vertegenwoordigers van de inmiddels verboden vakbonden en standsorganisaties, die informeel contacten onderhielden en nog steeds veel invloed hadden. De verkenningstocht van Roorda en Vlam in april ’42 wees uit dat de tijd nog niet rijp was. Wat er nodig was, werd helder verwoord in een artikel in verzetskrant Het Parool van 5 april 1943: “Zulk een algemene staking gelukt alleen dan, indien de Duitsers één kapitaal feit stellen, dat iedere Nederlander zó diep in het hart grijpt, dat allen als één man voelen: dit is het ogenblik!’. Dat kapitale feit was de bekendmaking van Christiansen van 29 april.

Van een landelijke of regionale coördinatie was bij de April-Meistakingen van 1943 geen sprake, in die zin waren zij spontaan. Maar dat er, net als bij Stork en andere Hengelose bedrijven, in veel fabrieken en bedrijven (en boerenorganisaties?) voorbereidingen waren getroffen voor een mogelijke proteststaking, ligt voor de hand. Er was dus een structuur van vele duizenden losse ‘cellen’, die nauwelijks of geen contact met elkaar hadden, maar wel klaarstonden om op het juiste moment direct in actie te komen. Toen dat moment zich tenslotte aandiende waren de acties dan ook razendsnel en massaal.

Luister naar onze podcast Toen hoorde ik het salvo

Meer over de April-Meistakingen van 1943

Literatuur en bronnen
  1. BHIC 1085 Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, 1920 – 1969, inv.nr. 429.
  2. P.J. Bouman, De April-Mei-stakingen van 1943 (’s -Gravenhage 1950)
  3. Erik Dijkstra, Hans Morssinkhof, Staken op leven en dood (Amsterdam 2023)

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.