skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

De Bevrijding van mijn grootouders

Mijn grootouders woonden tijdens de oorlog in Vught op de Geerstraat nummer 11 (nu Jan van Galenstraat 5). Dat lag toen aan de rand van de bebouwde kom, met uitzicht over de weilanden richting Esch. Van daaruit werd Vught bevrijd in oktober 1944.

Toen het oorlogsfront steeds dichterbij kwam, werden overal schuilkelders voorbereid. Grotere huizen, zoals boerderijen, hadden kelders van formaat die daarvoor werden gebruikt. De trap naar de bovenverdieping was bij dat soort kelders meestal boven de keldertrap en functioneerde, in geval van instorting van het huis, als een deksel die instorting van de kelder deed voorkomen. Elders moesten schuilkelders worden gegraven. Vaak werd dat door een buurt gezamenlijk gedaan.

Mijn moeder: “Onze schuilkelder was een buurtschuilkelder. Het was een grote, diepe kuil gegraven op een veldje achter ons huis. De mannen uit de buurt deden dat samen. De muren en het plafond werden van binnen met balken verstevigd. Als dak werd een grote boom gebruikt die over de opening werd gelegd.”

Mijn grootvader (vol trots): “Na de bevrijding wilden ze wel eens uittesten hoe sterk die kelder eigenlijk was. Eén van de Canadese soldaten die bij ons waren ingekwartierd (vermoedelijk Jimmy, zie hieronder) besloot met een tank over de boom heen te rijden om te kijken of de schuilkelder in zou storten. Die boom gaf geen krimp en hield die tank prima! De kelder stortte niet in.”

Mijn grootmoeder: "Toen we op het punt stonden te worden bevrijd, werd er zwaar gevochten in de polder, met schoten in beide richtingen. Een paard in een weiland kwam in het kruisvuur en kreeg van beide kanten de volle laag. De buik van het dier was doorzeefd met kogels, en, terwijl het in volstrekte paniek en dodelijk gewond galopperend probeerde weg te komen, spoot het bloed uit diverse kogelgaten in alle richtingen tot het arme dier dood neerviel. Het was een verschrikkelijk gezicht."

Na Operatie Pheasant, waarbij Brabant ten zuiden en westen van de Maas werd bevrijd, vormde zich een nieuwe frontlijn langs de Maas die de hele winter standhield. Den Bosch en omstreken was weliswaar door Britse troepen bevrijd, maar het waren de Canadezen die tijdens die laatste oorlogswinter hun hoofdkwartier in Vught hadden op het door de Duitsers inderhaast verlaten Kamp Vught. Tot ze begin februari doorstootten over de Maas, werden veel Canadese soldaten bij burgers thuis ingekwartierd.

Mijn moeder: “Dan kwamen ze bij je thuis kijken of je plaats had. Ons huis had drie kleine slaapkamers, waarvan ons pap en mam er één gebruikten en ik in een wieg in hun slaapkamer sliep. Dus in twee slaapkamers hadden we continue een paar soldaten ingekwartierd. We hadden niet steeds dezelfde soldaten.”

De twee portretten hier van Canadese militairen zijn uit het fotoalbum van mijn grootouders. Men had toen geen fototoestel (dat kwam pas in de jaren ’50). Foto’s uit die tijd zijn daarom meestal geposeerde foto’s. Zo ook deze twee die vermoedelijk later door de soldaten naar mijn grootouders zijn gestuurd.

Mijn grootouders spraken geen Engels, dus communicatie met de Canadezen zal voornamelijk met handgebaren en een beperkt Engels vocabulaire hebben plaatsgevonden. Toch blijkt uit het bezit van deze foto’s wel dat de verstandhouding met hen goed moet zijn geweest. De dankbaarheid voor de bevrijding heeft hier ongetwijfeld een rol bij gespeeld. Bedenk ook dat de soldaten ongeveer dezelfde leeftijd als mijn grootouders hadden - begin twintig.

Het enige dat we weten is dat de soldaat in de rechtse foto ‘Jimmy’ heette, hetgeen waarschijnlijk voor ‘James’ staat. Jimmy was een zwarte soldaat in een tijd dat men in Brabant nog weinig, voor de meeste mensen waarschijnlijk geen, zwarte mensen had gezien. Zijn foto suggereert dat deze is gemaakt in Brussel in 1945.

Mijn moeder: “Jimmy bestuurde een tank. Niemand mocht mee op de tank, behalve ik. Dan zag je zo’n tank gaan met slechts twee koppen die er bovenuit staken: Jimmy met zijn zwarte kroesharen, en ik als tweejarige met mijn hele blonde krullen.”

Ik: “Als kind was ik gefascineerd door het verhaal dat Jimmy een bierflesje met zijn tanden kon openen - een in mijn kinderogen ongelooflijke krachttoer. Bovendien representeerde hij de bevrijder voor me, dus Jimmy had in mijn fantasie een soort superheldenstatus. Grappig genoeg staan op de vensterbank naast hem twee lege flesjes en liggen er op de grond naast hem dingen die flesdoppen zouden kunnen zijn.”

Mijn moeder: “De Canadees op de tweede foto is later met een Bossche getrouwd. Begin jaren ’70 heeft hij opa en oma in Sint-Michielsgestel opgezocht toen hij met zijn vrouw in Nederland was. Hij is toen ook nog bij ons in Den Bosch geweest.“

“We hebben ook nog een soldaat ingekwartierd gehad die een Canadese indiaan was. Die man was zo sterk, en wild in zijn gedrag, dat hij deurklinken regelmatig afbrak omdat hij er met zijn hand zo hard op sloeg. Af en toe kwam er iemand van de Canadese legerleiding op bezoek om te kijken hoe de inkwartiering verliep. Ons mam heeft daar toen iets van gezegd, waarna die soldaat meteen op z’n donder kreeg. Ondanks dat mochten ze hem wel. Eigenlijk al die soldaten wel.”

De Vughtse familie Van den Oetelaar voor hun schuilkelder, 1944. Collectie BHIC, Fotovu.1532.

Door de zaken op chronologische volgorde te zetten vallen dingen op. Die Canadezen stootten begin februari 1945 de Maas over, dus toen waren ze niet langer bij mijn grootouders ingekwartierd en hadden die het huis weer voor zichzelf. Vermoedelijk is de wieg van mijn moeder toen naar haar eigen slaapkamer gegaan, en, ruim negen maanden later, midden november 1945, werd het tweede kind van mijn grootouders geboren - een vroege bevrijdingsbaby.

Reacties (5)

Mark Goossens zei op 24 oktober 2019 om 18:15
Die foto van de familie Van den Oetelaar voor hun schuilkelder is enkel voor de sfeer toegevoegd. Dat is niet mijn familie, maar dit was op de Boxtelse Weg in Vught, niet al te ver van mijn grootouders. Toch zie je ook hier een boom over de ingang van hun schuilkelder liggen. Dat was dus geen uniek ontwerp. Veel bomen in Vught zullen in anticipatie van de bevrijding zijn omgelegd.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 25 oktober 2019 om 19:31
Wat een imposant verhaal, Mark, zeker met de toegevoegde foto's. Bijzonder om niet alleen hun verhaal te lezen, maar ook te zien om wie het gaat.

Fascinerend ook hoe het verhaal via je grootvader, en je moeder, ook jou - na al die jaren - heeft gegrepen: hoe Jimmy met z'n tanden een bierflesje opende. Mooi om die visies van verschillende generaties te lezen.

Ik kan me ook voorstellen dat zo'n Canadese indiaan je je leven lang bijblijft. We kunnen nu dan wel via internet de hele wereld over, maar stel je dat toch eens allemaal voor in die veel kleinere gemeenschap van toen.

Zeer lezenswaardig en informatief verhaal, Mark, dank daarvoor.
Mark Goossens zei op 26 oktober 2019 om 14:59
Dank Marilou! "Gegrepen" is het juiste woord denk ik. Als kind heb ik ademloos naar die oorlogsverhalen geluisterd, vooral die over Jimmy. Het gekke (althans ik vind dat gek) is dat, naast mijn moeder, ik, sinds mijn grootouders zijn overleden, de enige ben in de familie die die verhalen kent. Zelfs de vier zussen van mijn moeder kennen die verhalen niet. De enige verklaring die ik heb is dat het ze simpelweg niet interesseerde en die het ene oor in en en het andere oor uit zijn gegaan. Als kind kreeg ik er geen genoeg van als mijn moeder het er over had. Op mijn 24ste heb ik al die verhalen direct van mijn grootouders gehoord. En vorig jaar heb ik ze eindelijk opgeschreven. Dat zou mijn moeder niet lukken, dus als ik het niet had gedaan, waren die verhalen uitgestorven. Daarom is jullie slogan--Het Geheugen van Brabant--zo goed. Dat is precies wat jullie zijn, en het is een grote en belangrijke verantwoordelijkheid.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 28 oktober 2019 om 09:10
Nou Mark, wat een mooie woorden! Dank daarvoor! Maar het is juist dankzij jou - en al die anderen - die hier hun herinneringen optekenen dat we die slogan kunnen waarmaken.

Juist deze persoonlijke geschiedenisverhalen vind je nergens in boeken, maar zit in de hoofden van al die verschillende Brabanders. Wij zijn alleen maar zeer verheugd dat we hier dit podium kunnen bieden, en oprecht dankbaar dat mensen - zoals jij - er gebruik van maken. Zodat we ook in 2019 het verhaal over Jimmy kunnen lezen (en al die andere verhalen die niet verloren mogen gaan).
Mark Goossens zei op 25 maart 2022 om 12:40
Een plotse gedachte: was die rotatie van soldaten van gasthuis naar gasthuis, i.p.v. ze de hele winter bij dezelfde mensen onder te brengen, wellicht bedoeld om de kans op (ahum) "relaties" met lokale jonge vrouwen te verminderen? Of was het gewoon bezigheidstherapie om die soldaten, weliswaar wat rust, maar ook mentaal wakker te houden?

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen