skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

De chirurgijn en de graaf

Oswald Bufflée (Boxmeer 1658- Boxmeer 1752) werkte een groot deel van zijn leven als chirurgijn in zijn geboorteplaats. In die hoedanigheid werd hij ook ook regelmatig op het plaatselijke kasteel geroepen. Van prompte betaling was geen sprake, vandaar dat Bufflée in 1710 bij de rentmeester van de graaf een lijst indiende van nog openstaande posten over de periode 1706-1710. Die rekening, bewaard in het archief van het huis Bergh, geeft een mooi inkijkje in de werkzaamheden van een chirurgijn begin achttiende eeuw.

De familie Bufflée

Peter, de stamvader van de Boxmeerse Bufflées, vestigde zich rond het midden van de zeventiende eeuw in Boxmeer om als hovenier aan de slag te gaan in de tuin van het kasteel. Zijn vrouw Agatha Simal was afkomstig uit het bisdom Namen in het huidige België; waar Peter vandaan kwam weten we niet, maar eenzelfde herkomst ligt voor de hand, of misschien was hij met gravin Magdalena de Cusance uit Frankrijk meegekomen?

Twee zonen van Peter en Agatha traden in de voetsporen van hun vader: Willem (1656-1727) werd tuinman, eveneens in dienst van de grafelijke familie, niet in Boxmeer, maar in de tuinen van het kasteel van ’s-Heerenberg.

Ook Philip (1661-1719) koos voor het beroep van zijn vader, maar dan wel aan de overkant van de Noordzee, in Engeland. Veel weten we niet over zijn leven, maar in zijn testament uit 1719 wordt hij Phillip Buffle, Gardiner of Saint Martin in the Fields, Middlesex, genoemd. Hij woonde inderdaad in de parochie rond de kerk van St Martin-in-the-Fields, tegenwoordig op de hoek van Trafalgar Square in London, al was dat in zijn tijd nog betrekkelijk landelijk terrein.

Twee andere zonen van Peter zagen blijkbaar geen brood in tuinieren. Frederik (1665-1712) vestigde zich als chirurgijn in ’s-Heerenberg, waar hij ook geregeld de grafelijke familie van dienst was. Zijn broer Oswald oefende hetzelfde beroep in Boxmeer uit, en ook van zijn diensten werd regelmatig gebruik gemaakt op het plaatselijke kasteel.

Medische zorg op het kasteel

Een chirurgijn was met name een behandelaar van uitwendige aandoeningen. Het stellen van diagnoses en behandeling van inwendige aandoeningen was het domein van universitair opgeleide doktoren. De belangrijkste medicus van dienst op het Boxmeerse kasteel was in de periode 1706-1710 ene dokter Petri of Peters (over wie verder weinig bekend is), soms maakte ook dokter Odenhoven zijn opwachting. De precieze werkzaamheden van de heren doktoren kunnen we uit de stukken niet opmaken.

Wel weten we uit zijn rekening heel precies wat chirurgijn Bufflée in de jaren 1706-1710 beroepshalve zoal op het kasteel deed. Zijn belangrijkste en meest frequente patiënt was graaf Oswald van den Bergh. De graaf, een ziekelijke man van vooraan in de zestig, had vooral last van zijn benen, waarschijnlijk leed hij aan waterzucht of oedeem. Soms weken achtereen kwam de chirurgijn ’s ochtends en ’s avonds op het kasteel om de beenen te comen winden, de benen van de graaf te zwachtelen. Maar die benen waren zeker niet de enige kwaal van de graaf: Bufflée bezocht hem eveneens wegens eene quade handt ofte twee swerende vingers, eene defluxie in de kele (keelontsteking), eene catarre op sijnen hals (een kou op zijn hals), eene inflammattioon ofte geswell aen sijne neuse, eenigh scarppigheijt aen sijne mondt,defluxie van sijne oogen.

Ook de gravin liet regelmatig de chirurgijn bij zich roepen wegens allerlei lichamelijk ongemak. Maar ook de kosten voor medische zorg voor zijn personeel waren voor rekening van de graaf. Zo lezen we regelmatig over de behandeling van ziekten en ongevallen onder dat personeel. De behandeling van ene Bast den Sot wiens ribben waren gekneusd toen hij in de stal was geplet tussen een paard en een balk, kwam op 5 gulden. Ook hield de chirurgijn zich bijvoorbeeld bezig met de gebroken arm van Hendrick Holt; de benen van Philip, de lakei van de graaf; de oogontsteking van Elisabeth Trip; Hendrick de voorrijder die zijn oog bijna verloor toen hij de smid wilde helpen. En zelfs het paard van de graaf behoorde tot zijn klanten: herhaaldelijk leverde Bufflée zalfjes voor dit edele dier.


Aderlating door middel van kop zetten
(Abraham Delfos, 1776, Collectie Rijksmuseum)


Welke middelen gebruikte chirurgijn Oswald zoal om zijn patiënten te behandelen? Bij een chirurgijn denkt men al gauw aan aderlaten. En inderdaad, aderlating in zijn diverse vormen ontbrak niet in het repertoire van Oswald: hij deed dat zowel met eggelen (bloedzuigers) als met ventosen (kopglazen: een glazen bol werd verwarmd en op de een wond gezet, bij afkoelen ontstond onderdruk, waardoor het bloed als het ware uit de wond in het glas werd getrokken). Verder lezen we van lavamenten (darmspoelingen), een montbadt en mondspoelingen, gargarismata (gorgeldrankjes), vesicatoriën (trekpleisters), fomenta (compressen) en suppositoriën (zetpillen), cremor tartari (wijnsteen) en diverse andere drankjes en zalfjes (populierzalf, basilicumzalf, Egiptiacum). Bij oedeem werd gezwachteld en botbreuken werden gespalkt. Kortom: het gewone repertoire van een vroegmoderne chirurgijn.

De rekening van Oswald Bufflée voor zijn verleende medische diensten over de jaren 1706-1710 bedroeg niet minder dan 290 gulden en 3 stuivers. Omgerekend naar de tegenwoordige tijd komt dat neer op een kleine 3000 euro. Een deel was overigens al voldaan, maar er stond nog een bedrag van 132½ gulden open. Onderaan de rekening vinden we de volgende aantekening: 18 maert 1711. Dese geordineert met hondert gls. te betalen uijt den ontfanck der vrije Heerlickheijt Boxmeer. Of die honderd gulden ook daadwerkelijk is uitbetaald weten we niet, evenmin of de overige 32½ gulden tenslotte ook is voldaan.

Oswald en Oswald


Grafmonument van Oswald III van den Bergh
in de kerk van Boxmeer (foto: Berghapedia)


Hoe de graaf en de chirurgijn met elkaar omgingen, daar kunnen we alleen maar naar gissen. Feit is dat er een hele oude band bestond tussen beide heren, die teruggaat tot de geboorte van de chirurgijn. De graaf was namelijk in 1658, op bijna twaalfjarige leeftijd, doopheffer geweest van het zoontje van de tuinman van het kasteel in Boxmeer, die daarom de naam Oswald kreeg en later – inderdaad - chirurgijn zou worden. Oswald Bufflée zal dit vanuit de familieoverlevering zeker wel hebben geweten. Of graaf Oswald van den Bergh, die ten tijde van de doop van de latere chirurgijn in de Zuidelijke Nederlanden verbleef en dus niet persoonlijk bij de doopplechtigheid aanwezig, maar in wiens naam een plaatsvervanger was gestuurd, zich ook bewust was van deze bijzondere band is daarentegen verre van zeker. En als dat al zo was, is het nog maar de vraag of en in hoeverre dat invloed heeft gehad op de relatie tussen landsheer en onderdaan en de band tussen chirurgijn en patiënt.

Hoe de verhouding tussen de beide Oswalden ook was, de chirurgijn deed zijn best om met de kennis en middelen die hem ter beschikking stonden de vele kwalen van de graaf zo goed mogelijk te behandelen. Met beperkt resultaat, want veel ouder is graaf Oswald niet geworden: hij overleed op 20 juni 1712, niet in Boxmeer, maar in ’s-Heerenberg, op Huis Bergh. Zijn stoffelijk overschot werd overgebracht naar Boxmeer, waar het twee dagen later in de kerk werd bijgezet, waar zijn grafmonument tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven.

Bron:

Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 0214 Huis Bergh, (828) 1227-1842, inv.nr. 7466, Rekeningen van meester Oswald, chirurgijn van aan het grafelijke hof geleverde medische diensten, Boxmeer, 1706-1710

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.