skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

De Commissaris van de Koningin over Boekel

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 31 maart 2009
bijgewerkt op 2 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Boekel te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Boekel

Den 9den. Augustus 1898 bezocht ik de gemeente Boekel. Ik reed van Oss over Heesch naar Nistelrode; vandaar naar Uden, waar ik zeer goed ontbeet in het hôtel van Terneuzen; vervolgens naar Boekel; daarna naar Erp en eindelijk naar het station Veghel. Op de grens van Uden en Boekel vond ik er een eerewacht. Dichtbij de kom der gemeente een paar handboogschutterijen, de harmonie en de schoolkinderen, die een zeer aardige potpourri van vaderlandsche liederen zongen. Tekst en muziek van die liederen kreeg ik van den samensteller (het hoofd der school). In optocht ging het naar het gemeentehuis, waar ik B. en W. en een massa volk vond; een meisje (dochter van den burgemeester) heette mij welkom namens de zusters; op iedere trap van het gemeentehuis stond een bruidje.

Op mijne audientie verschenen de pastoor, de overste en de directeur van het gesticht Padua, de doctor (Schreppers) van datzelfde gesticht, en de gezamenlijke leden van den Raad. Van den pastoor hoorde ik, dat het de bewoners van Boekel, alle landbouwers (burgers zijn er niet), bijzonder goed gaat. Hij had zeker reeds meer dan een ton op hypotheek geplaatst op kerken of liefdehuizen, allemaal geld, dat de boeren hem brachten ter belegging. Er waren enkele zwervers, vroegere heidebewoners en smokkelaars, die nu nog een soort nomadenleven leidden en overal gingen bedelen, hoewel zij het niet nodig hadden. Er zijn thans drie molenaars te Boekel, die ieder meer te doen hebben, dan vroeger de eenige molenaar van Boekel. Er wordt veel gewerkt met kunstmest; de boeren zeggen, dat hun product minstens 2 x zoo groot is per Hectare als vroeger; bovendien koopen allen nog voortdurend graan bij.

Burgemeester Franciscus G. Bouwens, 1891-1916Burgemeester F. G. Bouwens, 1891-1916

De verhouding tusschen den burgemeester en de wethouders scheen mij goed. Dat de gemeente veel doet ten bate van de inwoners, bewijst o.a. het feit, dat verleden jaar nog voor f. 45.000 een tiend werd afgekocht.

Administratie van den ontvanger. Het vergunningsrecht was geboekt op 2 Mei.

Administratie van den secretaris. Er is geen register van beschikkingen van B. en W. inzake de hinderwet. In het register van aangifte van vestiging waren de drie achterste kolommen niet ingevuld, en ontbrak alzoo de aanteekening, welk gevolg aan de aangifte is te geven.

Den 9 Mei 1903 kwam ik weer in de gemeente, te Veghel liet ik mij door een rijtuig van Putters halen; ik ontbeet te Veghel bij van der Leeden, bezocht daarna Erp, vervolgens Boekel, en nam tenslotte te Uden den trein naar Den Bosch. De bevolking gaat langzaam vooruit; gedwongen huwelijken komen bijna niet voor; onwettige geboorten 1%. De menschen waren veel met broers en zusters te samen; zij die trouwen zijn om en om dertig jaar oud; ze willen allen wel gaarne trouwen, als er maar vooruitzicht is op een behoorlijk bestaan. Groote en kleine boerderijen samen zullen er in het geheel ongeveer 250 zijn; van de boeren wonen er drie op eigen boerderij, tegen één op een gehuurde plaats.

Broeder Kortz Funeman op Huize Padua is overleden, en werd opgevolgd door broeder Yvo (in de wereld Pijnenburg). Dr. Schreppers is daar nog geneesheer; zijn zoon werkt slechts zelden meer op de secretarie van Boekel; hij moet nu les krijgen van een van mijne ambtenaren op het Gouvernement; volgens B. en W. is hij niet heel goed wijs, althans erg zenuwachtig.

Met de aflossing van het in 1897 opgenomen kapitaal voor den afkoop van de tienden gaat het zeer goed; tot nu toe kan men jaarlijks f. 1.000 aflossen; in 1903 kon men zelfs door de opbrengst van 1902 zeven aandeelen van f. 250 uitloten; van het kapitaal is dus reeds ± f. 6.000 gedelgd. Behalve die tiend heeft men nog de zoogenaamde “leverrogge”; degenen, die jaarlijks de tiendvruchten koopen, moeten te samen uit de door hen gekochte tiendvruchten 800 vaten (een vat = 19 liter) rogge opbrengen; degenen, aan wie die 800 vaten verschuldigd zijn, zijn zeer talrijk, tengevolge van voortdurende splitsing bij overgang na overlijden. De lijst van hen, aan wie die “leverrogge” verschuldigd is berust op het Gemeentehuis. De oorsprong van die verplichting tot “leverrogge” is niet bekend; om die verplichting uit te koopen, zal men later nog f. 16.000 à f. 17.000 noodig hebben. Als maar eens die f. 45.000 gedelgd zijn, zal men door die “leverrogge” wel spoedig heen zijn. Het is duidelijk, dat die verplichting van “leverrogge” de opbrengst van den tiend zeer drukt. Men wil evenwel niet overgaan tot afkoop van die verplichting, vóórdat men een goed deel van het kapitaal van f. 45.000 heeft gedelgd.

Dan is er in Boekel nog een Rijkstiend; deze drukt op veel weiland en brengt daarvan dus niets op; bovendien hebben vele boeren hun land, dat besmet was met dien tiend, uitgekocht; in het geheel zal die jaarlijks om en om de f. 100 opbrengen. Voor afkoop door gemeente vraagt ontvanger van de registratie f. 4.000; dat is veel te duur, omdat van het bedoelde weiland geen tiendvruchten komen. Men wacht met den afkoop nog wat, omdat het schijnt, dat de tegenwoordige Regeering den afkoop gemakkelijk wil maken, en men gelooft, als dan beter en voordeeliger terecht te kunnen.

Van den wethouder Van den Akker, die lange jaren administrateur was, vernam ik eigenaardige bijzonderheden omtrent het leven van vele gezinnen in Boekel. Hij vertelde mij, dat hij als armmeester 62 gezinnen kende (nu zouden er een groote vijftig zijn) die een eigen hutje hebben in de gemeente. Omstreeks Paschen sluiten ze hun hut, en trekken met het heele gezin in een woonwagen weg, tot Maastricht, tot Antwerpen, Mechelen en Gent, soms nog verder. De kinderen moeten onderweg de kost bedelen, terwijl de ouders bezems binden of stoelen matten. De zedelijkheid onder die menschen is over het algemeen groot; bepaald stelen doen ze niet dat naam heeft, maar ze leven van stroopen, schooien en bedelen; te lui om te werken matten ze voor de vorm stoelen, of binden bezems. Ze trouwen op jeugdige leeftijd; gedwongen huwelijken komen daarbij niet voor, onechte geboorten evenmin. Als ze tehuis zijn, nemen ze hunne godsdienstplichten goed waar, komen trouw ter kerk, houden Paschen enz.

Ze gaan met Paschen weg en komen omstreeks Allerheiligen terug. Als ze in de gemeente zijn, bedelen ze de kost bij elkaar, men heeft van hen evenveel last als van de armen uit Uden. De kinderen gaan ’s zomers natuurlijk niet naar school en komen er ’s winters ook bijna niet in. Dat nomadenleven zit er zóó in, dat het voorkwam, dat, wanneer het armbestuur zich de opvoeding van de kinderen moest aantrekken, en deze 16 jaar in eene geregelde boerenhuishouding hadden doorgebracht, zij, als ze trouwden, weer in het oude nomadenleven van hunne ouders terugvielen!

Bij raadsverkiezingen zorgen de herbergiers wel dat er gestemd moet worden; er is daardoor nogal wisseling in het personeel van de gemeenteraad. Van de raadsleden wonen Van den Akker, Biemans en Van der Burgt in de kern; Van den Elzen te Peelsche huis; Wassenberg op het heurke (heufke); Van Dooren te Arendnest en v.d. Velden te Berkhoek.

Een telephoonkantoor werd in 1902 opgericht; Padua vroeg ook om een telephoonkantoor; dat verzoek kan worden toegestaan, wanneer het een voor het publiek toegankelijk kantoor werd; de Bisschop oordeelde dat min wenschelijk. De gemeente heeft vele eigendommen 967 H.A. Daarvan is 20 H.A. goede broekgrond op grens van Erp en Boekel; ruim 900 H.A. heide aan de oostzijde van de gemeente. Tusschen Peelstraat en Arendnest heeft de gemeente eene kleine ontginning van dennenbosch; alle jaren zal men er van 4.000 tot 6.000 mastplantjes uitzetten. Ik heb er bij B. en W. sterk op aangedrongen, dat de waterleidingen op kosten van de gemeente zouden geveegd worden.

Er is eene algemeene begraafplaats; daar worden alle overledenen begraven; noch de gemeente noch de pastoor heffen daarvoor rechten. Boekel heeft geen eigen doctor; armendoctor is Dr. Kuijper uit Gemert; deze is ook met de verloskundige praktijk belast. Ik heb mij sterk verzet tegen het jaarlijks voteeren van eene gratificatie voor den veldwachter door den Raad. B. en W. schenen het geheel met mij eens te zijn.

Den 2den. April 1906 kwam ik weer in Boekel; per trein tot Uden; vandaar met een rijtuig van Putters naar Boekel, Erp en Veghel; daar nam ik weer den trein naar Den Bosch. Van B. en W. vernam ik, dat de aflossing van de tiendschuld goed vordert; men had juist weer f. 1.500 uitgeloot, en was er van het kapitaal van f. 45.000 nu ± f. 10.000 gedelgd. Men achtte zich nu sterk genoeg, om ook de roggerente uit te koopen en was juist begonnen met onderhandelingen aan te knoopen met de twee voornaamste eigenaren, nl. den Belg Van der Willigen (voor wien optrad diens rentmeester, advocaat Léon Scheepers, Rue d’Artois, Liège), en met den oudsten kapelaan te Ravenstein; een gedeelte van de roggerente was nl. eene inkomst van de voormalige Latijnsche school te Ravenstein; toen die school werd opgeheven, verviel de inkomst aan de kapelanie te Ravenstein.

De Rijkstiend werd in verschillende klampen door de verschillende belanghebbenden afgekocht; wel moet dientengevolge tusschen enkele eigenaren nog eene verrekening plaats hebben, omdat een tiendplichtige nog niet met den kooper van een klamp omtrent de te betalen afkoopsom tot overeenstemming kwam, maar de tiend, zooals die door het Rijk werd geheven, bestaat niet meer. B. en W. klaagden, dat, bij gelegenheid van den afkoop van den Rijkstiend gebleken was, dat de tiendkaarten zoo schandalig slecht in orde waren, en dat daaruit zoovele moeielijkheden tusschen de belanghebbenden waren ontstaan.

Volgens B. en W. vermindert het nomadenleven van een deel der bevolking zeer veel, doordat de menschen in Limburg en in België veel minder geven als vroeger; er zullen nu nog ± 20 van die huishoudens zijn; maar deze menschen zijn te lui om te werken, bestaan van bedelen en stroopen, pro forma matten ze stoelen of binden ze bezems. Ze zijn alleen ’s winters in Boekel, maar dan heeft men van hen veel last. Hun kinderen gaan niet of zeer ongeregeld naar school; volgens B. en W. zouden die kinderen niet op de schoollijsten voorkomen, zoodat de leerplichtwet op hen niet werd toegepast. Wel had men aanvankelijk anders gehandeld, maar de ondervinding had de noodzakelijkheid aangetoond, dat men op hen de leerplichtwet niet kon toepassen!

Ansichtkaart van de achterzijde van Huize PaduaAnsichtkaart van de achterzijde van Huize Padua

Op den huize Padua worden niet meer dan 140 krankzinnigen verpleegd; als men boven dat getal gaat, dan zou men een tweeden gestichtsdoctor moeten nemen, en daaraan wil men voorloopig niet aan. B. en W. aangeraden om zich in verbinding te stellen met het Staatsboschbeheer (van Dissel te Utrecht) om te komen tot exploitatie der heidegronden van de gemeente.

Den 16 Maart 1910 kwam ik weer in Boekel. Ik ging per trein naar Uden en had aan een huurkoetsier in Veghel besteld, mij aan het station een landauer met twee paarden te zenden; ik vond er een prachtig rijtuig met twee mooie paarden, koetsier in livrei, pelskraag, kaplaarzen enz. Bij onderzoek bleek, dat de huurkoetsier niet aan zijn opdracht had kunnen voldoen, en toen het rijtuig gevraagd had van Juffr. Smits uit Veghel, eene schoonzuster van Sopers, den gemeenteontvanger uit ’s Bosch. Met dat mooie rijtuig reed ik eerst naar Boekel, toen naar Erp; ten slotte nam ik te Veghel weer den trein naar ’s Bosch.

Bij den bouw van nieuwe woningen houden de leden der Gezondheids Commissie Tonnaer uit Gemert en Heijkants uit Erp toezicht; De Groot, een timmerman-metselaar uit Boekel houdt voor het gemeentebestuur mede een oog in het zeil. Toen bij een woningbouw de eigenaar de bouwverordening niet naleefde, werd hij bekeurd en tot f. 75 boete veroordeeld. Dat hielp; de schrik zit er nu in, en heeft men geen last meer van overtredingen. Van alle mooie plannen van de Vincentiusstichting is niet veel gekomen; het armbestuur schoot f. 1.700 voor; daarvan werden twee huisjes gebouwd; sinds deed het bestuur der Stichting niets meer; wel zijn er later over de verantwoording der huurpenningen misschien nog moeielijkheden te wachten.

B. en W. geraden, zich in contact te stellen met het Staatsboschbeheer, om te komen tot de ontginning der voor bebossching vatbare heide gronden. Een staat van exploitatie der gemeentelijke bezittingen is er nog niet; men zal daarvoor nu zorgen. Ook is er geen inventaris van het oud archief; aan B. en W. in overweging gegeven, den jongen werkzamen gemeentesecretaris Breskens aan den arbeid te zetten, om het archief te ordenen; vermoedelijk zouden er dan veel stukken, welke voor de gemeente en hare inwoners van groot actueel belang zijn in zake tiendrecht, dan voor den dag komen.

Dr. Kuijper uit Gemert is gemeentedoctor; hij wordt geprezen. Veldwachter krijgt nog f. 25 gratificatie; gevraagd dat bedrag bij zijn tractement te leggen. Boekel is over het algemeen welvarend; er zijn niet meer dan 18 arme gezinnen, die van tijd tot tijd bedeeld moeten worden.

Pastoor Petrus Verkuijlen, 1885-1915Pastoor Verkuijlen, 1885-1915

Het getal ruilebuiters, dat een nomadenleven leidt, neemt af; er zijn thans nog zeven van die gezinnen. Pastoor Verkuijlen, die op audientie kwam, beklaagde zich over die ruilebuiters = stoelematters = halve wilden. Bij de eerste H. Communie waren er in dit jaar zes kinderen geweest, die lezen noch schrijven kenden, en maar zeer weinig de catechismuslessen gevolgd hadden. Alleen door zich aan die kinderen buitengewoon veel moeite te geven, en hen door de zusters maar altijd door te doen onderrichten, had hij die zes kinderen zoover kunnen brengen, dat hij zich verantwoord kon achten, met hen aan te nemen; maar het geleerde was zoo spoedig vergeten; en de indrukken van de Eerste H. Communie uitgewischt!

De broeder-overste van Huize Padua, broeder Pijnenburg, geboortig van Haaren, kwam daarna zijn opwachting maken. Padua zit nog altijd met zijn ouden doctor Schreppers, thans 75 jaren oud, en heel niet meer op de hoogte van de wetenschap; het is zoo moeielijk om hem heen te zenden, omdat hij zijn tractement (f. 3.000.-) niet kan missen; en een jongere kracht naast hem te stellen, kan men niet betalen. Te Udenhout zal er nog weer een paviljoen gebouwd worden. De meeste zieken, zoowel op Padua als te Udenhout, komen van buiten de provincie Noordbrabant; men heeft met Zuid Holland een contract voor 75 patienten à f. 330 per jaar; is dat getal niet bereikt, dan moeten de plaatsen open gehouden worden, en wordt voor ieder bed, dat niet bezet wordt f. 4 per maand vergoed.

Secretaris Buskens was vroeger op de secretarie te Deurne; hij is een zoon van den burgemeester van Gemert. Hij woont op kamers in Boekel, en gaat ’s middags bij de Zusters eten, waar men hem à f. 0,75 soep, twee vleezen en een toespijs in eene aparte kamer toedient. Hij zou eerst in het klooster ook kamers hebben gekregen; maar de algemeene overste uit Schijndel had dat niet willen hebben; dat hij daar in eene aparte kamer kwam dineeren, ontmoette bij haar geen bezwaar.

Het raadhuis versierd, waarschijnlijk tijdens het afscheid van b. Bouwens en de inhuldiging van b. Buskens (Juni 1916)Het raadhuis versierd, waarschijnlijk tijdens het afscheid van b. Bouwens en de inhuldiging van b. Buskens (Juni 1916)

Den 11den Mei 1915 kwam ik weer in Boekel. Ik reed er vanuit Den Bosch per auto heen, bezocht later nog St.-Oedenrode, en keerde vandaar via Schijndel naar Den Bosch terug. De 80-jarige burgemeester Bouwens moet in 1915 aftreden; in 1916 viert hij zijn gouden bruiloft en zou hij 25 jaar burgemeester zijn. Vooral zijne kinderen zouden hem gaarne zijn zilveren ambtsfeest zien vieren. In overleg met den Minister van Binnenlandsche Zaken kon ik hem mededeelen dat hij zou herbenoemd worden; hij zal dan ontslag vragen direct nadat hij zijn 25-jarig jubileum zal gevierd hebben.

Het bestuur van de gemeente is in goede handen; de burgemeester is nog heel kras; hij is een braaf en eerlijk man, die zich steeds op een onafhankelijk standpunt gesteld heeft; secretaris Buskens is buitengewoon goed; hij schijnt de aangewezen burgemeester van Boekel als Bouwens bedankt. Pastoor Verkuijlen is een oude man, 73 jr.; er moet een nieuwe kerk gebouwd; de pastoor vindt zich daarvoor te oud; hij brengt de benoodigde gelden bij elkaar; dan kan zijn opvolger bouwen. v.d. Boogaart, overste van Huize Padua, informeerde wanneer de Provincie elektriciteit kon leveren; zoowel hier als in Udenhout zou men gaarne spoedig aansluiten. Burgemeester Bouwens neemt geen deel in het pensioenfonds; daarvoor zou ± 10 mille moeten betaald zijn geworden. In plaats daarvan heeft de Raad besloten, hem levenslang f. 225 pensioen uit te betalen.

Voor ontginning van woeste gronden voelen de Raadsleden nog niet veel; de Secretaris wist er den Raad toe te brengen, 10 H.A. aan te leggen tot bouw- en weiland; vermoedelijk zal daarop eene boerderij gesticht worden. Het Raadhuis is goed onderhouden; het dak is echter versleten, het is wat klein, en ondoelmatig ingedeeld. Op den duur zal er een ander moeten gebouwd worden. Door de voortdurende goede zorgen van den Secretaris werden de waterleidingen in uitstekenden staat gebracht. Boekel moet veel ten koste leggen aan de wegen; alle wegen zijn in onderhoud bij de gemeente; er is geen enkele provinciale weg.

De nieuwe veldwachter voldoet goed; hij is geboortig van Uden en was 3 jr. agent van politie te Venlo. Hij heeft f. 525 tractement + vrije woning en tuin, te schatten op f. 75. Hij krijgt geene gratificaties. Voor zijn pensioen betaalt hij 4% = f. 48.

Burgemeester Cornelis L. Buskens, 1916-1928Burgemeester Cornelis L. Buskens, 1916-1928

Den 15 Juli 1919 bezocht ik per auto vanuit Den Bosch de gemeenten Boekel, Erp en Dinther. De nieuwe werkzame burgemeester is blijkbaar goed op zijn plaats; hij kan goed met de wethouders. Binnenkort zal zijn huwelijk met Juffr. Van Dijk uit Uden, eene dochter van den vroegeren geneesheer aldaar, voltrokken worden. Hij heeft nog geen woning; hij kocht een terrein om te bouwen. Voorloopig huurde hij van de gemeente eene ledig staande veldwachterswoning voor f. 100,- per jaar!; hij mag daarin voor f. 500,- op kosten van de gemeente repareeren! Juffr. Van Dijk is eene zuster van de vrouw van Beretta, den burgemeester van Etten.

Toen ik in Erp kwam, klaagde de burgemeester daar, dat men in Boekel armen afschoof naar Erp, hen geld gaf om daar te gaan wonen. Men geeft zich moeite om de tram Erp-Gemert verlegd te krijgen Erp-Boekel-Handel-Gemert. De gemeente Erp heeft daar bezwaar tegen, omdat de mooiste gemeentelijke ontginningen (Het Hurkske) langs de tramlijn liggen.

Boekel heeft 700 H.A. inculte gronden; daarvan zijn ± 40 H.A. geschikt voor boschcultuur; de rest voor bouw- en weiland. Men wil die gronden naar mate daaraan in de gemeente behoefte is, in perceelen uitgeven (op erfpacht of verkoopen) aan de boeren. Sinds de Heide Mij. zooveel gronden in Gemert is gaan ontginnen, zijn vele bewoners van Boekel, die vroeger een nomadenleven leidden, daar gaan werken; vooral de jongeren. Er is nog slechts één gezin, dat met een wagen rondtrekt. Maar vele ouderen gaan nog ’s ochtend van huis en keeren ’s avonds terug, terwijl zij dan, al naar den tijd van het jaar, hun brood verdienen met lindenbloesem plukken, hop plukken, eikels rapen, heide snijden en bezems binden.

De Hoofdelijke omslag bedraagt f. 10.000,-.

Den 23 Mei 1922 bezocht ik vanuit Helmond de gemeenten Boekel en Uden. Eene vereeniging voor de volkshuisvesting bouwde 2 woningen. Met Rijkspremie werden 8 woningen gebouwd.

Vóór 1920 deed Boekel weinig voor de ontginning van hare woeste gronden. In 1920 maakte de Heide Mij. een ontginningsplan voor 160 H.A. Daarvan zijn thans ontgonnen 80 H.A. verdeeld over 8 boerderijen en 3 keuterboeren. Vandaag is de inzet en over 14 dagen de toeslag van den openbare verkoop van 20 perceelen, elk van 1 H.A. Bovendien is men nog in onderhandeling (bereids door G.S. goedgekeurd) over den verkoop van grond van 2 boerderijen; terwijl er tenslotte nog een boerderij van 12 H.A. gesticht word op de grens van Beugen. Het Rijk gaf in 1921 voor de stichting van 3 boerderijen f. 26.400, berekend tegen 2 x f. 400 per H.A. Men hoopt in 1922 nog eene Rijksbijdrage te verkrijgen voor de stichting van 5 boerderijen. Ik heb B. en W. sterk geadviseerd, om nu door de Heide Maatschappij een groot plan te laten maken voor de ontginning van de ± 600 H.A. resteerende woeste gronden. Dat kan men dan successievelijk al naar de omstandigheden het toelaten, uitvoeren

Distributienet voor electriciteit kostte f. 16.000. Stroomlevering begon 1 November 1921; 70 cnt. voor licht; 35 cnt. voor klein kracht. Vier krankzinnigen, welke ten koste van de gemeente in Padua verpleegd worden, werden door Boekel vrijwillig verzekerd. Wanneer gemeente 3 jaren geplakt heeft, doet gemeente verder niets meer. Zijn krankzinnigen 65 jr. oud, dan trekt gemeente voor ieder hunner f. 3 in de week.

Voor het in orde brengen van den weg Gemert-Bakel-Volkel gaat gemeente f. 20.000 leenen. Een vak van 500 m1 wordt belegd met mooie vlakke keien 16 x 16; die keien kosten f. 2,80 per m2 franco station Uden. De rest is grintbaan en wordt omgebouwd in steenslagbaan, dat zal f. 15.000 kosten. De leening moet in 20 jr. afgelost zijn.

De uitvoering onderwijswet 1920 kostte aan gemeente f. 85.000. Bovendien nog eene jaarlijksche bijdrage van ± f. 1.000 voor onderhoud enz. Gemeente moest in 1920 f. 15.000 belasting heffen; in 1921 zesduizend gulden meer, dus f. 21.000.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.