skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

De Commissaris van de Koningin over Eindhoven

BHIC
BHIC Bhic
vertelde op 20 april 2009
bijgewerkt op 7 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Eindhoven te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Eindhoven

Over gebrek aan belangstelling in het openbaar onderwijs, speciaal in het onderwijs in de nuttige handwerken, klaagt de districtsschoolopziener te Eindhoven in het provinciaal verslag van 1898, Hoofdstuk VI bl. 88.

Hotel de Wildeman
Voorheen de Gouden Leeuw
J.A. Jonkhans

Zaterdag, den 15den Februari 1896 bezocht ik Eindhoven; te 9 uur uit Den Bosch vertrokken, kwam ik te 10 uur aldaar aan; aan het station werd ik ontvangen door den Burgemeester (Mr. Smits); met diens equipage reden we naar het gemeentehuis. In den gang werden we ontvangen door de beide wethouders en den secretaris. Eerst werd de secretarie en daarna het kantoor van den gemeente-ontvanger bezichtigd; alles zag er netjes uit en droeg de sporen van accuratesse en ordelijkheid. Vervolgens zagen we het verdere gemeentehuis, en hoorde ik nog klachten, over het feit, dat het Rijk de oude archieven had weggehaald en naar Den Bosch vervoerd.

St. Catharinakerk, ca. 1920 (bron: RHCe, collectie Van Poppel)St. Catharinakerk, ca. 1920 (bron: RHCe, collectie Van Poppel)

In de raadszaal wachtte de geheele gemeenteraad mij op. De zaal is keurig netjes in orde; de oude Burgemeester Smits deed zulks op zijne kosten; nadat hij reeds vroeger het geheele tractement, dat hij ooit van de gemeente genoten had, rente op rente gerekend, aan de gemeente had teruggegeven, meubileerde hij, toen hij als burgemeester aftrad, de raadszaal. Om half twaalf gaf ik audiëntie; 16 vereenigingen en 17 bijzondere personen maakten daarvan gebruik. Eerst om half twee was de audiëntie afgeloopen.

Met den burgemeester ging ik toen de groote kerk zien, en ging ik daarna naar diens woning (hij woont ten huize zijner ouders). Omstreeks half drie bood de geheele Raad mij een lunch aan (op eigen kosten van de Heeren); als souvenir aan mijn bezoek kreeg ik “de geschiedenis van Eindhoven door Houben” in twee deelen, met eene keurige opdracht in den vorm eener penteekening, vervaardigd door een kastelein. Na het dejeuner reed ik met den burgemeester en de beide wethouders naar de sigarenfabriek der firma Mignot en de Blocq. Deze firma werkt met een personeel van ± 375 menschen, waarvan zeker 300 vrouwen. Eene vrouw moest mij met een speech een kistje sigaren geven, maar kon het niet verder brengen dan: “Mijnheer de Commissaris der Koningin”. Vervolgens bracht ik nog een bezoek aan de fabriek der Vereenigde Nederlandsche lucifersfabrikanten; ik werd daar ontvangen door de directeuren, de Heeren Weijers en Kuenen. Zeer interessant om te zien. Om 5 uur verliet ik Eindhoven en was ik om 6 uur te ’s Bosch terug.

Mignot & de Block. Sigarenfabriek, 1913 (bron: RHCe)Mignot & de Block. Sigarenfabriek, 1913 (bron: RHCe) Vereen. Nederlandsche Lucifersfabrieken, 1908 (bron: RHCe)Veren. Nederlandsche Lucifersfabrieken, 1908 (bron: RHCe)

 Den 21 September 1900 kwam ik weder in de gemeente. De burgemeester was daags tevoren op het Gouvernement gekomen, om mij namens B. en W. een lunch aan te bieden, waarvoor ik echter bedankte. Hij vertelde mij tevens, dat mijn bezoek hem wonderwel schikte, want dat hij de bruidegom was en enkele dagen later zou huwen, terwijl op 21 September juist de verjaardag van zijn meisje viel! Ik bood hem toen aan, om mijn bezoek te stellen op 22 September, maar ten slotte vond hij het toch maar het beste, dat het bezoek op 21 September doorging. Aan het station werd ik door den burgemeester ontvangen; met een rijtuig, waarvoor B. en W. hadden gezorgd, reed ik naar het raadhuis, alwaar ik de wethouders Van Lieshout en Van Moorsel aantrof.

Het station, ca. 1905 (bron: RHCe)Het station, ca. 1905 (bron: RHCe)

Op mijne audientie verscheen a. de hypotheekbewaarder Van Blarkom, met wien ik mij onderhield over de eindeloze requesten van v. Sas te Bladel; ik vertelde hem, dat v. Sas twee verschillende kaarten had, welke niet klopten. b. de opzichter Koenen, die nog kwam danken voor wijziging van de tractementsregeling der provinciale waterstaatsopzichters; c. het Statenlid Baex, hij kwam enkel zijne opwachting maken; d. de advocaat, Mr. Smits van Oyen; hij kwam bedanken voor de hem tegen den burgemeester van Zeelst verleende hulp, in zake het afgeven van een bewijs van onvermogen aan een armen rechtzoekende.

Van B. en W. vernam ik, dat de fabrieken te Eindhoven slechts weinig verkeerden invloed hadden op de zedelijkheid der bevolking van hunne gemeente; van de 30 in 1899 gesloten huwelijken was er geen slechts enkele gedwongen geweest. Zij verklaarden dit met de opmerking, dat Eindhoven klein was, en de grond (het bouwterrein) duur; de eigenlijke fabrieksarbeiders wonen buiten de gemeente. Maar toch meenden B. en W., dat het over het algemeen genomen op de meeste fabrieken met de zedelijkheid nogal ging; volgens hen stond de gloeilampenfabriek van Philips dienaangaande onderaan; de vele meisjes, die daar werken, moeten gedurende de schafturen de fabriek uit; zij, die geen tehuis hebben, staan dan wel erg alleen op straat, en dat werkt natuurlijk verkeerd.

Philipsfabrieken: V.l.n.r. fabriek (betonbouw uit 1911 en 1909), de gasfabriek (laagbouw) en de kolenopslagplaats. De arbeiders rechts rollen strotonnen met gloeilampen, 1915 (©Philips Company Archives, bron: RHCe, collectie Van Poppel)Philipsfabrieken: V.l.n.r. fabriek (betonbouw uit 1911 en 1909), de gasfabriek (laagbouw) en de kolenopslagplaats. De arbeiders rechts rollen strotonnen met gloeilampen, 1915 (©Philips Company Archives, bron: RHCe, collectie Van Poppel)

In 1898 werd de vereeniging “Eindhoven Vooruit” opgericht; men zou zich niet met de politiek bemoeien. Al ras ontaardde de vereeniging in eene politieke, liberale vereeniging; alle ambtenaren zijn er lid van; critiseeren alle daden van gemeentebestuur enz. De vereeniging telt twee van hare voorstanders als leden van den Raad, nl. de Heeren Pijpers en Redelé. De vereeniging gaat niet vooruit in macht en aanzien; zij stelt hare leden bij verkiezingen voor den Raad, voor de Kamer van Koophandel, voor de Kamers van Arbeid, en hoewel die candidaten steeds geslagen worden, begint bij iedere gelegenheid Eindhoven Vooruit opnieuw. De Leovereeniging staat naast, niet tegenover Eindhoven Vooruit, omdat die vereeniging zich buiten de politiek houdt.

Het drinkwater te Eindhoven laat alles te wenschen over; de gemeenteraad besloot korts tot den aanleg van eene drinkwaterleiding op grond van het chemisch onderzoek van 44 monsters drinkwater, op verschillende plaatsen, de heele gemeente door, genomen; van die 44 monsters bleek, dat het water van 40 bepaald slecht was; van de 4 overigen was het water van 2 nog uit nortonpompen!

Er wordt een levendige kalverenhandel gedreven van Eindhoven op Londen: de kalveren worden des winters te Eindhoven en des zomers te Vlissingen geslacht, en dan verzonden; het zijn meestal 2e qualiteit kalveren; om wat te schijnen, worden ze voor de verzending met een luchtpomp opgeblazen tusschen vleesch en vel. De kalverhandel is heelemaal in handen van Joden.

Er wordt tegenwoordig veel gedaan, om het Eindhovensch Kanaal in orde te brengen, in 1900 ruim f. 4.000. Een zware concurrent was tegenwoordig de Meyerij, die een losplaats had gekregen aan de Zuid-Willemsvaart te Vechel. Waar de gemeente aan de Meyerij f. 2.500 rente ’s jaars garandeerde, was de gemeente dus van dubbel slechte conditie: minder rechten op het kanaal + subsidie aan de Meyerij. Volgens B. en W. heeft v.d. Heuvel vele moeielijkheden met de Meyerij in zake het medegebruik van de lijnen der Meyerij onder Eindhoven voor een tram naar Helmond, omdat de Meyerij hoopt, dat v.d. Heuvel zijn lijn dan niet zal bouwen, en de Meyerij zulks dan later wel zou kunnen doen.

Het in 1877 gesloten kerkhof werd in 1900, nadat de lijken geruimd waren, publiek als bouwterrein verkocht; de 37 are brachten f. 18.000,- op. De Rechtestraat, in 1900 van het Rijk in beheer en onderhoud overgenomen (de gemeente kreeg f. 2.840,- toe) moet op nieuw bestraat en gerioleerd worden; dat zal volgens B. en W. f. 50 à f. 60 mille kosten. De Gender, die om Eindhoven loopt, was in geen 15 jaren schoongemaakt; hij is nu door B. en W. stuksgewijze drooggelegd en geheel uitgegraven; tevens worden de oevers met tuinen vastgezet. Ik opperde de vrees, dat zich achter dat gevlochten hout ratten zouden gaan nestelen.

Het vrouwelijk personeel in de gloeilampenfabriek van Philips (©Philips Company Archives, bron: RHCe)Het vrouwelijk personeel in de gloeilampenfabriek van Philips (©Philips Company Archives, bron: RHCe)

Om het marktbezoek aan te moedigen, worden door B. en W. geldprijzen verloot; in het geheel f. 40, in kleine bedragen, bijv. van f. 1, f. 1,50 enz. Die verloting geschiedt op de stoep van het stadhuis, en trekt steeds veel volk. Het werkt zeer gunstig op het aantal marktbezoekers. Met B. en W. bezocht ik de gloeilampenfabriek van Philips (zeer interessant); ik werd daar rondgeleid door den jongsten directeur; de oudste was op reis voor de zaak. Ik vernam, dat slechts 4% van het product in het land blijft; zij hebben den grootsten afzet naar Engeland. In de fabriek werken vooral meisjes, wellicht een 300-tal; meestal jonge kinderen; deze hebben zachte, lenige handen, en zijn daardoor meer geschikt voor het fijne werk.

Daarna ging ik met B. en W. de nieuw gebouwde gemeentelijke gasfabriek zien. De gashouders kunnen 3.200 M³ gas bergen; de fabriek kan 4.000 M³ daags maken; nu, in den zomer, wordt niet meer dan ± 2.000 M³ daags vervaardigd. De bovengenoemde firma Philips gebruikt daarvan dagelijks ± 400 M³!

Bij de verkiezing van de nieuwe Kamer van Koophandel, is de voorzitter van de vroegere Kamer, de wethouder Van Moorsel, uitgeworpen, Hij had zich eerst niet herkiesbaar gesteld, en wilde later weer wel herkozen worden; toen wilde men hem echter niet meer; hij kreeg slechts 14 stemmen van de 200. Van den burgemeester vernam ik, dat hij den wethouder Van Lieshout zeer waardeerde; v. L. gaf zich bepaald heel veel moeite in het belang van de gemeente; heel anders de wethouder Van Moorsel; deze hield weliswaar steeds allerlei mooie praatjes, maar in werkelijkheid deed hij niet veel.

Den 21 Mei 1904 kwam ik weer in Eindhoven; ik bezocht denzelfden dag nog de gemeente Heeze. B. en W. verklaren, dat onder de fabrieksarbeiders 60% gedwongen huwelijken voorkomen; onder de verdere bevolking komt dat zoo goed als niet voor. De invloed van “Eindhoven vooruit” is veel verminderd; de Heeren hebben verkregen, waarnaar zij streefden, telefoon, waterleiding enz. Bij de laatste Raadsverkiezing werden de aftredende leden bij candidaatstelling verkozen verklaard. De R.C. begraafplaats èn de algemeene begraafplaats liggen onder Gestel. Dr. Sala te Stratum is de armendoctor van Eindhoven. Men is over hem zeer tevreden.

Ik verleende audientie a aan den burgemeester, die eene decoratie vroeg voor den wethouder Van Lieshout, hij zal mij deswege eene nota zenden: b aan den burgemeester én aan den voorzitter v.d. K.v.K. den Heer v.d. Put. De Heeren kwamen over de aansluiting van Eindhoven aan het WilhelminaKanaal. Hen geraden, om te zorgen, dat er geen amendement op het wetsontwerp in de Tweede Kamer wordt voorgesteld, tenzij de voorstellers zich van tevoren hebben overtuigd dat de Minister het zal overnemen; c de militiecommissaris Putman Cramer, en de kapitein der Marechaussee Dangeman Grootepas kwamen hunne opwachting maken; d De voorzitter der Gezondheids Commissie, Dr. Schröder, kwam inlichtingen vragen omtrent het declareeren van vacatiegelden door de leden zijner Commissie; ik heb hem even wijs laten vertrekken als hij gekomen was, en heb hem geraden zich deswege in verbinding te stellen met de betrokken gemeentebesturen.

Met B. en W. ging ik ten slotte de werken van de in aanleg zijnde waterleiding in oogenschouw nemen. De Heeren dachten, dat alles eind Augustus of begin September gereed zou zijn, en vroegen, dat ik dan de waterleiding zou kunnen openen. Den Heeren geantwoord, dat ik hen dat nu nog niet kon toezeggen; ze moeten hunne uitnoodiging tempore utili maar herhalen.

Het villapark te Tongelre (bron: RHCe)Het villapark te Tongelre (bron: RHCe)

Den 4 April 1907 kwam ik weer in Eindhoven; vanuit het Hotel de la Poste reed ik erheen (het regende); met mijn rijtuig reed ik later met B. en W. nog naar de gasfabriek, om die eens goed te zien. Ik verleende audiëntie aan den militie commissaris Putman Cramer, die eenvoudig zijn opwachting kwam maken; daarna aan den opzichter van den P. W., Koenen, aan Mr. N. Smits van Oyen, aan Jan Baex, en aan den Kapitein der marechaussee Dangerman Grootepas; zij hadden geen van allen iets bijzonders te zeggen.

De Heeren Weijers (directeur van eene lucifersfabriek) en Bisdom kwamen gezamenlijk met de kaart voor het villapark onder Tongelre; zij meenden, dat de provincie wel eenig subsidie zou willen geven in den hoofdweg door hun park, ± 1 K.M. lang, omdat die hoofdweg eene kortere verbinding zou worden tusschen den provincialen weg en het station. Ik kon den Heeren weinig hoop geven op succes in hun pogen: provinciaal belang zag ik er niet in; de Heeren Bruning en Philips zijn best in staat, om hunne wegen zelve te betalen.

De vereeniging “Eindhoven vooruit” ging te niet; de wenschen van de vereeniging waren door het Gemeentebestuur gaandeweg vervuld; ook de “Leovereeniging” werd opgedoekt; na het vertrek van Bn van Wijnbergen , die de vereeniging had opgericht en er voortdurend de ziel van geweest was, ging de vereeniging langzaam achteruit en werd eindelijk ontbonden.

De drinkwaterleiding dekt zich nog lang niet; daarop komt in 1906 wel f. 12.000 te kort; maar het getal aansluitingen blijft sterk toenemen; men hoopt dat over enkele jaren de inkomsten de uitgaven zullen overtreffen. De gasfabriek maakt buitengewone zaken; in 1906 verdiende men zuiver f. 32.000. Men is thans bezig met het stellen van een nieuwe gashouder voor 5.000 M3; de twee thans bestaande, van 1.600 M3 ieder, waren veel te klein geworden.

De weekmarkt (uitgever: Rembrandt Uitgeverij-Maatschappij, bron: RHCe)De weekmarkt (uitgever: Rembrandt Uitgeverij-Maatschappij, bron: RHCe)

Het Eindhovensch Kanaal blijft voortdurend slecht gaan; om het in orde te maken, zou men een ton of drie moeten besteden, maar zooveel geld heeft men er niet voor over. Het blijft in Eindhoven buitengewoon goed gaan; dit blijkt ook uit den grooten bloei van de Dinsdagsche markten. Zonder dat men er moeite voor deed, vormt zich van zelf eene Vrijdagsche markt.

Drankgebruik is zeer groot; drankmisbruik minder, ten gevolge van angst voor politie en werking van Paulus vereeniging. Ook in de bierhuizen wordt vrij veel drank geschonken. Procedure tegen Mr. Rits in zake legaat Van Cooth verloren voor het Hof; men is niet voornemens in cassatie te gaan. De f. 60.000 van legaat Van Cooth staan op het Grootboek; de renten worden besteed aan de teekenschool en de ambachtsschool.

Burgemeester Van Mens, 1898-1919 (foto: H.J. Tollens, bron: RHCe)Burgemeester Van Mens, 1898-1919 (foto: H.J. Tollens, bron: RHCe)

Met B. en W. de gasfabriek gaan bekijken; deze werd weer belangrijk vergroot en uitgebreid; het schijnt, dat men in den tegenwoordigen directeur, een Duitscher, self made man eene gelukkige keuze gedaan heeft; men is althans zeer met hem ingenomen. Aan het Hotel de la Poste nam ik van B. en W. afscheid; wethouder Van Moorsel moest spoedig naar huis, omdat hij jarig was (80 jr).

Den 18 April 1911 kwam ik in Stratum en in Eindhoven. Ik ging er van Den Bosch uit heen, en bleef later in het Posthuis te Eindhoven logeeren. Wethouder Raupp liet zich verontschuldigen wegens “zaken”; ik was dus alleen aangewezen op den burgemeester en op wethouder Pastoors. Eenige Heeren kwamen mij hunne opwachting maken; zij hadden niet veel te vertellen, en namen dus weinig tijd in beslag; des te meer had ik dus gelegenheid om met B. en W. te praten.

De waterleiding kostte 225 mille; zij dekt zich ruim; de capaciteit is echter te klein zoodat men er voor 70 mille aan zal moeten verbouwen; de kosten daarvan moeten door de industrie gedragen worden in den vorm van hoogere tarieven; de toestand is thans deze, dat jaarlijks 45.000 M3 geleverd wordt aan particulieren voor circa f. 0,25 de M3, en 160.000 M3 aan de groot industrie (waarvan 120.000 M3 aan Philips) voor f. 0,035; de zelfkostende prijs van het water zal ± f. 0,12 zijn.

De gasfabriek heeft ruim vier ton gekost en gaf in 1910 eene zuivere winst van f. 60.000. Er werd 2½ millioen kubieke meter gas geproduceerd. Ook deze inrichting moet uitgebreid worden; men denkt om aan de behoeften van de industrie en van de omliggende gemeenten te kunnen voldoen, de productie tot 5 à 6 millioen te moeten opvoeren. De omliggende gemeenten betalen denzelfden prijs als Eindhoven zelf. Sinds Woensel zich uit de combinatie had teruggetrokken en vrede had gesloten met Eindhoven, kon er niets komen van eene eigen fabriek voor de omliggende gemeenten. Het was gebleken, dat de Heeren Blaupot ten Cate tegelijkertijd de adviseurs waren van Woensel én van de firma Carl Francken; ten slotte had Woensel zich door de verkeerde adviezen geheel vast gewerkt, onder voorwaarde, dat Eindhoven de kosten van Carl Francken (f. 4.000) betaalde, had Woensel vrede gesloten met Eindhoven, en van de stichting van eene eigen fabriek afgezien.

De gasfabriek (uitgever: P.E. Piere-Bijsterveld, bron: RHCe)De gasfabriek (uitgever: P.E. Piere-Bijsterveld, bron: RHCe)

Het Wilhelminakanaal kan niet meer kort in de buurt van Eindhoven komen, men wil daarom niet meer aandringen op eene omlegging van dat kanaal, maar wil liever trachten het Eindhovensch Kanaal te verbeteren; dat zou 3 ton kosten; men rekent op 1/3 van het Rijk en op eene belangrijke bijdrage van de provincie.

Men erkent de billijkheid eener grensregeling, al heeft Eindhoven zelf daar geen voordeel van; zou men echter alleen komen met een voorstel tot annexatie van Woensel, dan zou de Raad dat niet aannemen; wel, als men kwam met Woensel en Stratum tegelijk. Aan de Kamer van Koophandel heeft men niet veel; men merkt er haast niets van; er gaat geen initiatief, geen stuurkracht van uit.

De geest van de bevolking is goed, veel beter dan voor enkele jaren; socialistische propaganda worden er haast niet gedreven. Sinds kapelaan Kluytmans pastoor van Zeeland werd, merkt men ook van den R.C. Volksbond niet meer zóó veel als vroeger. Vermoedelijk zal dat veranderen, wanneer zijn opvolger de toestanden wat beter kent, vooral ook de menschen zelve, hij moet tijd hebben om zich op de hoogte te stellen.

De Hoge Burgerschool (bron: RHCe)De Hoge Burgerschool (bron: RHCe)

Den 19 Juni 1916 bezocht ik de gemeenten Waalre en Eindhoven. Met B. en W. vooral de annexatieplannen behandeld; naar de Heeren meenden, zou een plan tot annexatie van de heele zes gemeenten het meeste kans van slagen hebben. Wethouder Verhagen voelt er blijkbaar niet veel voor; dat groote plan is een sprong in het duister; ook voor kleinere annexatieplannen schijnt hij niet veel te voelen.

Voor de verbetering van het scheepvaartkanaal maakte de ingenieur Moubis twee plannen: één van f. 1.000.000, en één van f. 1.600.000. Het schijnt, dat die plannen nog niet veel verder zijn dan de embryovorm. Op de Hoogere Burgerschool zijn 104 leerlingen, waarvan 33 uit Eindhoven; voor het eerste jaar is er een paralelklasse. De Paters Augustijnen willen een Roomsch gymnasium openen, als de gemeente een jaarlijksch subsidie geeft van f. 15.000. B. en W. denken, dat de Raad het subsidie zal willen geven, en hopen, dat G.S. zich daartegen niet zullen verzetten.

Personeel in de tram van de Meijerij, ca. 1915 (bron: RHCe)Personeel in de tram van de Meijerij, ca. 1915 (bron: RHCe)

Voor een tram naar Oirschot van de Vicinaux voelt men niet veel; de Meyery kan dat veel goedkooper doen; die Mij heeft in Eindhoven haar station, haar aanlegplaatsen enz. enz. De woningnood is buitengewoon groot; wacht op de annexatie. Sterk geraden, om toch direct al het mogelijke te doen om verbetering te brengen; het is zoo nodig! Philips bouwde 400 woningen; heeft 3.700 menschen aan het werk, waarvan 700 Protestanten; hooger fabriekspersoneel, opzichters en derg. zijn Protestant. Orde op fabriek op moreel gebied is groot; men is er zeer streng. De glasblazers, welke Philips uit Maastricht naar Eindhoven overbracht, moeten menschen zijn van het minste allooi; echt schorrie morrie. De geest van het volk is sociaal, niet socialistisch. De R.C. Volksbond bloeit zeer; telt 4.000 leden. De socialisten zijn vereenigd in den Bestuurdersbond te Woensel. Van hen gaat niet veel actie uit.

Het Gymnasium Augustinianum, 1928 (foto: A.F. van Beurden, bron: RHCe)Het Gymnasium Augustinianum, 1928 (foto: A.F. van Beurden, bron: RHCe)

Den 17 Augustus 1920 kwam ik weer in Eindhoven. Het is thans Groot Eindhoven; sinds 1 Januari 1920 zijn de gemeenten Woensel, Tongelre, Stratum, Gestel, Strijp en Eindhoven tot ééne gemeente vereenigd. Burgemeester Verdijk heeft 4 wethouders gekregen: Mr Dr Jan van Best, onderwijs en armwezen; Cox, sociale aangelegenheden en landbouw; Van Engeland, Finantiën; Raupp: Openbare werken en bedrijven.

De begrooting 1920 zal binnenkort bij B. en W. in behandeling komen; ontvangsten en uitgaven bedragen ongeveer 9 millioen: 7 buitengewoon en 2 gewoon. Het onderwijs is thans reeds goed verzorgd. Hooger: Gymnasium der Augustijnen; voor de meisjes een lyceum; Middelbaar: Eene openbare en eene bijzondere H.B.S.; beiden goed; Lager: In het geheel zijn er 26 scholen (openbare en bijzondere samen) met 5.200 leerlingen. Bij de invoering van de nieuwe onderwijswet zal er veel zeemanschap noodig zijn, om alles zóó te schikken, dat Eindhoven niet teveel scholen moet bouwen;

Teeken- en Ambachtsschool, ca. 1910 (bron: RHCe)Teeken- en Ambachtsschool, ca. 1910 (bron: RHCe)

Teeken: Uitstekende gemeentelijke inrichting met 240 leerlingen; Ambachts: Zeer goede ambachtsschool; 120 leerlingen van welke 30 voor elektriciteit; Textiel: Zeer goed; 50 leerlingen; zelfs eenige zoons van fabrikanten; De leiding van het teeken-, ambachts- en textielonderwijs heeft de Heer Bouwmans, de opvolger van Steggerda; Handels: Het hooger handelsonderwijs sluit aan op Rotterdam.

Armenzorg: Er zijn nog 6 burgerlijke armbesturen; er moet in de plaats daarvan één burgerlijk armbestuur komen. Ook de instelling van een armenraad is noodzakelijk. Kosten zijn voorloopig niet te ramen.

Volkshuisvesting: Na alles, wat daarvoor reeds gedaan werd, zullen in de eerste 5 jr nog 2.000 woningen gebouwd moeten worden. Bovendien heeft Philips er op het moment 270 onder handen.

Ziekenhuis: Voorloopig doet men niets; men vreest op den duur een ziekenhuis te zullen moeten bouwen van 300 bedden; per bed f. 6.000.

Begraafplaats: Voorloopig zes; op den duur zal men tot ééne groote centrale begraafplaats moeten komen.

Politiekorps Eindhoven, 1919 (bron: RHCe)Politiekorps Eindhoven, 1919 (bron: RHCe)

Politie: Thans 46 man. Sinds 1 Januari maakten deze 2.500 processen verbaal, waarvan 600 voor openbare dronkenschap, 20 voor zedemisdrijf. De nieuwe organisatie wacht op den nieuwen Commissaris van Politie; men denkt, dat het politiecorps wel tot 150 man zal worden opgevoerd.

Brandweer: is treurig; geen enkele autospuit; de waterleiding ligt lang niet overal, en heeft bovendien geen voldoende capaciteit. Eene goede organisatie zal zeer kostbaar zijn.

Kanaal Eindhoven-Helmond: Capaciteit is veel te klein; het grootste schip kan slechts 270 ton steenkool aanvoeren. Een behoorlijk kanaal zal 2½ millioen kosten.

Verbetering (aanleg) wegen: Er is op dit gebied ontzettend veel te doen; het is niet te ramen, hoeveel daarvoor noodig is.

Raadhuis: Natuurlijk veel te klein; in de raadszaal kunnen 29 Raadsleden zitten, als er geen kachel staat, dus alleen ’s zomers.

Zicht op het raadhuis met de toren (drukker: Emrik & Binger, bron: RHCe)Zicht op het raadhuis met de toren (drukker: Emrik & Binger, bron: RHCe)

Personeel ter secretarie: Zit in verschillende localiteiten over de heele gemeente verdeeld.

Dienst van publieke werken is zeer goed ondergebracht in Raadhuis Stratum.

Gasfabriek: leverde in 1919 6½ millioen M3 gas; te klein; er moet voor 6½ ton aan verwerkt.

Waterleiding: geen voldoende capaciteit; alle buizen zijn te klein. Philips heeft per nacht 1.000 M3 noodig.

Elektriciteit: werkt gunstig; in het eerste quartaal 1920 f. 20.000,- verdiend.

Dommel: Men hoopt het waterafvoerkanaal verbreed te zien tot een scheepvaartkanaal, van de Gennepsche watermolen tot het Wilhelminakanaal.

Waterschade: Veel; tusschen Waalre en Gestel liggen honderden hectaren geheel waardeloos.

Waterverversching: geschiedt langs de Vest; is vrij goed in orde.

B. en W. schatten het totaal belastbare inkomen over 1920 op 12 millioen; men wil aan hoofdelijken omslag heffen 8 ton tot 1 millioen. Men meent, dat 65% van het inkomen uit bedrijf komt, en 35% uit vermogen. Aan opcenten, tantième en dividendbelasting ontvangt Eindhoven in 1920 f. 175.000.

Burgemeester Verdijk, 1920-1942 (bron: RHCE)Burgemeester Verdijk, 1920-1942 (bron: RHCE)

R.V. Volksbond heeft 6.000 leden; daar gaat veel kracht van uit. De geest van het volk is best; in November 1918 waren de socialisten bang, dat er iets te doen zou komen, en dat zij het dan te kwaad zouden krijgen. Er zullen 250 à 300 georganiseerde S.D.A.P. ers zijn; bij raadsverkiezing brachten de socialisten ± 800 stemmen uit. De Bestuurdersbond in Woensel gaat in macht achteruit; vooral sinds Philips dien bond niet alleen niet meer steunt, maar tegenwerkt; men verwacht, dat die bond niet lang meer zal bestaan.

Den elfden Augustus 1924 kwam ik weer in Eindhoven. Ik werd daar ontvangen door den burgemeester met de vier wethouders: v. Engeland, Van Vroonhoven, Van Woerkom en Smits van Oyen. Deze laatste werd eerst voor enkele dagen als zoodanig benoemd; ik begon daarom met te vragen, of de Heeren hunne functies anders verdeeld hadden. Toen ik vernam, dat Van Engeland nog de portefeuille van Finantien had, maakte ik daarvan gebruik, om hem een formeelen uitbrander te geven, dat Eindhoven de rekening 1922 en de begrooting 1924 eerst in Juli 1924 had ingezonden, nadat ik mijne ontevredenheid betuigd had aan B. en W., dat die stukken niet inkwamen. Toen v. Engeland die reprimande niet aannam, ben ik heftig tegen hem uitgevallen, en heb ik het verwijt gedaan, dat de laatste rekening van Tongelre misschien twee jaar te laat, en niet dan met de grootste moeite eindelijk aan Den Bosch was ingezonden.

Wethouder Van Engeland, ca. 1930 (bron: RHCe)Wethouder Van Engeland, ca. 1930 (bron: RHCe)

Na mijne audientie verzocht v. Engeland in afzonderlijk gehoor te worden ontvangen. Hij kwam op de zaak terug, en meende, dat ik de rekening van Tongelre niet ter sprake had mogen brengen, en dat ik hem daarmede persoonlijk had aangevallen. Ik heb hem toen op zijne misvatting gewezen: na de vereeniging van Tongelre met Eindhoven moest de laatste rekening van Tongelre door het nieuwe gemeentebestuur van Eindhoven aan G.S. worden ingezonden. Met mijn verwijt inzake de rekening van Tongelre was ik dus bij B. en W. v. Eindhoven juist waar ik zijn moest. Iets anders ware het geweest, wanneer ik hem over de late inzending van de laatste rekening van Zes Gehuchten door het gemeentebestuur van Geldrop hard had aangevallen; dat liep in die mate de spuigaten uit, dat Fleskens op het Gouvernement kwam vragen, om deswege een boozen brief aan Geldrop te schrijven. Want wat of Fleskens persoonlijk vroeg of schreef, v. Engeland reageerde daar niet op; met een brief van G.S. was misschien iets te bereiken. Maar daarover had ik mij tegenover B. en W. van Eindhoven niet uitgelaten!

v. Engeland zeide mij toen, dat hij niet verdiende door mij zóó te worden toegesproken omdat hij als wethouder pro Deo werkte, omdat zijn wachtgeld gedeeltelijk werd ingehouden. Daarop heb ik hem geantwoord, dat het mij in hooge mate had geërgerd, dat hij moeite had gedaan om naast zijn volle salaris als wethouder van Eindhoven zijn volle wachtgeld te toucheeren; dat iedereen – behalve de Heer Van Engeland – van meening was, dat hij daarop geen recht had en niet de minste aanspraak kon doen gelden. Ik heb hem toen verzocht den burgemeester met de andere wethouders te gaan roepen, waarmede deze afstraffing van den Heer Van Engeland geëindigd was.

Het personeel van Philips voor de Gloeilampenfabriek (bron: RHCe)Het personeel van Philips voor de Gloeilampenfabriek (bron: RHCe)

Philips werkt met 7.500 menschen; wat moet het worden als die zaak eens fout loopt. Het getal werkeloozen slonk van 2.800 tot 230. Woningnood nóg groot. Gemeente bouwde 2.500 woningen; Philips 1.100. En nog zijn er 1.000 te kort. In afzienbaren tijd komt er geen nieuw Raadhuis; er moet eerst nog een nieuwe straat getraceerd worden door het daarvoor bestemde en gekochte terrein. Het aantal leden van de R.K. Volksbond liep tot 3.500 terug; het gaat thans weer in stijgende lijn. Georganiseerde socialisten zijn er 700. Maar bij de laatste verkiezing brachten zij 2000 stemmen uit. Geen armenraad; het algemeen armbestuur functioneert als zoodanig.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.