skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

De Commissaris van de Koningin over Hooge en Lage Mierde

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 31 maart 2009
bijgewerkt op 9 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Hooge en Lage Mierde te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Hooge- en Lage-Mierde

De administratie van Hooge en Lage Mierde is schandelijk verwaarloosd. Op verzoek van den burgemeester zond ik er een ambtenaar (Jansen) heen, om alles na te gaan. Deze rapporteerde mij 13 Juli 1896. Den 15 Juli schreef ik deswege aan den gemeenteraad A nr … 2de. Afd. 3de. bureau.

Den 21 Augustus 1899 bezocht ik deze gemeente; ik reed van Tilburg over Hilvarenbeek naar Lage Mierde; en vandaar over Hooge Mierde, Reusel, Bladel en Hapert en naar Eersel waar ik mijn intrek nam in het logement van Mol. Op het Raadhuis vond ik B. en W.; de wethouder Jansen woont op Hulsel; de wethouder Goudsmits was nog aanwezig, niettegenstaande men hem als lid van den Raad had laten vallen, en hij dus met September aanst. gedefungeerd had. Van de Raadsleden wonen er nu twee te Hulsel, 2 te Hooge Mierde en 3 te Lage Mierde.

De Utrechtsche Levensverzekeringbank kocht in den afgeloopen winter 700 H.A. heidegrond van de gemeente; men is voornemens ± 90 H.A. aan te leggen tot grasland; de rest zal beplant worden met naald- en met loofhout. Dit jaar had men 6 H.A. midden in de heide gewend en met boekweit, lupinen enz. bezaaid, om daardoor den grond bekwaam te maken voor kweekbedden van mast enz; de grond toonde zich erg ondankbaar; wat men gezaaid had stond zeer slecht; de droge zomer kreeg grootendeels van alles de schuld.

Als het kanaal naar den Amer tot stand mocht komen hoopte men een kanaaltje te graven vanaf de geexploiteerde gronden naar het groote kanaal. Men werkte op het oogenblik niet hard; met ± 15 man; de boeren waren nu te druk op het veld; van den winter had men ± 30 man in het werk gehad. Het grasland, dat men wil maken, moet geen weterweide worden; veeleer zal men trachten, de landen te ontwateren.

De burgemeester wilde trachten op den duur nog meer eigendommen van de gemeente te verkoopen; ik drong er op aan dat men dan de opbrengst moest besteden om te beleggen. Ik controleerde den secretaris, of hij aan mijne opmerkingen, gemaakt naar aanleiding van mijn bezoek in 1895 was te gemoet gekomen. Voor verreweg het grootste deel was daaraan met veel zorg tegemoet gekomen.

Er zijn in deze gemeente 4 coöperatieve roomboterfabrieken, nl. 2 te Hulsel, 2 te Hoge Mierde, en 3 te Lage Mierde. Het Raadhuis staat te Laagmierde. Bij het bezoek, dat ik met B. en W. aan de openbare school bracht, vernam ik, dat toen de school gebouwd werd, door een werkman een pot met gouden ducaten enz. had gevonden, ter waarde van f. 8.000. Men had nogal eens last van Belgen uit Weel en uit Poppel; deze kwamen zeer brutaal stroopen.

Den 3 April 1907 kwam ik weer in de gemeente; per tram van Eindhoven naar Reusel; vandaar per rijtuig naar Lage Mierde. Ik bezocht later nog Reusel en Bladel, en keerde vandaar per tram naar Eindhoven terug. Voor mijne audientie had zich niemand aangemeld. Wethouder Van Gestel – niet ongeschikt – woont in Hooge Mierde. Wethouder Maas, een groote schreeuwer, voorzitter van de plaatselijke afdeeling van den Boerenbond, in Hulsel.

Na het overlijden van Verhagen werd Van Vorst uit Dieden, een broer van den secretaris van Eindhoven, gemeentesecretaris van Hooge Mierde. Klasens, die de administratie nazag, deelde mede, dat Van Vorst zijne zaken netjes in orde had, evenals ook de ontvanger Goutsmits. De finantiën van de gemeente zijn zeer zorgeischend, en zullen wellicht binnenkort zorgwekkend worden.

Bij raadsverkiezingen wordt steeds gestemd, er wordt dan evenwel weinig met drank gewerkt. Men betreurt het zeer, dat de tram Tilburg-Goirle-Hilvarenbeek niet doorgetrokken wordt naar Mierde; volgens den burgemeester was er nog een kleine kans , dat zulks geschieden zou, omdat de Belgische gemeente Poppel moeielijkheden maakte over de te volgen richting op haar gebied. Zou de Vicinaux met Poppel niet tot overeenstemming kunnen komen, dan was het mogelijk, dat de richting gewijzigd werd, en dat Mierde daarin werd opgenomen.

Voor hulp van het Staatsboschbeheer bij het bebosschen van de gemeentegronden voelde men weinig. De ambtenaren van de Heide Mij. ontraden aan de gemeentebesturen het aannemen van die hulp; naar het mij voorkomt op zeer weinig aannemelijke gronden. Ik geloof, dat de Heide Mij. in het Staatsboschbeheer een gevaarlijke concurent ziet.

B. en W. sterk geadviseerd om een uitvoerig register aan te leggen omtrent de ontginning der gemeentelijke bezittingen; de burgemeester zegt mij toe, daarvoor te zullen zorgen. Men zag op tegen de kosten, welke de bepalingen van het nieuwe provinciale reglement omtrent de waterleidingen op de schouders van de gemeente legden, maar erkende toch het groote nut van die voorschriften.

De toestand van de brandbluschmiddelen is zeer gebrekkig; er is niets, als een oude kleine handbrandspuit, en dat voor drie kerkdorpen, die verre uit elkaar liggen. Er is een liefdehuis opgericht, bediend door zusters uit Schijndel; de orde heeft blijkbaar nog geene gediplomeerde onderwijzeressen; eene bewaarschool wordt er wel gehouden; er is echter nog geene bijzondere school voor meisjes opgericht.

De nieuwe bepalingen, krachtens welke door het Rijk het tuberculeuse vee wordt overgenomen, werken zeer gunstig; die ziekte neemt onder het vee sterk af. In Hooge Mierde wordt in den laatsten tijd nogal gebouwd, er verrezen eenige nieuwe boerderijen en enkele kleinere woningen; aan de bepalingen der bouwverordening wordt streng de hand gehouden. De natuurweiden, door de Mij. Utrecht aangelegd, houden zich goed; enkele zijn reeds sinds 1899 in gebruik; ze worden sterk beweid; van hooien is geen quaestie.

De Mij. Utrecht zal van de 1.400 H.A. thans ongeveer 800 H.A. ontgonnen hebben; meestal tot bosch. Er wordt met een stoomploeg gewerkt om de gronden te ploegen; meer dan ± 15 menschen heeft de Mij. niet in vasten dienst. Belgen uit Weel en Poppel komen bijna niet meer stroopen; de onbezoldigde politiedienaren van de Utrecht hebben deze Belgen een heilig respect weten in te boezemen.

Den 6 April 1911 bezocht ik Hooge en Lage Mierde en Diessen; ik reed er vanaf het station te Tilburg heen, en keerde ’s avonds via Tilburg naar Den Bosch terug. Men verlangt daar zeer naar een harden weg Lage Mierde, Hulsel, Netersel, Casteren, Hoogeloon; ik kon geen uitzicht geven op vervulling van dien wensch, en raadde, voorloopig te beginnen met een fietspad, dan kregen de menschen een kerkweg, de kinderen een schoolpad; de provincie subsidieert met 50%.

De pastoor van Hulsel klaagde op hoogen toon; hij betaalde toch belasting en had daarvoor niets; hij meende recht te hebben om geholpen te worden; wethouder Maas uit Hulsel was onbeschoft, en eischte hetzelfde; met dezelfde wenschen kwamen nog een pr bewoners uit Hulsel, die met een vrachtkar naar Tilburg reden, en het raadslid (vroeger wethouder) Leijten uit Hooge Mierde.

Ik heb getracht de Heeren aan hun verstand te brengen, dat zij onredelijk waren, door op die manier te spreken; dat de provincie onmogelijk alle klei- of zandwegen kon helpen omleggen in harde wegen; dat de provinciale finantien dienaangaande grenzen stelde, die men niet kon overschrijden; dat binnen de grenzen van de draagkracht van het provinciale budget het mogelijke werd gedaan; dat men uit den aard der zaak dáár hielp, waar met die hulp de meeste menschen geriefd, de meeste belangen bevredigd werden; dat de Staten daarvoor algemeene regels hadden gesteld, en zich uit den aard der zaak daaraan hielden; dat, wat de rechten betreft, welke de klagers meenden te ontleenen aan het betalen hunner belastingen, dat die niet groot konden zijn; dat die belastingen, voor zooverre ze door de provincie werden geheven, voor deze gemeente weinig opbrachten; dat de provincie den kostbaren weg Hilvarenbeek, Mierde, Reusel had helpen tot stand brengen, en dat de renten van het daarin gestoken kapitaal, vermoedelijk veel meer zouden bedragen dan het bedrag, dat uit de gemeente aan weggeld terugvloeide in de provinciale kas.

Ik zeide de heeren vervolgens, dat de toon, die zij aansloegen weinig bevorderlijk was om hunne wenschen ingewilligd te krijgen, waarop de pastoor van Hulsel te kennen gaf, dat de ondervinding hem geleerd had, dat hij moest “kijven” om zijn zin te krijgen; waarop ik hem heb geantwoord dat ik tal van achtenswaardige invloedrijke priesters kende, die hun invloed aan hun zacht karakter dankten, en die met een verstandig gemoedelijk woord veel verder kwamen dan anderen die meenden het te zullen winnen door op te spelen en spektakel te maken.

De wijze, waarop burgemeester Tillieu zich uitliet, voor zooverre hij mijn onderhoud met wethouder Maas bijwoonde, was mij zeer antipathiek!

Men heeft nog niets gedaan om de brandweermiddelen te verbeteren; wethouder Maas vindt het niet noodig, om uitgaven te doen ten behoeve van de brandassurantie maatschappijen! Naar men zeide laat de groei der bosschen, door de “Utrecht” aangelegd, op zeer vele plaatsen zeer veel te wenschen over; de natuurweiden doen het goed; de rogge (in 1910 ± 100 H.A.) groeit ook nogal goed, maar alles gebeurt machinaal, o.a. ook het dorschen op het veld, en daarmede gaat zeer veel verloren, doordat met alles zoo ruw wordt omgegaan. Er zullen 10 menschen vast werk vinden op “de Utrecht”; zij wisselen echter zeer dikwijls, doordat de Maatschappij tot nu toe de kunst niet verstond, de menschen aan zich te binden; hetzelfde zou gezegd moeten worden van de bedrijfsboeren; ook deze blijven in den regel niet lang.

Den 2den Juni 1916 bezocht ik per auto vanuit Den Bosch de gemeenten Hooge en Lage Mierde en Diessen. Mijn gesprek met B. en W. liep weer voor een groot deel over de verharding der wegen Lage Mierde-Hulsel-Netersel-Casteren-Hoogeloon. Ik heb de Heeren gezegd, dat de Staten zeker den verlangden weg zullen helpen in orde brengen, mits de belanghebbende gemeenten het maar eens kunnen worden over de richting; deze aangelegenheid had zelfs gedurende een pr jaren op de agenda van de Staten gestaan; in afwachting dat de betrokken streek een bepaald voorstel omtrent de richting zou doen, was zij voorloopig van de agenda weer afgevoerd. Naar mij bleek, bestaat er voorloopig nog niet veel kans, dat de Heeren het samen eens worden.

Wethouder Maas uit Hulsel, die weer het hoogste woord voerde in onaangenamen toon, kreeg eene zeer ernstige reprimande van den wethouder Van Gestel uit Hooge Mierde. Men was nl. van plan geweest eene stoomzuivelfabriek op te richten voor Reusel, Hulsel, Hooge en Lage Mierde. Ten slotte was Hulsel plotseling afgevallen en had Reusel medegesleept: beiden gingen over naar de stoomzuivelfabriek te Bladel. Van Gestel beweerde op goede gronden, dat de 4 kerkdorpen eigenaardig bij elkaar hoorden, en dat Maas verkeerd gehandeld had, door naar Bladel over te loopen. Maas schreeuwde wel hard, maar bracht tot zijn verdediging niet veel zaaks bij.

Hooge en Lage Mierde gaan thans tesamen een stoomzuivelfabriek oprichten: het daarvoor benoodigd terrein is reeds aangekocht; het ligt half weg tusschen de beide dorpen in. De melk van 800 koeien zal daar bereid worden.

De ontginning van “de Utrecht” zag er thans veel beter uit dan voor 5 jaar; ik telde in een stukje mooie natuurweide vlak langs den weg 50 prachtige beesten. Men schijnt langzamerhand, nu de gronden ongeveer alle aangelegd en in cultuur gebracht zijn, de eigen exploitatie te willen verlaten, en over te willen gaan tot verhuring der landerijen. De konijnen richten groote schade aan; men kan ze niet baas worden; in den winter 1915/1916 werden er 15.000 opgeruimd.

Den 24 Augustus 1920 kwam ik weer in de gemeente. Ook hier brachten de verkiezingen van 1919 twee nieuwe Raadsleden, waaronder een arbeider (sigarenmaker); vier raadsleden wonen thans in Lage Mierde, twee in Hooge Mierde en een in Hulsel (wethouder Maas).

Ook deze gemeente wil het liefst zelfstandig blijven; met een zuinig beheer hoopt men er te kunnen komen; hoofd. omslag 3%. De uitgestrekte bezittingen van gemeente brengen nog maar weinig op. Men heeft zich thans tot Staatsboschbeheer gewend, dat een plan maakte voor de exploitatie van ± 300 H.A.; 150 H.A. bosch, de rest bouw en weiland.

Men is zeer dankbaar voor het Statenbesluit in zake de verharding van wegen; daardoor zal Hulsel uit zijn isolement worden opgeheven. Als het Rijk nu maar spoedig de 40% voteert, dan kan met den aanleg begonnen worden.

Men moet in Hooge Mierde eene nieuwe openbare school met 3 localen stichten; wat zal die wel kosten! Men hoopt op een zeer ruim Rijkssubsidie. Door de vele ontginningen is het afvoervermogen van vele waterleidingen te gering, langer dan één dag schieten de langsliggende terreinen tot nu toe niet onder water.

De sigarenindustrie gaat slecht; gemeente kreeg de zorg voor 54 “uitgetrokken” sigarenmakers; Van Puyenbroek stelde hen grootendeels te werk; voor gemeente blijven er op dit oogenblik nog 4 over. Het gaat den grooteren boeren vrij goed; den kleineren minder. Op de Boerenleenbank is 5 ton geplaatst. Er is nog geen stoomzuivelfabriek: in Hooge Mierde is nog een handkrachtfabriekje; in Lage Mierde eveneens. De melk van Hulsel gaat naar de stoomzuivelfabriek te Bladel. Er zijn meer dan 1.000 koeien.

Men vreest, dat de grensbewaking niet voldoende is om het binnensleepen van de veepest uit Belgie te keeren. Het vee is in België veel goedkooper dan in ons land; door de bosschen van de “Utrecht” moet het niet moeielijk zijn, vee uit Belgie binnen te smokkelen.

De locaalspoorwegplannen zijn voor Mierde veel te duur; zouden f. 155.000 kosten. Men zou echter zeer gaarne eene tramverbinding zien van Esbeek met Reusel; daarmede zou men buitengewoon goed gesteld zijn.

Den 12 Augustus 1924 kwam ik weer in de gemeente. Ter voorziening in den woningnood werd niets gedaan. Later werden met Rijkspremie 16 woningen gebouwd. Thans voorziet het particulier initiatief weer voldoende in de behoefte; op het moment zijn 13 woningen in aanbouw.

Hoewel er geen partijschappen in de gemeente zijn werden er twee raadsleden afgestemd. De raadsleden wonen goed over de gemeente verdeeld; ieder kerkdorp heeft het getal Raadsleden waarop het recht heeft.

De lang gewenschte kunstweg Bladel-Hulsel-Mierde is aanbesteed voor f. 238.000. Voor kosten van het plan van den weg (opzichter Coenen ruim f. 4.000) en het aankoopen van stukjes grond komt daar ± f. 7.500 bij. Daarin betaalt Mierde 5/8 + 5% van 5/8 van de aannemingssom. Het Rijk betaalt 40%, de provincie 55%, zoodat 5% ten laste van de gemeenten blijft. In het oorspronkelijke plan was opgenomen een stukje verbindingsweg met Hooge Mierde. Door het Rijk werd dat stukje weg geschrapt. Men zou dat stukje weg toch gaarne leggen, om de vele langswonenden aan een harden weg te helpen. Men hoopt, dat de Provincie haar subsidie 55% voor dat stukje weg zal handhaven; dan wil Mierde de tekort komende 45% betalen. Geraden zich deswege, uiterlijk in Maart aanst. met een request tot de Provinciale Staten te wenden.

Men heeft nog zijn best gedaan om van het Rijk geld los te krijgen voor de stichting van boerderijen in de gemeenteheide. Men was met zijne aanvrage helaas te laat. Met het Staatsboschbedrijf werd een contract gesloten tot bebossching van 360 H.A. Het oorspronkelijke plan, dat een gedeelte zou worden ontgonnen tot bouw en weiland ging niet door.

Nu Bladel en Reusel geëlectrificeerd worden, wenscht Mierde desgelijks te doen; men heeft reeds de toezegging van 140 aansluitingen. Men heeft geen bezwaar tegen het nieuwe waterschap van de Dommel, wanneer de Aa en de Belevensche loop door dat Waterschap geveegd worden. Dat geschiedt tot nu toe niet, zoodat de gemeente de kosten van het vegen moet dragen terwijl bovendien de waterschapslasten aan het Waterschap moeten worden voldaan. Dit nu acht men onbillijk.

In gemeente zijn twee sigarenfabrieken met samen 100 sigarenmakers. Het gaat met die fabrieken op en af; thans werkt alles; in den tijd van de grootste werkeloosheid had gemeente de zorg voor 53 werkeloozen. Toekomst ziet men niet meer in het sigarenmakersvak, boerenzoons willen geen sigarenmaker meer worden.

Drie Boerenleenbanken; voor elk kerkdorpje één. Te samen bedragen de belegde gelden Hooge M. 167.000 + Lage M. 130.000 + Hulsel 50.000 = f. 347.000. Daarvan is weer 35.000 + 30.000 + 20.000 = f. 85.000 in de gemeente geplaatst. Geen stoomzuivelfabriek; de melk uit Hooge en Lage Mierde gaat naar de melkinrichting te Tilburg.

De gronden van de Utrecht worden voor een groot deel als boerderijen verhuurd. De konijnen doen op het oogenblik weinig schade. Maar van het jaar werd voor het eerst de jacht verhuurd. Eene groote toename van de konijnenschade moet daarvan het gevolg zijn. Twee onderwijzers hebben landbouwakte; landbouwonderwijs wordt geregeld gegeven. Het eenstemmig oordeel van B. en W. was, dat het den boeren goed gaat.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.