skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

De Commissaris van de Koningin over Oeffelt

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 1 april 2009
bijgewerkt op 2 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Oeffelt te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Oeffelt

Den 11den. Augustus 1897 bezocht ik deze gemeente; ik reed van Beugen-Kruispunt naar Beugen, vandaar naar Oeffelt, vervolgens naar Haps en eindelijk naar Cuijk. Op de grenzen van Beugen en Oeffelt vond ik eene talrijke eerewacht, die mij naar de gemeente geleidde; op de grens van de kom sloot zich daarbij eene harmonie aan. Op het Raadhuis vond ik den burgemeester met zijne wethouders. De burgemeester is gehuwd met eene dochter (de eenige dochter) van den vroegeren burgemeester Geurts. De wethouder Haerkens is zijn oom, tevens een erfoom, daar hij ongehuwd is. Ik geloof, dat beiden er zeer goed bij zitten.

Bij de laatste verkiezing behoefde er geen stemming plaats te hebben; wel een bewijs voor de goede verhoudingen in die gemeente. Wat een verschil met de groote moeilijkheden tijdens burgemeester Geurts van 1875 tot 1879, toen er verkiezingen plaats hadden, welke aan elk der twee strijdende partijen ± f. 3000.- kostten! De geestelijkheid klaagde op mijne audientie, dat zij zoo weinig geld van de schatrijke boeren kon los krijgen. De pastoor zeide, dat de boeren hier van Kleef komen (en dus zeer behoudend waren), en niet van Geffen (geven; de goedgeefsheid der boeren in Noord-Brabant heeft hen spreekwoordelijk gemaakt). Er is geen enkel protestant in heel Oeffelt; op de school wordt gebeden en zelfs de catechismus door den meester geleerd, volgens het getuigenis van den pastoor!

Het raadhuis te Oeffelt (BHIC JosPé Arnhem)Het raadhuis te Oeffelt (BHIC JosPé Arnhem)

Na de audiëntie ontbeet ik op het raadhuis, een broodje met een kop koffie, en werd daar bediend door de dochter van den secretaris van Veghel. Ik werd bij mijn vertrek weer uitgeleide gedaan door harmonie (tot grens van de kom), en door eerewacht (tot grens van de gemeente). De lokaliteit van het raadhuis is zeer goed; boven raadhuis, onder veldwachterswoning. De gemeente Oeffelt is eigenares van den tiend te Oeffelt; zij kocht dat tiendrecht, niet om den tiend op den duur af te schaffen, maar als geldbelegging. Het schijnt, dat zich bij de inning nog nooit bezwaren hebben voorgedaan.

Bij mijne komst te Oeffelt stonden er drie bruidjes, waarvan de kleinste een bouquet voor mij had, terwijl het oudste een dochtertje van den burgemeester, een vers moest opzeggen, waarin zij wanhopig bleef steken. De administratie van den gemeenteontvanger was in goede orde; boeking der hondenbelasting geschiedde rechtstreeks in het journaal bij collectieve posten. Ook ter gemeentesecretarie zag alles er vrij goed uit; in het bevolkingsregister had nog geen af- en inschrijving plaats gehad, noodig geworden door het laatste huwelijk. De inkwartieringslijsten waren in de laatste jaren niet herzien, naar men beweerde wegens het uitblijven der opgaven van den betrokken Rijksontvanger. De politieverordening dagteekent van 1865!

Den 2 Mei 1902 kwam ik weer in de gemeente. Ik reed van Cuijk over Haps, St. Hubert, Wanroij en St. Anthonis naar Boxmeer, alwaar ik ontbeet in het nieuw gebouwde logement van Esser; vandaar reed ik over Beugen naar Oeffelt, en vervolgens over Haps weer naar Cuijk terug. Ik vernam van B. en W. dat er groote ruzie is in de gemeente; in 1901 werden 2 raadsleden (Remmen en De Bruijn) uit den Raad gegooid; het volgende jaar (1903) zijn de burgemeester, en wethouder Haerkens aan de beurt. Zij verwachten niet anders, dan dat zij als raadsleden vallen. Leider van de beweging is het raadslid Mooren, een neef van den burgemeester van Haps; hij heeft overal veel invloed, doordat hij zal gaan trouwen met eene dochter van den steenfabrikant Botermans uit Gilze. Gezegde Botermans heeft eene fabriek onder Oeffelt, gelegen bij Beugen-Kruispunt; de werklieden aan die steenfabriek met al hun aanhang zijn nu op de hand van Mooren, en beheerscht deze daardoor de gemeenteraadsverkiezingen, in 1903 wordt Mooren baas, en tevens wethouder v. Oeffelt.

Zoowel burgemeester Haerkens als Mooren moeten Oom zeggen tegen den ouden burgemeester Mooren te Haps; ze moeten van hem erven. De moeder van Mooren is eene Juffrouw Jansen, uit het groote logement in Venray. Zij is weduwe en heeft in Oeffelt een herberg, een landbouwbedrijf en eene boomkweekerij. Ze heeft acht groote kinderen; eene van deze was behulpzaam in het hotel van hare grootouders Jansen te Venray, en bediende daar den rijksontvanger zoo goed, dat deze haar trouwde; die ontvanger is thans te Wernhout; een zoon moet geestelijke worden; een zoon helpt als brouwer zijn oom, den burgemeester van Haps; een zoon is het bovengenoemde raadslid, leider van de oppositie tegen B. en W.; verder zijn er eenige groote meisjes thuis, die bij verkiezingen nog beeter zijn, dan haar broeder.

De veldwachter krijgt eene gratificatie; de burgemeester zal zorgen, dat deze bij het tractement wordt gelegd. In Oeffelt zijn twee exportslagerijen van Schurink en van Wientjes, die op Duitschland handel drijven; in 1901 slachtten ze te samen 5.500 varkens; in Maart 1902 slachtte de eene firma 43 runderen en 16 kalveren. De armen hebben het tot nu toe in Oeffelt vrij goed; men vreest echter, dat zulks op den duur niet zoo zal blijven, nu de fabriek van Botermans in de gemeente kwam; daar verdienen de arbeiders wel goed loon, maar sparen doen ze geen van allen.

Op mijne audientie verscheen J.Th. Jansen, hoofd der school; deze is goede vrienden met den burgemeester, en werkt gedurende zijne vrije uren op de secretarie; Mooren c.s. nemen hem dat kwalijk. Hij wordt daardoor in den partijstrijd betrokken. Ik raadde hem, toch vooral voorzichtig te zijn, en buiten en boven de partijen te blijven, opdat zijn school geen schade zoude lijden; ik zeide hem, dat het politiek kon zijn, dat hij bij de raadsverkiezing niet ging stemmen, en alzoo buiten den strijd bleef; recht om te stemmen had hij natuurlijk wel, en rechtens kan de partij Mooren er niets van zeggen, als hij van zijn kiesrecht gebruik maakte. Th. Jansen kwam klagen over een voetpad; G. Bax over schade door kwelwater. Ik besprak een en ander met B. en W., en vernam, dat ze niet geholpen konden worden.

Den 15 Maart 1905 kwam ik weer in Oeffelt. Ik reed er vanuit Cuijk heen; denzelfden dag bezocht ik Beugen en Boxmeer, en keerde vanuit deze laatste plaats per spoor naar Cuijk terug.

Ik verleende audientie aan Th. Jansen, wonende vlak in de buurt van het Raadhuis. Hij klaagde over de baldadigheid van de Oeffeltsche jeugd. Het was zoo erg, dat de Pastoor op Zondag tot half twee de kerk moest sluiten, omdat de kinderen de vrouwen molesteerden, die den Kruisweg kwamen bidden, en dat de kinderen in de kerk zelfs hunne behoefte kwamen doen. Toen ik B. en W. daarover onderhield, deelden deze mij mede, dat er ’s avonds geen herhalingsonderwijs kon gegeven worden, omdat dan de kinderen, vóór zij weer tehuis waren, zooveel straatschenderij bedreven. Daarover heb ik den burgemeester zeer ernstig de les gelezen, en tevens den veldwachter de wacht aangezegd, dat, wanneer niet aan al die schandalen een eind werd gemaakt, hij geen veldwachter in Oeffelt zou kunnen blijven.

De leden van den Raad wonen over de heele gemeente verdeeld, 1 woont op “de Houw”; 1 in het dorp; 1 in het Kevelaarsveld; 1 in den Molenhoek; 1 te Hoogeind; 1 op den “Hoogen Hoek”; terwijl er 1 vacature is. Bij de inlijving in 1810 van Oeffelt bij Pruissen ging het archief naar Cleve; en later vandaar naar Gennep en naar Nijmegen. B. en W. sterk op het hart gedrukt, om een staat van gemeente eigendommen aan te leggen, waarin alle kleine bijzonderheden omtrent cultuur, exploitatie, opbrengst enz. worden opgeteekend. In den genees- en verloskundigen dienst wordt voorzien door Dr. v.d. Dries uit Cuijk. Uit nood geslacht vee wordt, alvorens het vleesch in consumptie gebracht wordt, gekeurd door Heynen, veearts te Boxmeer.

Voor overtreding der leerplichtwet behoefde nimmer een proces-verbaal te worden opgemaakt. Herhalingsonderwijs werd aanvankelijk gegeven; nu heelemaal niet meer, omdat de jongens, vooral die uit de buurt van Kruispunt Beugen, zoo baldadig waren. Op de steenbakkerij van Botermans wordt jaarlijks 4 ½ millioen steen gemaakt. De steen, die Botermans te Udenhout maakt is beter; daar wordt echter niet zooveel steen geproduceerd als te Oeffelt. Voor den steenoven te Oeffelt wordt de leem gehaald uit “de Vilt”; die leem zou voor klinkers uitstekend geschikt zijn. Botermans vermengt echter die leem met gewonen grond, om daaruit zijn steenen te bakken. Er zijn in Oeffelt drie exportslagerijen, nl. die van Verschuren en die van Jilissen, die varkens slachten voor export naar Duitschland, en die van den Israeliet “de Wijze” uit Beugen, die wekelijks bij Wientjes in Oeffelt 8 stieren en 50 varkens voor export naar Duitschland slacht.

De vrede in Oeffelt schijnt hersteld: wethouder Haerkens is overleden; in zijn plaats werd Geurts lid van den Raad en Mooren wethouder. Nu Mooren wethouder is, heeft deze geen reden meer om verder te agiteeren; bij zijne periodieke aftreding als raadslid in 1903 werd burgemeester Haerkens bij enkele candidaatstelling als zoodanig herkozen. Burgemeester Haerkens erfde van zijn oom, den wethouder Haerkens; dientengevolge moest hij bedanken voor de betrekking van gemeentesecretaris. De boerderij, welke hij van zijn oom erfde, nam hem te veel tijd in beslag, dan dat hij nog gemeentesecretaris kon blijven.

Foto van het dorp, met links de boerderij van Mooren en in het midden de boerderij van Remmen, ca. 1910 (J.J. Ensing)Foto van het dorp, met links de boerderij van Mooren en in het midden de boerderij van Remmen, ca. 1910 (J.J. Ensing)

De wethouder Mooren is nog bij zijne moeder tehuis; van een huwelijk met juffrouw Botermans schijnt niets te zullen komen. De burgemeester van Oeffelt maakt een bedroevenden indruk; hij is wel de meest onbeduidende persoonlijkheid, die men zich kan denken. Den 14 April 1909 kwam ik weer in Oeffelt; ik ging er via Boxtel heen; bezocht vervolgens nog Haps, en keerde toen via Boxtel – ’s Bosch naar huis terug. Ik verleende audientie aan Geurts, een zwager van den burgemeester Haerkens; hij wil een voetpad van den legger laten afvoeren, om een stuk land vrij te krijgen. Aan B. en W. ontraden, Geurts in deze ter wille te zijn. Vervolgens aan Bloemers; deze werd gecallengeerd, omdat hij over eens anders pad liep; door den kantonrechter werd hij vrijgesproken, nadat hij door getuigen bewezen had, dat het voetpad een openbaar voetpad was. Aan B. en W. geraden, het questieuse voetpad op den legger te brengen. En eindelijk aan Willems, die wilde, dat gemeente eene kwelkade en een stuk weg beter zou onderhouden. Aan B. en W. de behartiging van zijne belangen aanbevolen.

Er is slechts één Protestantsch gezin in de gemeente; een commies, pas gehuwd. Ook thans nog wordt op de openbare school gebeden en catechismusles gegeven. Het hoofd der school Jansen heeft de gemeente met der woon verlaten; zijn opvolger heeft meer invloed op de kinderen; deze zijn niet meer zoo lastig en ondeugend. Er wordt thans weer herhalingsonderwijs gegeven aan 12 kinderen. Baldadigheden komen niet meer voor. De oude ongeschikte veldwachter werd vervangen door een jongen geschikten man, een gewezen marechaussee; ook die persoonswisseling werkte gunstig op het gedrag der jeugd.

Er is nog geen staat omtrent de exploitatie der gemeentelijke bezittingen aangelegd; daarover aan den burgemeester mijn ongenoegen betuigd, en aan den secretaris vriendelijk verzocht, zoo’n register aan te leggen. Het onderhoud der waterleidingen geschiedt nog steeds volgens de vroegere voorschriften door de gelanders; B. en W. gaan nog schouwen; ook daarover den burgemeester de les gelezen. De burgemeester maakt mij een ellendigen indruk; hij is geen knip voor zijn neus waard.

Wethouder Mooren is nog steeds ongehuwd en bij zijne moeder tehuis; van een huwelijk met juffrouw Botermans uit Gilze is geen sprake meer. Wethouder Laarakkers is oud en ziek; hij was niet naar het Raadhuis gekomen. De toestand van de armen blijft gunstig; broodsgebrek wordt door niemand geleden; bij eene bedeeling kunnen de armmeesters niet meer dan 7 brooden kwijt raken.

Burgemeester M.A. Haerkens, 1888-1918Burgemeester M.A. Haerkens, 1888-1918

Den 18 April 1913 bezocht ik, na in Cuijk geweest te zijn, per auto de gemeente Oeffelt. Burgemeester Haerkens maakt ook thans weer den indruk van een zachtmoedig man, van wien niet de minste kracht uit gaat, en die absoluut niet opgewassen is tegen zijne beide lastige wethouders. Daaraan meen ik het te moeten toeschrijven, dat er in Oeffelt zoo veel niet goed gaat, dat er zooveel partijschap heerscht.

Bij de aanstaande raadsverkiezing zal er weer druk gestemd worden; naar het heet, zou de mindere stand opgezet worden door hen, die met den loop der zaken niet tevreden zijn. Om de scherpe concurrentie der 5 bakkers is de verordening op de broodzetting hard nodig. In Gennep zou veel oud archief van Oeffelt zijn; het zou sterk beschadigd zijn door de muizen; ook in Kleef zou veel oud Oeffeltsch archief zijn. Geraden, dat men moest trachten het naar Oeffelt terug te brengen; men kan niet weten, welke oude stukken later voor gemeente van groote waarde zullen blijken te zijn.

Met de Heeren lang geredeneerd over het in orde brengen van de Oeffeltsche Raam; hen sterk aangeraden, om toch mede te werken om tot verbetering te komen door eene Commissie, als voor de andere Raam zoo gunstig werkt. Het door de Heide Maatschappij opgemaakte plan tot verbetering zal f. 28.000 kosten. Wordt dat door de gezamenlijke gemeenten uitgevoerd, dan heeft men kans op een beduidend provinciaal subsidie; zou er echter een waterschap opgericht moeten worden, dan heeft men daardoor groote kosten, terwijl de kansen op een provinciaal subsidie gelijk nihil zijn.

Steenfabriek Botermans werkt druk; maakt jaarlijks 4 à 5 millioen steen; alles gaat gemakkelijk weg. In “de Vilt”, die groote plassen in de buurt van station Kruispunt Beugen, zit prachtige leem; de steen, die daarvan gebakken wordt is uitstekend; de steen, die van andere grondstof gemaakt wordt, is zeer poreus en niet veel waard.

Den 16 Augustus 1918 bezocht ik per auto vanuit Cuijk de gemeenten Oeffelt, Haps en Cuijk.

Burgemeester Remmen is juist geïnstalleerd als opvolger van burgemeester Haerkens, dien ik gedwongen had ontslag te vragen, wegens ergerlijke overtreding van de distributiewet. Ik heb met B. en W. zeer ernstig gesproken over de bestaande partijschappen, gevolg van allerlei persoonlijke rancunes.

Zoo verweet ik wethouder Haerkens, dat hij voorjaar 1917 als wethouder bedankte bedankte, om het raadslid Gerrits, die landstormplichtig was geworden, een wethouderszetel te verschaffen en daardoor tevens van den landstormplicht vrij te maken; en dat hij najaar 1917 den medewethouder Mooren wipte, en in diens plaats weer wethouder werd. Zulke handelwijzen moeten kwaad bloed zetten; aangewezen was het m.i. geweest dat Mooren wethouder was gebleven; en dat Gerrits zijn wethoudersplaats had afgestaan aan Haerkens, zoodra hij die niet meer noodig had om van landstormplicht vrij te zijn. Het spreekt toch van zelf, dat Mooren in 1919 alles er op zal zetten, om de verloren plaats te herwinnen!

Sterk er voor gepleit, er toch toe mede te werken, dat de Oeffeltsche Raam ook onder Oeffelt wordt in orde gebracht, schoren en duikers naar behooren worden verbreed en verruimd. Den veldwachter, over wien tijdens burgemeester Haerkens ernstige klachten inkwamen, onder handen genomen; hij moet zich buiten de plaatselijke ruzies houden; hij mag ook niet verdacht worden, te heulen met de smokkelaars.

Gemeente onderhoudt thans alle waterleidingen. B. en W. gaan dus niet meer schouwen.

Bij de Raam heeft Oeffelt volgens B. en W. geen belang; Oeffelt ligt hoog; de Raam maakte eene zeer diepe insnijding in het terrein. Als de Raam wast, dan inundeeren slechts zeer enkele Hectaren van Oeffelt, terwijl heel Rijkevoort dan al onder water staat. Door de kleine menschen in Oeffelt werd reusachtig gesmokkeld; hun moreel is daardoor sterk gedaald.

Burgemeester C. Remmen, 1918-1952Burgemeester C. Remmen, 1918-1952

Den 29 Mei 1922 bezocht ik vanuit Cuijk de gemeenten Cuijk, Oeffelt en Beers. Onder burgemeester Remmen gaat het blijkbaar in Oeffelt veel beter dan onder diens voorganger Haerkens. Naar het schijnt behooren de ruzies en partijschappen vrijwel tot het verleden. Er kwamen bij de laatste Raadsverkiezing twee nieuwe Raadsleden, omdat 2 der vroegere leden zich niet herkiesbaar hadden gesteld: Wethouder Gerrits verliet de gemeente, burgemeester Haerkens wilde niets meer met gemeentebestuur te maken hebben.

De rozenkweekers Verschuere uit Haps hebben hunne zaken gesplitst: twee bleven in Haps; twee hebben eene kweekerij van 8 H.A. in Oeffelt; een exploiteert 6 H.A. rozen in Cuijk. Afgesneden rozen met langen stengel gaan naar Parijs; struikrozen gaan naar Engeland, Spanje en Amerika; de kweek van stamrozen heeft niet veel om het lijf.

Er kwam een hoofd der school met landbouwakte; op advies van inspecteur Klerx werd in zijne instructie bepaald dat hij buiten Oeffelt geen les mag geven. Voor een landbouwcursus van 144 uur per jaar maakt hij f. 660; bovendien f. 100,- van het Rijk voor zijne landbouwakte. Burgemeester heeft voor enkele maanden in Cleve gezocht naar oud archief van Oeffelt; hij vond daar niets; men dacht in Cleve, dat het in Dusseldorf zou zijn.

Van het weiland van de gemeente is 30 H.A. uiterwaard; een pr. H.A. zijn goed, de rest is niet veel waard: kiezel en zand; Maasslib komt er nooit over heen. Geen armoede dat naam heeft; er zijn drie werkeloozen geweest; B. en W. meenen, dat die wel zoo wilden; ze stonden bekend als luiaards. De steenfabriek van Botermans bracht tot nu toe niet veel armoede in Oeffelt. Botermans kan zijn steen niet kwijt; hij heeft er nog wel 5 millioen staan. Steen die uit leem van de Vilt gemaakt wordt, is uitstekend.

Over veldwachter heeft men thans geen klachten; hij houdt zich buiten de plaatselijke ruzies; er wordt niet meer gesmokkeld, zoodat hij niet meer meer met de smokkelaars kan heulen, zooals men vroeger van hem dacht. Het moreel van de bevolking moet weer vrij goed zijn. Van de omstandigheid, dat wethouder Mooren 25 jr. Raadslid was, maakte de Raad gebruik, hem in eene feestvergadering te eeren.

 

 

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.