skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

De Commissaris van de Koningin over Wanroij

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 2 april 2009
bijgewerkt op 9 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Wanroij te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Wanroij

Den 12den. Augustus 1897 bezocht ik deze gemeente; ik reed van Beugen-Kruispunt over Haps, St. Hubert naar Wanroij, vandaar naar Mill, vervolgens naar Beers, toen naar Groot Linden, naar Klein Linden, en ging ik te Katwijk op den trein. Op de grenzen van Wanroij en Mill vond ik een eerewacht van 60 paarden onder Laarakkers, benevens den burgemeester Hendriks.

Ik nam den burgemeester in mijn rijtuig, en zoo ging het naar Wanroij. Het gemeentehuis was netjes versierd; alvorens daar echter aan te komen voegden zich in den stoet eene mannenzangvereeniging en de schoolkinderen met vlaggetjes enz.

Hoewel er eene bijzondere school is voor meisjes, waren die meisjes toch onder de leiding van het hoofd der openbare school; deze was nl. dagelijks met zijne jongens naar de bijzondere school gegaan, om aan al de kinderen te zamen een lied te leeren zingen, een toepasselijk vers op eene bekende wijs. Op mijne audientie verscheen niemand dan de pastoor met zijn kapelaan; ik hoorde van hen niets bijzonders.

Met de wethouders (Smits en Geene) maakte ik met genoegen kennis. Wanroij is eene landbouwende gemeente met ijverige brave bewoners. De grond behoort aan de ingezetenen; van de 205 huishoudens wonen er 203 “op hun eigen”. De menschen zijn doodeenvoudig gebleven, daardoor is het hun betrekkelijk goed blijven gaan; de commandant van de eerewacht, Laarakkers, werd mij genoemd door den burgemeester als iemand, die zeker anderhalven ton rijk was; toch was hij uiterlijk een doodeenvoudige boer met een hoogen hoed van het jaar nul enz.

De burgemeester vertelde, dat die Laarakkers, als hij naar een markt ging, niet meer verteerde dan een eenvoudigen boerenknecht. In de gemeente verteerde hij op een jaar zeker geen gulden. Zooals Laarakkers was, zoo waren allen. De zangvereeniging bijv. (bestaande uit meer en min gegoede boerenzoons) had een locaal in een herberg gehuurd, om te repeteeren; ze betaalden daarvoor f. 20,-, waarvoor de kastelein ook nog vuur en licht beschikbaar moet stellen. Op boete waren de leden verplicht om niets te gebruiken.

Installatie burgemeester P. Hendriks in maart 1895. Burgemeester Hendriks, de wethouders Smits en Geene en de raadsleden op het bordes van het versierde gemeentehuis (Fotostudio Jan Waarma)Installatie burgemeester P. Hendriks in maart 1895. Burgemeester Hendriks, de wethouders Smits en Geene en de raadsleden op het bordes van het versierde gemeentehuis (Fotostudio Jan Waarma)

De boerderijen zijn van 8 tot 10 H.A. groot, half bouwland, half weiland; de boeren hebben 14 stuks vee, waarvan 5 melkkoeien; 1 tot 2 paarden. Door hunne eenvoudige levenswijze waren zij op die kleine boerderijen rijk geworden; er waren er heel wat, die meer dan een ton bezaten. De boter uit Wanroij heeft een buitengewoon goeden naam; er is geen boterfabriek. De boeren brengen al hun boter op de botermijn te Mill en bedingen daar bij de Belgische kooplui 2 á 3 cent meer dan de beste fabrieksboter kan gelden.

De jacht op de gronden van de gemeente is door de gemeente aan den arme afgestaan; deze verpacht die jacht te eigen bate; laatstelijk voor f. 110,- in drie jaren (dus ± f. 36 ’s jaars). Aangezien hiervan uit begrooting noch rekening iets blijkt, heb ik hierop aanmerking gemaakt; m.i. moet de gemeente verpachten; het bedrag in de rekening in ontvang brengen, en later weer in uitgaaf als subsidie aan het armbestuur.

De burgemeester woont te Wanroij in het raadhuis; het onderhuis is aan den meester ter bewoning afgestaan. Van dezen heeft weer de burgemeester 2 kamers gehuurd. Ik kreeg te Wanroij een bouquet, een paar bruidjes strooiden enz. Bij mijn vertrek moest de heele stoet een toertje door de gemeente doen; het zou maar 5 minuten duren; het duurde echter ruim 20 minuten. Daardoor was mijn heele dag in de war en kwam ik overal te laat.

De ontvanger boekte de ontvangsten en uitgaven alleen met aanduiding van de maand waarin, niet met aanduiding van den dag waarop zij geschied waren. De secretaris had de witte vakken in de akten van den burgerlijken stand niet aangestreept; het register van aangiften en beschikkingen volgens de hinderwet was niet in orde.

Den 30 Mei 1902 kwam ik weer in de gemeente. Ik reed van het station te Veghel naar Uden waar ik ontbeet in het hotel de Korenbeurs van de weduwe Terneuzen. Vandaar ging ik over Zeeland en Mill naar Wanroij, om ten slotte te Mill weer den trein naar Den Bosch te nemen. Audientie verleend aan Pastoor Glaudemans en aan diens kapelaan v.d. Vaart; beide zijn van ’s Bosch geboortig. Glaudemans komt uit een klein kroegje te ’s Bosch, en hielp daar vroeger bedienen.

De bevolking blijft steeds zeer eenvoudig, behalve op één punt: er zijn zeker 80 fietsen in de gemeente. Het gaat den menschen te goed; ze kunnen niet trouwen. Als er toevallig eens een boerderij open komt, dan wordt voor de perceelen verre boven de waarde geboden door de belendende eigenaren; daardoor gaan de perceelen boven de massa. Ieder koopt het stuk, dat hem gelegen ligt; het huisperceel wordt dan afgebroken. Daardoor is voor jonge menschen geen gelegenheid om te beginnen; als ze trouwen, vestigen ze zich in naburige gemeenten, vooral in St. Anthonis. Arbeiders zijn haast niet te krijgen; voor dorschen, grasmaaien enz. enz. worden veelal machines gebruikt.

Geen Boerenleenbank; is ook niet noodig. Geld gaat naar Rijkspostspaarbank en wordt dan belegd op hypotheek. Geen coöperatieve roomboterfabrieken; reeds lang vóór de oprichting daarvan hadden de meeste boeren reeds eigen centrifuges.

Bij beweiding van het gemeentebroek worden de niet ingezetenen uitgesloten; dit is om de kleine boeren te laten profiteeren; die zouden anders niets krijgen, of wel veel te duur. Als de gemeente soms een stukje broekgrond verkoopt, wordt van f. 500 tot f. 1.000 per H.A. betaald voor grond, die woest ligt, en waaraan groote kosten gemaakt worden, om die in cultuur te brengen. De gemeente heeft nog 240 H.A. broekgrond. Verder nog veel heide. Alle jaren wordt een perceel tot mastbosch aangelegd; al naarmate er arbeiders te krijgen zijn is het grooter of kleiner.

Op advies van de Heide Maatschappij heeft men dit jaar bij het planten van mast, voor het eerst gebruik gemaakt van kunstmest 1.000 K.G. Thomas slakkenmeel (voor f. 20,-) en 200 K.G. gebluschte kalk (voor f. 9,-) per H.A. Slaagt die proeve, dan doet men in het vervolg altijd.

Op de dammen tusschen de broekgronden is de gemeente in den lateren tijd begonnen canada’s te planten; daar zullen er nu ± 2.000 staan. Over 10 jaar kunnen de oudste gehakt worden, en kunnen dan eene waarde hebben van f. 8,-. Op de overige bezittingen zal de gemeente nog 400 canada’s en 100 eikenboomen hebben.

In het Broek zit nogal ijzererts. Omstreeks 1870 is er nogal wat uitgehaald. Men had toen een tramspoor gelegd van de Maas naar het Broek, om het erts te vervoeren. Destijds werd voor die erts niet heel veel geld betaald: f. 100 per H.A. Nu is het duurder: dezer dagen werd onder Mill f. 3.000 betaald, om uit 2 H.A. de erts te mogen delven.

Leden van den Raad wonen over de heele gemeente verspreid; er wordt altijd trouw gestemd; met drank wordt bij verkiezingen nooit gewerkt. Men heeft groote bezwaren tegen een waterschap van de Raam; men heeft bij een behoorlijk onderhoud van de Raam weinig of geen belang. De tegenwoordige gemeentelijke regeling is veel beter, met de burgemeesters van Beers, Grave en Mill als uitvoerend Comité. Een voorzitter van dat uitvoerend Comité, in de plaats van den overleden secretaris van Beers (Cuppen) moet nog gekozen worden.

Boerderij te WanroijBoerderij te Wanroij

Geneeskundige hulp wordt verleend door Dr. Anderegg uit Mill; verloskundige hulp door den vroedmeester uit Ledeacker, den Heer Van Boxmeer, een zoon van den vroegeren doctor uit Oploo. Nachtwacht zijn des winters de veldwachter, vergezeld door 2 boerenzoons, die ieder op hun beurt die taak vervullen. Er zullen in Wanroij ± 100 boerderijen zijn; een knecht verdient f. 150, eene meid f. 90. Uitstekende verhoudingen; gewoonlijk wordt het loon aan de ouders van knecht of meid uitbetaald.

Sinds mijn vorig bezoek is de burgemeester getrouwd met eene rijke boerin uit Wanroij. Hij bewoont het prachtige huis, indertijd door een vroegeren doctor in Wanroij gebouwd, schuin tegenover het Raadhuis. Een pr. dochters van dien vroegeren doctor bewonen nog een pr. kamers in bedoelde woning, welke, ni fallor, door den burgemeester gekocht werd.

Om den burgemeester te contenteeren, ging ik na afloop van mijn onderzoek ter secretarie, even diens vrouw goededag zeggen. Ik moest daar eene kop schrikkelijk warme koffie gebruiken. Vrouw én kinderen hadden in den afgeloopen winter diphteritis gehad; eene der kinderen was daaraan bezweken, vóórdat men de ziekte onderkend had en serum had kunnen aanwenden.

Den 14 Maart 1905 kwam ik weer in Wanroij. Vanuit Cuijk reed ik er via Beers heen. Denzelfden dag bezocht ik Mill en Oploo; via Boxmeer keerde ik per spoor naar Cuijk terug. Ik verleende audientie aan pastoor Glaudemans; van dezen vernam ik, dat zijne parochianen zeer welgesteld waren, en tevens zeer conservatief. Hij had zich in der tijd in zijn hoofd gesteld, een nieuwe kerk te Wanroij te bouwen. Hij had echter reeds sinds lang dat denkbeeld opgegeven, omdat hij begreep, dat hij bij zijne gemeentenaren daarvoor geen geld kan krijgen. Op geld waren zij zeer gierig; in tegenstelling daarvan waren ze zeer vrijgevig voor zaken in natura, als er een bedelmonnik kwam: boter, eieren, ham, mik, worst werden gaarne afgestaan.

De leden van den Raad waren goed over de gemeente verdeeld: 2 te Ham, 1 in Peelstraat, 1 te Noord, 1 te Broekkant, 1 te Hoeven en 1 in de kom. Ik heb den Heeren sterk aangeraden eenen uitvoerigen beschrijvenden staat van de gemeente-eigendommen aan te leggen, waarin alles wat op ontginning en op exploitatie betrekking heeft, met groote accuratesse wordt opgetekend; zoodanige staat moet in de toekomst groote waarde krijgen.

De waterleidingen worden door de aangelanders onderhouden; het loopt heel goed, en daarom is er geen reden, om daarin verandering te brengen, en het onderhoud ten laste van de gemeente te brengen. Dr. Anderhegg uit Mill is voor f. 250 armendoctor; de vroedvrouw uit Ledeacker krijgt f. 175,- voor verloskundige hulp. De twee doctoren uit Boxmeer, Dr. Sterk en Dr. Poels, houden beiden tweemaal in de week, te Wanroij zitting.

Er moeten enkele processen-verbaal worden opgemaakt wegens overtreding van de leerplichtwet; steeds tegen dezelfden, vreemden, althans niet van Wanroij afkomstig. De twee eerste jaren werd er veel gebruik gemaakt van het herhalingsonderwijs, zelfs door menschen van 40 en 50 jr. Volgens den wensch van het schooltoezicht in overeenstemming met de bedoeling van de wet is het thans werkelijk herhalingsonderwijs geworden voor kinderen, die juist de school verlaten hebben; thans is echter de deelneming zeer gering.

Armen zijn er in Wanroij zoo goed als niet; sinds 5 jaren was er geen enkele inboorling van Wanroij armlastig, en moesten uitsluitend en alleen enkele vreemden van afkomst, thans te Wanroij wonende, bedeeld worden.

Den 16 April 1909 kwam ik weer in Wanroij. Per trein tot Mill; vandaar per rijtuig eerst naar Oploo en vervolgens terug naar Wanroij. Te Mill nam ik weer den trein naar Den Bosch. Op mijne audientie verscheen pastoor Glaudemans; hij kreeg f. 16.000 van de gemeente voor zijn nieuwe kerk (zoogenaamd voor den toren); hij is thans begonnen te bouwen, en rekent ± f. 65.000 noodig te hebben. Wanneer ik hem wel begrepen heb, dan zal het nageslacht het grootste gedeelte van zijn kerk moeten betalen. Hem beloofd, zijn kerk te komen kijken wanneer ik weer in Wanroij kom.

Secretaris Cornelissen kwam mij bedanken, dat aan zijn zoon een beurs was gegeven door Gedep. Staten. Van Mierlo, een gepensioneerd hoofd der school te Zundert, tijdelijk bij zijn familie te Wanroij vertoevende, maakte van de gelegenheid gebruik zich te komen aanbevelen voor de vacante burgemeestersplaatsen van Halsteren en van Veldhoven.

De zuivelfabriek te WanroijDe zuivelfabriek te Wanroij

B. en W. deelden mede, dat zij met de verbetering der Raam mede deden om aan een Waterschap te ontkomen. De Raam had in de gemeente 12 Meter verval; ook zonder dat men er kosten aan maakt loopt het water spoedig weg. Het onderhoud der waterleidingen kost aan gemeente f. 80 meer dan vóór het provinciaal reglement in werking kwam.

De zangvereeniging is dood; harmonien zijn er niet meer; er bleef niets over dan een schuttersgilde. Er is eene groote coöperatieve roomboterfabriek gesticht voor 600 koeien; de boter gaat naar de botermijn te Maastricht. Bevolking is lang niet zoo eenvoudig meer als vroeger; het jongere geslacht groeit heel anders op; 100 fietsen; al die fietstochten veranderen de menschen ook veel.

Getal huizen neemt eerder af dan toe, doordat de boerderijen grooter worden, en er enkele afgebroken worden om de gronden bij andere boerderijen te kunnen leggen. Jonge gezinnen beginnen in naburige gemeenten. Arbeiders zijn er in de gemeente niet te krijgen; men is verplicht knechts en meiden te huren. Er is thans een Boerenleenbank, waar veel geld gebracht wordt; geld halen doet men echter niet.

De broekgronden worden eigenlijk niet verpacht; maar over de verschillende boerderijen worden de weischaren verdeeld, naar mate de grootte van de boerderij. In de laatste 3 jaren werden 20 H.A. broekgronden in cultuur gebracht; over het algemeen met zeer gunstig resultaat. Men wil dit jaar (1909) eene proef nemen om jong vee aan te koopen en het zelf te weiden, wanneer G.S. daartegen geen bezwaar hebben.

De bosschen, bij wier aanleg kunstmest gebruikt werd, blijven beter groeien dan de andere bosschen. Gemeente heeft thans 4.000 canada’s geplant; de oudste zijn 17 jaar; men wil in 1910 beginnen te hakken, niet omdat de boomen uitgegroeid zijn, maar omdat de menschen zoo klagen, dat de wortels zooveel kwaad in het land doen. Een andere reden om vroeg te hakken is, dat er zooveel boomen omwaaien; er zit veel ijzererts hoog in den grond; daardoor wortelen de boomen niet diep, en waaien ze, als ze grooter worden en in het volle blad staan, licht om. Die ’s zomers omgewaaide boomen hebben niet veel waarde.

Er is een staat aangelegd betrekkelijk de exploitatie der gemeentelijke bezittingen; evenwel niet alles, wat van belang mag heeten, werd genoteerd. Herhalingsonderwijs valt sterk in den smaak; in laatsten winter gaven de twee onderwijzers les aan te samen 36 leerlingen. Burgemeester Hendriks is van Wanroij geboortig; voor mijn vertrek ging ik zijn vrouw even goedendag zeggen, en dronk ik bij haar een kop koffie.

Den 15 Maart 1913 kwam ik weer in Wanroij; vanuit Helmond ging ik per auto eerst naar St. Anthonis (Oploo) en toen naar Wanroij; te Mill nam ik den trein naar Den Bosch. De nieuwe burgemeester maakt niet zoo’n goeden indruk als zijn broer, de overleden burgemeester; hij is bescheiden en verlegen. Naar de Pastoor mij mededeelde, is hij in de gemeente zeer gezien en bemind; hij moest zich veel moeite geven en de menschen gaarne helpen.

Wanroij heeft een uitgestrekt gemeentelijk bezit; 413 H.A. onder Wanroij; 105 onder Rijckevoort; 9½ onder Linden en 2½ onder Grave. Toen ik vernam, dat tengevolge van dat groote bezit de bevolking achteruit ging doordat jonge menschen niet konden beginnen, zoodat jong getrouwden dikwijls zich in andere gemeenten moesten vestigen, heb ik B. en W. duidelijk gemaakt, dat Gedep. Staten daarover anders dachten; wanneer ingezetenen behoefte hebben aan grond, om de eigen boerderij uit te breiden, dan wel, om zich te kunnen vestigen, dan verleenden Gedep. Stat. in den regel hunne goedkeuring aan de betrekkelijke raadsbesluiten.

Maar G.S. houden verkoop van groote complexen grond aan vennootschappen of vreemdelingen tegen, tenzij daarvoor een heel hoog bod wordt gedaan, zoodat het welbegrepen belang van der gemeente verkoop vordert. Ik denk, dat na deze uiteenzetting spoedig besluiten van Wanroij tot grondverkoop in het klein, op het Gouvernement in behandeling zullen komen.

Wanroij maakt thans van de broekgronden nogal wat geld, door die te verhuren om te weiden of te hooien, maar vooral, door die aan Zeeuwen te geven om te vlassen. Naar B. en W. meenden, zouden vele van die broekgronden ook geschikt zijn om beetwortels te cultiveeren. De beste broekgronden worden geëvalueerd op f. 1.200 tot f. 1.500 de Hectare.

Dorpsstraat met de nieuw gebouwde kerkDorpsstraat met de nieuw gebouwde kerk

Sterk geadviseerd, zich in relatie te stellen met het Staatsboschbeheer, om te komen tot eene rationeele ontginning van de hooge heide. Veldwachter is diep in de zeventig; geraden hem te pensionneeren. Er moet eene nieuwe openbare school gebouwd; het terrein is er reeds voor aangekocht. Pastoor Glaudemans heeft zijne kerk afgebouwd; even met hem de kerk gaan kijken; eene echte mooie kerk, ontworpen door Fransen uit Roermond; wat er tot nu toe aan meubels kwam is van v.d. Geld uit Den Bosch. Wat mij echter het meeste frappeerde, is de omstandigheid, dat de Kerk op een groot open terrein staat, wel 200 M1 van den weg; men kan de Kerk dus werkelijk zien.

Gemeente liet eene cursus geven in bemestingsleer; meer dan honderd boeren volgden dien cursus. Waterschap de Raam werkt redelijk goed; dood jammer, dat het groote plan niet werd uitgevoerd. Gemeente onderhoudt de waterleidingen bijzonder goed; men klaagt echter sterk over Mill; daar doet men er niet veel aan, en daardoor heeft men in Wanroij hier en daar waterbezwaar.

Stoomzuivelfabriek werkt bijzonder goed; werd voor 6 jr. opgericht; kostte f. 32.000; daarop f. 12.000 afgedaan. Een van de twee wethouders schijnt er zich veel mee te bemoeien. Alvorens Wanroij te verlaten, even de weduwe van den oud burgemeester bezocht; zij was erg dankbaar dat haar oudste jongen (13 jr.) op de burgerschool van de Jezuiten in Nijmegen zo goed leerde; ik kreeg de verschillende bulletins te zien. Haar oudste meisje gaat binnenkort naar Heijthuizen. De tegenwoordige burgemeester Hendriks woont met haar samen.

Den 14 Augustus 1918 bezocht ik per auto vanuit Cuijk de gemeenten Beugen en Wanroij. Secretaris Cornelissen bedankte als zoodanig ten behoeve van zijn zoon; die zoon is niet gediplomeerd; ging een pr. maal op; haalde een jr. voldoende voor één gedeelte; het volgende jr. weer voor één gedeelte. Toen werd hij tot gemeentesecretaris benoemd, en staakte de verdere examenstudie.

Mill werkt niet mede tot zuivering van de waterleidingen; daardoor wordt in Wanroij waterbezwaar ondervonden. Doordat de Raamcommissie den schouw der waterleidingen B aan zich heeft getrokken, hoopt men op verbetering van den minder goeden toestand. Er is geene behoorlijke beschrijving der gemeentelijke gronden; omtrent de meeste zaken (bouwland, weiland, bosschen, canada’s langs de wegen, renten van aangewend kapitaal enz. enz.) kon men slechts hoogste onbevredigende antwoorden geven; hoewel alles goed gaat, had men geen juist inzicht in den gang van zaken.

Suikerbieten worden op de kar geladenSuikerbieten worden op de kar geladen

Nog vele gronden worden gebezigd om te vlassen; dat brengt van f. 200 tot f. 400 per H.A. op; ééns in de zeven jaren vlas; dan haver of rogge; en daarna vijf jaar weiland. Voor suikerbieten is de grond minder geschikt; vooral thans, nu er geen kunstmest is. Nog slechts 20 H.A. geschikt voor boschcultuur; niet de moeite waard, daarvoor de hulp van Staatsboschbeheer in te roepen.

De weduwe Hendriks even bezocht; haar zoon deed juist met succes eindexamen Canisius College te Nijmegen!

Vanuit Cuijk bezocht ik den 31 Mei 1922 de gemeenten Wanroij en Mill. Het begin van mijn onderhoud met B. en W. was weinig aangenaam; Wethouder Laarakkers trachtte te domineeren, niet alleen den burgemeester, maar ook mij zelven. Na hem een pr. keer zonder succes op zachte wijze te kennen te hebben gegeven, daarvan niet gediend te zijn, moest ik eindigen hem te verzoeken te zwijgen en slechts te antwoorden op vragen, die ik hem zou stellen.

Ik geloof wel, dat de man het niet zoo kwaad bedoelde, en dat het domineeren geheel in zijn aard ligt; immers als eene raadsvergadering twee uur duurt, is hij minstens 7 kwartier aan het woord – zoo deelde de pastoor mij mede. Mijne terechtwijzing hielp: ik had later geen last meer van hem.

Met Rijkspremie werden zes woningen gebouwd; eene vereeniging ter voorziening in de volkshuisvesting is in Wanroij niet. Er zijn geen partijschappen in gemeente: wethouder Derks werd uitgeworpen, omdat hij oud, versleten en doof was; hij noch zijne familie laten deswege van eenige rancune blijken.

Gemeente wordt thans geëlectrificeerd; ongeveer de heele gemeente. Aangenomen voor f. 39.500. Volgens rentabiliteitsrekening zal bedrijf zich na twee jaar moeten dekken. Moet eene stroomgarantie stellen van f. 4.000; kan dat bedrag voor f. 7.500 afkoopen; vindt het voordeeliger voorloopig niet af te koopen. Er zijn 61 aansluitingen voor klein kracht. De levensmiddelendistributie is buitengewoon goed geloopen; gemeente trad als grossier op, en dekte uit de grossierswinst ongeveer alle uitgaven. De heele distributie – geleid door den secretaris – kostte ± f. 2.000.

Van het uitgestrekt gemeentelijk bezit zijn 120 H.A. op langen termijn – 20 jr. – verhuurd tegen lagen prijs. Over een jaar of vier zijn de 20 jr. om; men rekent dan driemaal meer huur te zullen ontvangen dan thans, en dan den hoofd. omslag – thans f. 13.000 – te kunnen afschaffen. Met Rijkssteun wil men 6 boerderijen bouwen op ± 80 H.A. De Rijkssteun is niet nog toegezegd. Alle harde wegen zijn in onderhoud bij Wanroij; de onderhoudsgrint – berggrint – kost f. 4,- gemeten op den weg.

Het vlas wordt geplukt (Het Zuiden, BHIC)Het vlas wordt geplukt (Het Zuiden, BHIC)

Door de veemarkt van Den Bosch verdwijnen alle kleine markten; ook die te Wanroij. Geen behoorlijke boekhouding omtrent inkomsten, uitgaven enz. van het gemeentelijk bezit; thans wil de burgemeester er voor zorgen. De grond in Wanroij was bijzonder geschikt voor de cultuur van Vlas. Toch is het vlassen heelemaal gedaan; de cultuur was niet meer loonend. Terwijl tijdens den oorloog 25 cnt. per K.G. betaald werd, liep die prijs ten laatste terug tot 5½ cnt. Ook de cultuur van suikerbieten is heelemaal gedaan; het haalde heelemaal niets meer uit.

Wanroij was de 25ste. gemeente, dit jaar door mij bezocht; volgens Nabbers was van die 25 gemeenten de secretarie te Wanroij het best in orde.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.