Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Men stelde betaalde controleurs aan, zogenaamde “melkscheppers”, om eens in de 3 à 4 weken de productie per koe te meten en het vetgehalte te bepalen. Het registreren van de afstammingsgegevens opende de weg voor een goede selectie ten behoeve van de fokkerij.
In 1913 waren Rijkszuivelconsulent Ir. J. Wintermans en de toenmalige burgemeester van Cuijk, J. van de Mortel, van mening dat er een overkoepelende organisatie nodig was. Zij riepen de bestaande verenigingen voor een vergadering bijeen in “De Korenbeurs” te Cuijk. Op 11 augustus werd de “Provinciale Bond” opgericht, later “Bond voor de Rundveehouderij van de N.C.B. Land van Cuijk” geheten.
De Bond organiseerde in 1916 de eerste Cuijkse fokveedag. Dat was bij Jilesen aan de Grote Hoef. Ook het jaar daarop was de fokveedag nog niet onder het Hagelkruis. Maar vanaf 1918 tot en met de vierenveertigste editie in 1960 zou het beroemde terrein aan de Maas de locatie zijn voor de Cuijkse fokveedagen, die een enorme bloei hebben gekend.
Die dag was er niet alleen een keuring, maar ook een markt. Soms dreigde er zelfs een wanverhouding te ontstaan tussen de aantallen dieren die voor de keuring kwamen en die voor de markt aangevoerd werden. Vooral na de Tweede Wereldoorlog ging het hard: gemiddeld werden er toen meer dan 1.000 dieren aangevoerd. En de publieke belangstelling hield daarmee gelijke tred. Duizenden nieuwsgierigen slenterden over het terrein.
Die belangstelling was niet louter regionaal of zelfs maar landelijk. Er kwamen ook bussen vol Duitsers en Belgen. Aan de Limburgse kant van de Maas huurde men voor de oorlog zelfs trams af voor de aanvoer van toeschouwers.
De Cuijkse fokveedag werd een begrip in de wereld van het roodbonte melkvee. Omdat de internationale handel floreerde, werd er een bondscommissionair in dienst genomen, Jan Arts uit Haps. Hij zorgde er jaarlijks voor dat honderden drachtige vaarzen en veel jonge fokstieren de grens overgingen, tot in Zuid-Amerika toe.
Ook voor de veehouders was de fokveedag een dag om naar uit te zien. Ze hadden de gelegenheid om hun vee van de beste kant te tonen. Cuijkse fokkers wonnen niet alleen op hun eigen fokveedag, maar ook op andere binnen- én buitenlandse keuringen veel prijzen en kampioenschappen. Het slotdiner van de fokveedag was altijd een groot feest. Tijd voor kritische opmerkingen over de behaalde resultaten, maar wel ludiek ter tafel gebracht.