
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Hij schrijft zijn eerste doodsbriefje in Lith op 5 juli 1882. Het is een voordruk van de Gemeente Oss. Op 14 mei 1889 schrijft hij het laatste briefje. Uit hetgeen ik verder over hem gevonden heb blijkt dat hij, evenals dokter Crobach, nooit als arts in Lith gevestigd is geweest, hij opereerde vanuit Oss en Megen.
Voluit heette hij Hubertus Hendricus van den Bergh en werd op 9 oktober 1840 in Veghel geboren als zoon van Hendricus Philippus van den Bergh en Anna Maria Sassen. Zijn vader was ook 'medisch doctor'.
In 1859 is hij gekeurd voor militare dienst. Hij had bruine ogen en blond haar en hij was toen student in Sint-Michielsgestel. Hij is in dienst gegaan, want op 30 maart 1859 wordt aangetekend 'gedesigneerd', aangewezen.
Het eerste briefje van 5 juli 1882 sloot niet uit dat hij in Lith woonde, maar het doodsbriefje van mijn voorvader Joost de Veer van 11 januari 1883 maakt duidelijk dat dokter Van den Bergh in Oss woonde; het staat er letterlijk.
Met betrekking tot zijn vestiging in Oss heb ik niets gevonden. Het is wel duidelijk wanneer hij uit Oss vertrokken is. Op 30 mei 1883 laat hij zich inschrijven in Megen op een adres in de Putstraat (nu Doctor Baptiststraat). Deze verhuizing hing samen met zijn huwelijk in Megen op 25 mei 1883 met Anna Maria Schoonbeek. Zij werd op 8 december 1842 in Berghem geboren en overleed op 31 december 1886.
Op 16 juli 1887 hertrouwde hij in Dieden, Demen en Langel met de 20 jaar jongere Maria Catharina Heek; zij werd op 5 maart 1860 in Duiven geboren.
Nu kunnen we ook aan zijn doodsbriefjes zien dat hij toen als geneesheer in Megen werkte; een voorbeeld.
Uit het Megense bevolkingsregister van 1900 blijkt dat hij daar nog steeds als medicus werkte, in Lith was hij toen niet meer nodig. De doorhalingen hebben te maken met latere mutaties.
Dr. Van den Bergh overleed op 7 juli 1907. Zijn (tweede) vrouw hertrouwde op 5 mei 1908 in Deurne en Liessel met Godefridus Kerssemakers; op 9 november 1909 overleed zij in Someren.
Het moge duidelijk zijn dat een 19e eeuwse geneesheer, die sowieso vaak machteloos stond en die dan ook nog eerst vanuit Lith in Oss of Megen gewaarschuwd moest worden en vervolgens naar Lith moest komen te paard of per rijtuig, in accute situaties niet veel meer kon uitrichten. Meestal zal er niets anders geresteerd hebben dan het schrijven van de verklaring van overlijden met de aantekening 'zonder geneeskundige behandeling'. Hieronder een voorbeeld.
Eén briefje is de moeite van het vermelden waard en heeft betrekking op een vroeggeboorte op 7 april 1883.
Eerst de ouders: Pier Wils was Pertrus Ludovicus en zijn niet bij name genoemde vrouw heette Johanna Francisca Dusamos. Aan dit briefje is merkwaardig dat dokter Van den Bergh schrijft dat het kind 'levensvatbaar' was, terwijl het diezelfde dag nog overlijdt. Het is ook opvallend dat het briefje pas 3 dagen later geschreven is. Het kind werd volgens de Burgerlijke Stand om kwart over twaalf in de nacht geboren. Het is dus denkbaar dat de dokter daarbij is geweest, gedacht heeft dat het kind levensvatbaar was en vervolgens weer naar Oss is vertrokken. Dat het kind in de loop van de (nog lange) dag alsnog is overleden, dat de dokter dit later heeft vernomen of naar Lith is teruggekeerd en toen zijn briefje heeft geschreven.
Nog geen jaar later, op 11 maart 1884, gaat het weer mis voor het echtpaar Wils: dan wordt opnieuw een levenloos jongetje geboren; dit keer wordt het doodsbriefje geschreven door dokter Lüngen, die hierna volgt.
Dit is het derde deel van het artikel over de doodsbriefjes van de gemeente Lith.
Klik hier voor de overige delen
Het volledige artikel verscheen eerder in de Maaskroniek 44 (2021) nr. 94 (uitgave Heemkundekring “Maasdorpen in de gemeente Lith”).