skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Arnout van Erp
Arnout van Erp Bhic

De eerste en de laatste Spaanse zuster in Boxtel

Het bejaardenhuis Simeonshof in Boxtel is in 1958 splinternieuw, modern en veelbelovend maar heeft één probleem: er is niet voldoende personeel. De Spaanse zusters van de orde Obreras de la Cruz brengen verlossing.

uit De Tijd De Maasbode 1959Het is soms wel wennen voor de Spaanse zusters die eind jaren vijftig naar Boxtel komen. “Grijs, grauw en koud weer terwijl zij zon, licht en warmte gewend waren. Maar ze hadden elkaar en hebben vast heel vaak om ons gelachen, met onze koffietijd en andere rare gewoontes”, vertelt Marie-José Spijkers met een lach. Marie-José is de laatste Spaanse zuster in Boxtel, van het seculiere instituut Obreras de la Cruz. Op haar 17de treedt zij in, net nadat de eerste Spaanse zusters naar Boxtel zijn gekomen. „Ik werkte als bejaardenverzorgster in Simeonshof en zag welk goed werk de Spaanse zusters daar deden. Daar wilde ik mijn leven ook aan geven.”

Hollandse kost

Zij vertrekt naar Spanje en doet daar haar noviciaat. „Ik leerde er de taal, met vallen en opstaan. Ik heb nog lang moeten horen dat ik heb gezegd: „Wat hangen er veel kinderen [niños] aan de boom” terwijl ik wilde zeggen dat er veel vijgen [higos] waren”, vertelt Spijkers met veel genoegen. Eenmaal terug in Nederland gaat zij weer aan de slag op Simeonshof, nu samen met de Spaanse zusters. „De zusters vertrokken 7 juli 1958 vanuit Spanje en kwamen vier dagen later hier aan. Als eerste moesten ze de taal leren, in klooster Ursulinen. Maar verder moesten ze vooral ook Nederlandse gewoonten leren: fietsen, Hollandse kost koken en kennismaken met onze gewoontes. Op vaste tijden koffie en thee drinken bijvoorbeeld, dat vonden zij echt heel bijzonder.”

De groep zusters die op de foto staat, is de groep die als eerste in Boxtel is gestart. Moeiteloos somt Marie-José de namen op: Maria Asuncion, Josefa Casar, Clara Barracina, Marie-Luisa Fayos, Emilia Hernandez, Josefa Casar, Antonita Pallares en Amparo Lluch. Deze club jonge vrouwen is in Brussel opgehaald door deken Broekman die eerder op een curieuze manier met de orde in aanraking is gekomen. Broekman is dan naarstig op zoek naar – niet te duur – personeel, dus valt de keuze al snel op religieuzen. Maar het aantal kloosterroepingen in eigen land loopt in die tijd al terug en hij gaat verder op zoek: naar Spanje.

Voorzienigheid

Samen met de Eindhovense deken Heezemans gaat Broekman in de jaren vijftig naar San Sebastian waar ze zouden worden opgevangen door een andere geestelijke. Maar van deze Fernandez de Herreras ontbreekt ieder spoor en daar staan de twee Nederlanders dan: zonder onderdak en zonder de Spaanse taal te spreken. Op dat moment komt er een Spaanse priester langs die een paar woorden Duits spreekt en het duo helpt. Deze Fidelis de Bolinaga brengt de twee in aanraking met de zustercongregatie Obreras de la Cruz. „Het is een geschiedenis waarin de Voorzienigheid duidelijk de hand heeft gehad”, zal Broekman later zeggen.

Het leidt er uiteindelijk toe dat de zusters van Spanje naar Boxtel komen. „Het was hard werken, voor iedereen. Er was weinig personeel, dus je dienst liep van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Maar het was heel leuk, echt gezellig. We hebben veel gelachen met z’n allen. De Spaanse zusters wisten al heel snel hun plek hier te vinden, werden geaccepteerd in de Boxtelse samenleving”, vertelt Marie-José. Dat ze nu de laatste Spaanse zuster is die in Boxtel is overgebleven, baart haar wel zorgen. „In andere landen - zoals Chili en Bolivia - zijn nog wel roepingen. In Nederland wordt niet zo goed geluisterd”, zegt ze met een knipoog. „Maar er zijn wel veel cooperadores: meewerkende leden die heel gemotiveerd zijn en ons enorm helpen. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goedkomt.”

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen