
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In de nabijgelegen dorpen Fijnaart en Heijningen kwamen 76 inwoners om, en in Nieuw-Vossemeer 50. Dit zijn cijfers die doen denken aan enkele zwaar getroffen dorpen op de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden. Ze geven aan dat de Februariramp niet alleen daar toesloeg, maar ook in Brabants Westhoek. In totaal vonden hier 254 mensen de dood, van de 1.836 in heel Zuid-West-Nederland.
Op de weerkaarten van vrijdag 30 januari 1953 was op de Atlantische Oceaan een zware storm te zien. Een stormveld van 1.000 kilometer lengte koerste via het noorden van Schotland richting Noordzee. Nog los van de normale eb- en vloedbeweging en van de aangekondigde springvloed, werd een enorme watermassa zuidwaarts opgestuwd.
Op zaterdagmiddag stond het water bij eb even hoog als normaal bij vloed. Bij het KNMI voorzagen de weerkundigen Postma en Bijvoet grote problemen voor de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari. Zij deden een dringend verzoek om één van de radiozenders Hilversum 1 en 2 na middernacht in de lucht te houden.
Tevergeefs: zoals altijd ging na het Wilhelmus om 24.00 uur in Hilversum het licht uit. Rond die tijd bedroeg de waterstand in Vlissingen ruim 3 meter boven NAP en rond 03.30 uur was dat al 4,55 meter, mede als gevolg van de springvloed. Veel dijken in het zuidwesten bezweken onder dat geweld.
Op zo’n 90 plaatsen braken ze. Ruim 165.000 hectare land liep onder. Om 04.28 uur begon de ANP-telex op de krantenredacties te ratelen: bij Zwijndrecht sloeg er water over de ringdijk.
Even later meldde burgemeester Cor van der Hooft van het West-Brabantse Willemstad dat enkele polders daar volliepen. Ook was de stroom uitgevallen en begon het stadje onder te lopen. Helaas waren alle krantenredacties die nacht onbezet en begonnen de radio-uitzendingen van Hilversum 1 en 2 op zondag pas om 8 uur.
Pas toen vernam Nederland welke ramp zich ‘s nachts had voltrokken.
Toch was de ramp niet geheel onvoorzien. Het eerste SOS binnen het rampgebied kwam namelijk niet tijdens de rampnacht zelf, maar al veel eerder, in 1930 namelijk! Ingenieur W. Jos Rulkens van Provinciale Waterstaat Noord-Brabant schreef een alarmerend rapport over de staat van de West-Brabantse zee- èn binnendijken: die waren te laag en te zwak, en het onderhoud schoot hopeloos tekort.
Dat was al duidelijk geworden in 1906, 1911 en 1916. Hendrik Nijhoff, gemeenteopzichter van Fijnaart, bevestigde dat beeld: “De binnendijken waren totaal verwaarloosd als tweede waterkering. Er waren boeren die een mestput of een pulpkuil in het dijktalud hadden gegraven. En er waren overal tuintjes aangelegd door de bewoners van dijkhuizen. Geen polderbestuur dat daar iets tegen deed. En ook Provinciale Waterstaat liet het gebeuren.”
Helaas werd er niet naar deze signalen geluisterd, ook niet op landelijk niveau. Integendeel, in 1950 verlaagde de regering de post ‘kustverdediging’ in de begroting met 30% en in 1952 ging daar nog meer af vanwege een andere dreiging: de Russen...
Dit verhaal is vooral gebaseerd op het boek van Kees Slager, De ramp. Een reconstructie van de watersnood van 1953. (Amsterdam/Antwerpen 2003) 2e dr.