
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De eerste en voornaamste overlaat was die bij Beers. Vandaar zocht het overtollige hoge Maaswater dat niet door de normale rivierbedding kon, als de “Beerse Maas” zijn alternatieve route naar beneden.
Als ook rond Den Bosch het water niet weg kon, omdat daar evenmin ruimte was, konden overlaten als de Bokhovense en Baardwijkse Overlaat verlichting brengen. Waterstaatkundigen in de zeventiende en achttiende eeuw zochten de oplossing voor de afvoerproblemen vooral in het omleiden van het water, in afleidingskanalen en gecontroleerde overstromingen via de overlaten.
In de negentiende eeuw veranderden de inzichten van de waterstaatsingenieurs. Men ging er van uit dat een rivier in staat moest zijn zijn eigen water (en ijs) probleemloos af te voeren. Vanuit die gedachte werd bijvoorbeeld het verbindingskanaal uit 1599 tussen Waal en Maas, het kanaal van Sint-Andries, in 1856 met een schutsluis afgesloten.
Vanuit die filosofie van niet af- of omleiden, ontstond ook het plan om de Maas rechtstreeks met het Hollands Diep te verbinden. Al in 1823 stelde C.R.T. Krayenhoff zo’n verlegging voor van de Maasmond (eigenlijk het herstel van de oude loop van de Maas van voor 1271). Ook in 1856 schetsten drie ingenieurs van waterstaat, Van der Kun, Fijnje en Conrad, een dergelijk toekomstbeeld.
Het zou echter nog tot 1883 duren voordat op basis van de Wet tot verlegging van de Maasmond daadwerkelijk aan dit grote werk begonnen werd. Het leidde tot de aanleg van de Bergse Maas, die in 1904 werd geopend.
Ondanks de verbetering in de waterafvoer die de Bergse Maas bracht, bleef Noord-Brabant wateroverlast ondervinden in het gebied van de Beerse Maas. De Beerse Overlaat was nog steeds nodig. Maar overstromingen en een dijkdoorbraak in 1926 gaven de laatste stoot tot ontwerpen voor een verdere Maasverbetering.
De plannen van ir. Lely tot “normalisatie” van de Maas werden vooral in de jaren ’30 uitgevoerd, zodat in 1942 de Beerse Overlaat definitief gesloten kon worden. De Maasverbeteringswerken zijn uiteindelijk pas na de bochtafsnijding bij Boxmeer in de jaren 1979-1982 volledig voltooid. De Maas was door de afsnijding van bochten zo’n 23 kilometer korter geworden en had een afvoercapaciteit gekregen van maximaal 3.000 m3/s (in 1926).