Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De aanleg van deze enorme dijk, onder Dussen de Kornse en Rommegatse dijk genoemd, moet voor die tijd een gigantisch project geweest zijn, zeker ook gezien het relatief korte tijdsbestek (vier jaar) waarbinnen het gerealiseerd werd.
Het Handvest van Filips de Goede was dan ook een overeenkomst tussen bovenlokale autoriteiten, waarbij Filips’ neef Jacob I, graaf van Horne en heer van Altena, Jonker Johan, graaf van Nassau en kastelein van het Land van Heusden, de stad Dordrecht en haar ingelanden van Zuidholland (waartoe Dussen behoorde) en Jonkvrouw Odilie van Merwede, vrouwe van Eethen en Meeuwen de handen ineensloegen.
Bij de aanleg van de dijk - die overigens voor een groot deel nog in originele staat verkeert - is in het noordelijk deel gebruik gemaakt van oude dijktracees en van een gedeelte van de noordelijke oeverwal van het riviertje De Werken. Het traject via Dussen naar Meeuwen volgt geen natuurlijk verloop, maar gaat dwars door kommen en stroomruggen en langs woonkernen.
Alleen al voor de aanleg van deze kilometerslange dijk werd maar liefst zo’n 1.000.000 m3 grond verzet; ruwweg 330.000 boerenkarren met klei. De waterbuffer- en waterafvoersystemen werden compleet vernieuwd en gereorganiseerd. Er kwamen drie binnendijkse opvangboezems en een groot aantal afwateringssluizen in de dijk, waaronder de Kornse of Vierbanse boezem en de Kornse en Munsterkerkse Sluis.
Door technologische vernieuwingen ging men geleidelijk over van een natuurlijke naar een geforceerde afwatering met behulp van windmolens. In 1537 stonden er tenminste zestien molens in het gebied, waarvan maar liefst zeven rond de Kornsche Boezem. In 1600 was dit aantal opgelopen tot boven de dertig. De zeven wipwatermolens bij de Kornse Boezem bleven tot eind negentiende eeuw in bedrijf.
Kades werden opgeworpen, nieuwe weteringen gegraven, zoals de Baanse en Dussense Wetering, en aanwezige uitwateringgantels zoveel mogelijk benut, zoals de aftakking van de Dusse naar de Sluis die vandaar als Dussense Gantel uitmondde in de Oude Maas.
Na oplevering van de Kornse dijk (de naam is afgeleid van De Koorn, het gebied tussen Den Doorn en de Dusse) bood deze voortaan aan Muilkerk en een klein gedeelte van Munsterkerk (zo’n 10%) bescherming tegen het buitenwater. De nieuwe dijk was echter ook een ideale vestigingsplaats en vormde het startsein voor de vorming van nieuwe buurtschappen.
Eerst gebeurde dat alleen nog binnendijks, maar naarmate het buitenwater verder werd teruggedrongen, ook steeds meer buitendijks. Opvallend daarbij was de ontwikkeling van de bebouwing rond de Sluis van Munsterkerk. Na de bestuurlijke samenvoeging van Munsterkerk en Muilkerk in 1820 tot Dussen groeide die uit tot de nieuwe kern van het dorp.