
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
![]() |
Het bevaarbare deel in Frankrijk is 272 kilometer lang. Over dat gedeelte is het verval 148 meter. Het Belgische traject van de Maas meet 125 km, met een verval van 50 meter. Vanaf de grens tot aan de Dongemond (overgang Bergse Maas en Amer) is de Maas 245 kilometer lang, met een verval van 44 meter.
![]() |
Tussen Well en Hedikhuizen is in de jaren 1888-1904 een nieuwe monding voor de Maas gegraven, de Bergse Maas, die verderop samen met de Donge verder gaat als de Amer. Die nieuwe monding was nodig vanwege de grote afvoerproblemen die deze rivier al in sinds de 17e eeuw veroorzaakte. Vóór ca 1300 stroomde de Maas ten zuiden van Heusden rechtstreeks naar zee, met een onbelangrijke aftakking ten noorden van Heusden (ongeveer het tegenwoordige tracé van Heusdensch Kanaal en Afgedamde Maas). Toen de zuidelijke arm verzandde, en het Land van Heusden rond deze tijd werd ingedijkt, verloor deze arm zijn betekenis voor de waterafvoer ten gunste van de noordelijke tak.
Het machtige Heusden hief in de veertiende en vijftiende eeuw hoge tol op het scheepvaartverkeer, waardoor de stad ’s Hertogenbosch zich uiteindelijk genoodzaakt zag maatregelen te nemen. In 1460 leidde men de Maas rechtstreeks om van Bern naar Wijk, waardoor Heusden van de doorgaande rivier werd afgesneden. De rivierarm van Bern naar Heusden verzandde, al bleef de bocht voor Heusden wel bestaan tegenwoordig heet dat de Dode Maas).
Bij Heerewaarden raakten Maas en Waal elkaar, en bij kasteel Loevenstein vloeide de Maas uit in de Waal. Doordat de Waal een veel grotere rivier is dan de Maas, werd daardoor de afvoer van het Maaswater regelmatig ernstig gehinderd. Dat leidde dan weer tot overstromingen langs de Maas. Een systeem van overlaten (onder andere de Heerewaardense overlaten en de Beerse Overlaat) functioneerde al sinds de dertiende eeuw om hoog water op de Maas versneld af te voeren. Maar omdat ook deze overlaten voor overlast zorgden, besloot men in 1888 tot verlegging van de Maasmonding.
In 1904 werd de Bergse Maas in gebruik genomen en verbonden met de Amer. Tegelijkertijd werd de oude loop van de Maas bij Andel afgedamd. De Maas mondde nu uit op een punt waar de ebstanden veel lager waren dan bij Woudrichem, zodat het Maaswater veel sneller kon doorstromen.
De verlegging van de Maasmond had weliswaar goed gewerkt, maar lang niet alle problemen met het water waren hiermee opgelost. Kort na de opening van de nieuwe Maasmond, kreeg een commissie van Belgische en Nederlandse ingenieurs in 1906 opdracht een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid om de Maas te kanaliseren. Zes jaar later verscheen het rapport, maar de onderhandelingen tussen Nederland en België over de uitvoering werden door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog afgebroken.
De Nederlandse regering besloot toen maar zelf aan de slag te gaan. De Maas werd van Maasbracht tot Grave gekanaliseerd. Er kwamen stuwen te Linne, Roermond, Belfeld, Sambeek en Grave. Voor de scheepvaart betekende dit een enorme verbetering, maar voor de afvoer van water bleek het niet genoeg.
De watersnood van januari 1926 maakte dat al te pijnlijk duidelijk. Ir. C.W. Lely stelde in een rapport over de “verbetering van de Maas voor grote afvoeren” een aantal maatregelen voor, die neerkwamen op verruiming en rechttrekking van de Maas
beneden Mook, en verdieping van de Bergse Maas en Amer. In 1931 kon met deze verbeteringswerken worden begonnen, en in 1942 werden ze afgerond.
Het ging om bochtafsnijdingen, verdieping van de rivier op een aantal plaatsen en ten slotte ook een verhoging van de Beerse Overlaat, zodat deze geen water meer door kon laten. De buitenwerkingstelling van de Beerse Overlaat was in 1942 het sluitstuk van deze verbeteringswerken. Een monument ter plaatse herinnert daar nog aan.
Waterschap Aa en Maas heeft in 2016 aandacht besteed aan het Gemaal van Sasse en het Museumgemaal Caners. En Ad Hartjes maakte een mooi boekwerk over De geschiedenis van de Maas en de strijd tegen het water.