
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In een Boxmeerse kroeg had hij iemand op de neus getikt. Ene Lamée, die erover begonnen was dat ze in de buurt van Nijmegen Biestervelds muziek niet hadden kunnen waarderen. Ja, Biestervelds vaardige handjes zaten ook nogal los. Drie keer stond hij voor de rechter vanwege vermeende mishandelingen. Even zo vaak werd hij vrijgesproken. Dat hij een kort lontje had, geloofde de rechter wel. Maar de bewijslast was steeds mager.
Onze klompenmaker/muzikant klopt op maandagmorgen 21 januari 1856 aan bij het gemeentehuis in Escharen. Om een geboorte aan te geven. De ambtenaar, M. Geurts, zal vreemd hebben opgekeken. Wat zei die klompenmaker nou? Dat het kind geboren was op een kar, vanochtend hier in Escharen? En Biesterveld was erbij geweest, maar was niet de vader? En de moeder was een Boxmeerse ongehuwde van 31 jaar? Josepha Jurgens? Toch niet eentje van de veeschatter, Peter Jurgens?
Op al die vragen was het antwoord ja. En dus schreef Geurts het braaf op in de officiële geboorteakte van Johanna Geertruida Jurgens, geboren te Escharen op 21 januari 1856, om zeven uur ’s morgens, op een kar.
Er klopte weinig van. Justitie ontdekte dat Josepha al op 16 januari in Boxmeer bevallen was. Om te ontkomen aan de schande in haar woonplaats, verzon ze het verhaal van die kar in Escharen.
De valse aangifte leidde tot een juridisch probleem. Zelfs de Provinciale Asser Courant schreef erover. Dat bij valsheid in geschrifte het desbetreffende stuk moest worden overlegd bij de rechtbank. Maar dat kon niet! Want volgens een andere wet moesten geboorteakten het hele jaar op het gemeentehuis blijven liggen. De gerechtelijke behandeling werd een jaar opgeschort.
Uiteindelijk kwam er geen zaak. Uiteindelijk blijven er alleen vragen over. Josepha was een eerzaam meisje, dochter van de notabele veetaxateur Peter Jurgens. Ze woonde met haar vader, weduwnaar, deftig tussen de middenstand, in een huis aan de markt, tegenover de kerk. Wat had Biesterveld ermee te maken? Was de getrouwde klompenmaker wellicht de verwekker? Of was hij door vader Jurgens ingeschakeld om in ruil voor een paar stuivers de aangifte te doen? We zullen het nooit weten. Van Josepha, net zo min als van haar kind trouwens, is geen enkel spoor meer te vinden. Zelfs geen overlijdensakte. Of het moet een valse zijn…
Dit verhaal verscheen eerder in De Gelderlander en is geschreven door Geurt Franzen, bekijk hier zijn website.