
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Bij hoog water bleken de overlaten nog steeds hard nodig om overtollig Maaswater af te voeren. En zelfs dat was volstrekt onvoldoende, getuige de talloze overstromingen die zich nog steeds voordeden, met name in Oost-Brabant. Tussen 1900 en 1927 veroorzaakte de Maas 34 overstromingen.
Kortom, de rivier bleef nog steeds aanzienlijke overlast en schade veroorzaken. De spreekwoordelijke druppel, die in dit geval wel wat meer water bevatte, was de watersnoodramp die zich tussen eind december 1925 tot begin januari 1926 voltrok.
Aan de Gelderse kant van Overasselt brak de dijk door en het Land van Maas en Waal ging kopje onder. Op 24 januari 2008 werd in de serie Andere Tijden de documentaire van Erik Willems “Kronkels van de Maas” uitgezonden. Daarin zegt de presentator Hans Goedkoop: “Huizen onder water, Wilhelmina in een roeiboot, bedden drijvend in de boomgaard. Eindelijk zag men in: de Maas moest nog verder getemd”.
Ir. C. Lely kreeg opdracht te onderzoeken hoe de Maas verder verbeterd kon worden. In zijn plan, Verbetering van de Maas voor groote afvoeren, stelde hij met name een verkorting en verruiming voor van de Maas, benedenstrooms van Grave. Op die manier kon het Maaswater versneld worden afgevoerd.
De voorgestelde maatregelen zouden het niveau van afvoer van 1.300 m3 per seconde verhogen naar 3.200 m3 per seconde. De plannen voor het gedeelte bovenstrooms van Grave werden te duur bevonden. De voorziene bochtafsnijding ten zuiden van Boxmeer werd daardoor pas veel later, tussen 1978-1981, gerealiseerd.
Het deel van het plan Lely dat wel werd uitgevoerd, omvatte de volgende onderdelen:
• Als grootste afvoer geldt 3.200 m3 per seconde;
• Tussen Grave en Blauwe Sluis verkorting van de rivier door bochtafsnijding
• Een stuw beneden Lith
• Opruiming van heggen in het werkzame deel van het winterbed
• Breedte zomerbed 100 meter met enige verdieping
• Geleidelijke verdere verruiming naarmate blijkt, dat dit zonder bezwaar kan geschieden
• Maximale waterstanden, waarop de dijken al zijn of worden ingericht
• Een hoogste waterstand te Grave van 10.80 meter + NAP.
Een belangrijk element in het plan waren de bochtafsnijdingen tussen Grave en de Blauwe Sluis. Daardoor werd het traject een stuk korter: van 56,5 naar 37,5 kilometer. Bij twee bochten moesten nieuwe rivierdijken komen. De bochtafsnijdingen waren geprojecteerd bij Alem, Heerewaarden, Alphen, Lithoijen, Teeffelen, Maasbommel, Megen, Demen en Keent.
Het rechttrekken van bochten had grote gevolgen voor enkele dorpen. Zo kwam Keent, dat deel uitmaakte van Balgoij in Gelderland, aan de andere kant van de rivier te liggen en dus in de provincie Noord-Brabant. Precies het omgekeerde gebeurde met Alem: gescheiden van Maren-Kessel kwam het aan de noordkant van de nieuwe rivier en daarmee in de provincie Gelderland te liggen.