
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Deze laatste is niet lang pachter geweest, hij was daar herbergier en betrokken bij een ruzie. In 1760 moet hij aan zijn verhuurder zijn rogge en boekweit overdragen om met de verkoop daarvan zijn huurschuld af te lossen.
Dirk van de Laak was vanaf 1761 de pachter. Hij en zijn vrouw Catharina van de Ven maken het een en ander mee in de herberg. Zoals in 1764 wanneer twee Fransen, Etienne Bedon en Pierre Ouson, en een teut de herberg binnen zijn gekomen en daar jenever en bier hebben gedronken. Dirk is bij de mannen in de herberg gebleven en Catharina is naar de botermarkt gegaan. Op de markt hoort zij vertellen dat de vreemdelingen aan het vechten zijn in de herberg. De dorpsdiender of bedeljager is toen gaan kijken en heeft ze uit de herberg geslagen.
Rond 1800 koopt Dirk de herberg van de nakomelingen van de heer Molemakers. Het gebouw staat dan omschreven als huis, stal, bakhuis en verder ‘getimmerten’.
In 1802 laten Dirk en Catharina hun testament opmaken en zij verklaren uit “conjungale liefde en affexie” de langstlevende van de twee tot erfgenaam. Wanneer zij zijn overleden, komt het huis in handen van hun kinderen, onder wie Peter, van beroep tapper.
Het Kadaster heeft er moeite mee waar de herberg precies heeft gestaan en nog staat. Tot ongeveer 1964 staat de herberg in de leggers van het kadaster onder Eerde en Everse sectie C genoteerd, daarna onder Olland sectie I.
In 1852 verkopen Pieter van de Laak en Maria van de Laak o.a. een huis en erf met beugelbaan aan bierbrouwer Hubertus Johannes Smits, wonende te Sint Oedenrode. De verkopers zijn de goederen aangekomen uit de nalatenschap van hun zuster Anna Maria van der Laak. Zij hebben de boerderij laten verbouwen, zoals op de nog steeds aanwezige gevelsteen staat te lezen: “de eerste steen is gelegd door den Heer Hub. Joh. Smits J.H.Z. op 7 mei 1856”.
Wanneer er in het midden van de negentiende eeuw tollen in Sint-Oedenrode worden verpacht, staat er een bij herberg ‘Den Doelen’, gepacht en bewoond door Laurens Valks. Wanneer de drankvergunningen worden genoteerd, zien we daarop dat in 1881 Adrianus Theodorus (Doruske) van de Rijt tot 1903 de pachter is. Latere eigenaars van ‘De Grote Doelen’ zijn o.a. Hendrikus van Boxmeer, familie Van den Broek, Martinus Johannes Moeskops en de Stichting Mobili, gevestigd te Lieshout.
De handboogschutterij ‘Semper Unitas’ had hier zijn stek. In 1851 wordt in een krantenbericht al melding gemaakt van een handboogschuttersgezelschap Semper Unitas. Als in 1856 de nieuwe notaris De Jong uit Den Bosch wordt binnengehaald, komt hij aan bij de herberg “van den doelen ‘Semper Unitas’”, waar hij word opgewacht door een menigte van mensen.
Onlangs kon ik deze twee foto's krijgen van De Doelen in de winter en van de speeltuin bij de herberg.
![]() |
![]() |
Foto: Jo van der Kaaij, onbekend tot welke schutterij zij behoorden.
Bronnen: BHIC, archieven Sint-Oedenrode en N. Koomans in Heemschild 23 (1989), afl.1, p. 6-13.