
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De politie had hem regelmatig gewezen op de gevaren van vallend puin, maar de paar ongeschoolde krachten die er rondliepen, hadden eigenlijk weinig meer instructie meegekregen dan dat ze de oude muren moesten slopen.
Zonder enige waarschuwing dat er een muur kon omvallen, kwam de 41-jarige opperman Martinus van Lieshout uit Uden onder vallend puin terecht. Hij overleefde het niet. De aangifte van de dood van Van Lieshout deed aannemer Van Tiel zelf, samen met de 25-jarige metselaar Lambertus Nooijen uit Uden.
Het sterfgeval was aanleiding om Van Tiel op 17 januari 1929 voor de rechtbank te dagen wegens dood door schuld. De officier van justitie vond dat hij roekeloos en onvoorzichtig te werk was gegaan en eiste dan ook een hechtenisstraf van een maand. Maar de rechtbank oordeelde dat Van Tiel niets te verwijten viel en sprak hem vrij. De Officier van Justitie tekende hoger beroep aan en zo stond de aannemer enkele maanden later opnieuw voor het gerechtshof.
Dokter Mentrop, die de sectie had verricht, verklaarde dat er wel 108 kg puin op Van Lieshout was gevallen, waardoor het bekken en de wervelkolom van het slachtoffer beschadigd waren met als gevolg zijn dood. Advocaat Tunnissen pleitte voor vrijspraak. Maar ditmaal had de aannemer geen geluk en veroordeelde het hof hem tot twee maanden hechtenis wegens nalatigheid.