Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het koekavontuur begon in 1875, toen bakker A.J. van den Boer aan de Markt een stoomkoekfabriek opende. Hij noemde zijn fabriek Bretagnia, omdat uit Bretagne de uiterst fijne (en volgens kenners de beste) honing voor de fabriekskoek werd geïmporteerd.
Het bedrijf van Van den Boer floreerde: in 1906 opende de familie een tweede bakkerij annex kruidenierswarenwinkel in de Molenstraat (een zaak die later uitgroeide tot het cateringbedrijf Maison Van den Boer) en in 1919 kwam er naast de bestaande bakkerij (annex winkel-woonhuis) aan de Markt een aparte koekbakkerij met drie dubbele inschuifovens die in één uur zes platen koek van 1 bij 2 meter tegelijk konden bakken.
In 1924 werd de koekfabriek uitgebreid met een dubbele heteluchtoven. Voor het vervoer van de producten kwam er dat jaar een kleine vrachtauto. De vertegenwoordiger van de fabriek ging daarmee met een lading koek de winkels langs om te proberen koekproducten aan de man te brengen.
De Tweede Wereldoorlog was in alle opzichten een bijzondere periode, maar voor de koekfabriek liep het zo gek nog niet. Dat kwam door de gelukkige omstandigheid dat directeur Augustinus van den Boer in december 1939 vanwege de lage prijzen een extra-grote voorraad roggebloem en suiker had ingekocht. Door zijn vooruitziende blik was de firma in staat gedurende de steeds schralere oorlogsjaren de Veghelse bevolking alsmaar koek te blijven leveren.
De klanten kregen extra bonnen toegewezen, zodat zij minstens éénmaal per maand een koek konden afhalen in de winkel. Wanneer de extra koekbonnen uitkwamen, stonden er al vroeg in de ochtend rijen mensen voor de bakkerswinkel aan de Hoofdstraat, soms tot aan "concurrent" bakker Van de Sande toe.
Veghel heeft nog een andere oorlogsherinnering aan de koekenbakkerij: de harmonie repeteerde onder leiding van de heer Van der Weijden in deze jaren in de bakkerij, omdat dat ’s avonds de enige warme ruimte was in het dorp waar ze met zijn allen in konden.
In 1946-1947 is de koekfabriek flink verbouwd en uitgebreid met een kettingoven van 20 meter en een koekspuitmachine. Men kon nu continu doorbakken. Er kwam een eind aan de gewone brood- en banketbakkerij aan de Markt en de winkelverkoop daar.
De locatie Markt specialiseerde zich vanaf nu in gewone en luxe koeksoorten. Arnoldus van den Boer maakte zijn entree in het familiebedrijf, waarvan hij later directeur zou worden. Bretagnia produceerde in de jaren vijftig ontbijtkoek, kandij- en gemberkoek, speculaas en taai-taai. Deze naoorlogse jaren waren een toptijd voor koekfabrikanten.
De Nederlandse consument at graag en veel koek. In 1960 kreeg Bretagnia een geheel vernieuwde gevel en de fabriek een eigen ingang. Tegelijk veranderde de naam koekfabriek Bretagnia in Van den Boer’s koekfabriek. De rol van de Bretonse honing was na de oorlog immers al lang uitgespeeld: men gebruikte kunsthoning uit de fabriek.
Een belangrijke afzetmarkt voor Van den Boer waren de Nederlandse kloosters (die toen nog goed gevuld waren met geestelijken): meer dan de helft daarvan nam koek van Van den Boer af. Een tijdje leverde Van den Boer ook aan de Canadese markt, waar immers een snelgroeiende Nederlandse emigrantengemeenschap te vinden was. Dat duurde echter maar een paar jaar.
De Duitse markt was een ander goed afzetgebied. Op het hoogtepunt produceerde de koekfabriek zo’n 300.000 koeken per jaar. Er werkten 12 tot 14 man personeel. De concurrentie van Bussink uit Deventer en Peijnenburg uit Geldrop was groot, maar wat Van den Boer echt marktaandeel zou gaan kosten was de introductie van goedkope koek via de supermarkten in de jaren zeventig.
Om de problemen het hoofd te bieden, zou de fabriek gemoderniseerd moeten worden. Omdat het centrum van Veghel geen uitbreidingskansen bood, wilde Van den Boer bovendien weg van de Veghelse Markt. Versterking door samenwerking, bijvoorbeeld met de Udense concurrent, was een andere methode om het hoofd boven water te houden.
Zo kwam op 1 januari 1973 een fusie tot stand tussen De Slinger uit Uden en Koekfabriek Van den Boer uit Veghel. De nieuwe firma, onder de naam Verenigde Koekfabrieken Van den Boer?De Slinger, produceerde rond de 20.000 koeken per dag. Een jaar later werd de firma Fransen uit Maastricht overgenomen. De gehele productie ging naar Uden. Het tij bleek echter niet te keren: in 1977 nam Peijnenburg uit Geldrop het Udens-Veghelse koekbedrijf over. In Uden werd nog wel koek gebakken tot 1989. De overplaatsing van alle activiteiten naar Geldrop viel samen met de pensionering van Arnoldus van den Boer. Daarmee was het hoofdstuk van de Veghelse koekenbakker definitief afgesloten.
In de voormalige koekfabriek aan de Markt is nog enkele jaren drukkerij H. Bek & Zonen gevestigd geweest; daarna kocht de firma Van Heeswijk het pand. In 1981 kocht tuincentrum H. van Lankveld het woonhuis met adres Hoofdstraat 2. Dat werd in 1986 herbouwd: op de begane grond kwamen bedrijfsruimten, daarboven appartementen.