skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

De verzetsactiviteiten van Anton Gerrit Swart

Als de oorlog uitbreekt is Anton Gerrit Swart in Veendam korpschef van een team van tien agenten en één hoofdagent. Hij wordt geconfronteerd met de uitvoering van allerlei nieuwe en soms onmogelijke voorschriften van de bezetter.

Gijzelaarskamp Sint-Michielsgestel

Midden 1942 komen van de Duitse Fachberater (‘deskundige’ op het gebied van de arbeidsvoorziening) van het arbeidsbureau Winschoten opdrachten om Joodse mannen op te halen en naar Westerbork te sturen in het kader van ‘werkverruiming in het oosten’. De politie – per transport wordt één agent meegestuurd – moet die transporten uitvoeren en dat gebeurt dan ook. 

Naoorlogse Persoonskaart van A.G. Swart, Sint-Michielsgestel. Bron: BHIC
Naoorlogse Persoonskaart van A.G. Swart, Sint-Michielsgestel. Bron: BHIC

Korpschef Swart weigert en wordt thuis door de Duitsers in augustus 1942 gearresteerd en naar het Scholtenhuis gebracht. Als represaille wordt hij als gijzelaar naar Lager Michielsgestel gestuurd. Volgens het Gedenkboek Gijzelaarskamp Beekvliet St. Michielsgestel was Swart van 8 augustus – 17 december 1942 geïnterneerd, maar er circuleren ook andere data als 13/16 augustus en 23 december. In de archieven van het BHIC is nauwelijks iets over hem te vinden. Hoe is het hem na zijn gevangenschap in Beekvliet vergaan?

Ondergedoken

Na zijn terugkeer in Veendam duikt Swart onder en ondanks zijn ziekteverlof dat hem op 15 januari 1943 werd verleend, is hij betrokken bij illegale activiteiten. Volgens zijn systeemkaart van verzetsbetrokkene in het archief van het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen speelt hij een belangrijke rol in District VII van de Ordedienst, de groep Veenkoloniën van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en de Spionagedienst  Oost- Groningen. Daarnaast was hij de eerste commandant van het Grenscommissariaat, waar het vooral ging om de posities van Duitse legereenheden in kaart te brengen en aan de geallieerden door te spelen.

In 1943 en 1944 maken de Duitsers jacht op Swart, maar ze krijgen hem niet te pakken. Toch kan hij met zijn gezin genieten van een vakantie in Schipborg bij Zuidlaren, waar hij in de omgeving fietstochtjes maakt zonder dat hij door de Duitsers wordt gesignaleerd. In mei 1944 wordt zijn huis als represaille leeggehaald en de inventaris op boerenwagens geladen. Zijn vrouw en kinderen trekken naar Zuidhorn en blijven de rest van de oorlog bij Swarts ouders. In de periode daarna heeft zijn vrouw via een tussenpersoon van het verzet af en toe nog contact met haar man.

Gearresteerd en tewerkgesteld

In de meeste bronnen werd Swart op 31 augustus 1944 door landwachters gearresteerd, omdat hij de verjaardag van koningin Wilhelmina vierde. Vervolgens werd hij naar Groningen gebracht waar hij in het Huis van Bewaring gevangen gezet werd. Swart werd op transport gesteld naar een werkkamp het Duitse eiland Borkum. De werkzaamheden in het kamp waren zwaar, bovendien kreeg Swart last van een oorontsteking die met de dag verergerde. Over zijn terugkeer naar Groningen zijn in de loop der tijd verschillende verhalen in omloop geraakt. Swarts situatie werd precair na de arrestatie op 29 september 1944 van plaatsgenoot Jakob Bruggema, de OD-commandant van District VII. Hij werd dezelfde septemberdag teruggehaald naar Groningen, waar hij voor behandeling werd opgesloten in de ziekenboeg van het Huis van Bewaring. In de nacht van 10 op 11 oktober 1944 werd Swart overgebracht naar het Scholtenhuis, het hoofdkwartier van de Groningse SD.

De tweede versie over Swarts terugkeer naar Delfzijl werd voor het eerst in het in 1949 verschenen Hoe Groningen streed vermeld. Het zou gaan om een geplande actie van het verzet. Door de opeenvolgende arrestaties verkeerde de illegaliteit in grote problemen en het was dus van het grootste belang dat Swart werd teruggehaald om leiding te geven aan de OD. Daarom werd het plan bedacht om de hulp van een NSB-arts in te roepen. Deze schreef een briefje waarin hij vermeldde dat Swarts oudste dochtertje stervende was. De list lukte, maar bij zijn terugkeer werd Swart door de SD gearresteerd en op beschuldiging van deelname aan illegale activiteiten naar de Groningse strafgevangenis gebracht en later naar het Scholtenhuis. Of hij daar nog verhoord en gemarteld is, is niet bekend, maar gezien de toenmalige praktijk zeer waarschijnlijk.

Gefusilleerd

Op 12 oktober 1944 werd Swart, samen met zestien andere verzetsstrijders met karabijnschoten door een executiepeloton Ordnungspolizei en Begleitkommando van SD’ers op de fusilladeplaats vlak achter het crematorium in Kamp Westerbork gedood, waarna ze met een pistool een genadeschot kregen. De gefusilleerden werden één voor één gecremeerd en hun as werd vlak achter het crematorium op de plek die op de afbeelding staat aangegeven met het cijfer 12 uitgestrooid.

[Verhaal gaat verder onder de plattegrond]

Crematorium Kamp Westerbork. Bron: http://www.drentheindeoorlog.nl/.
Crematorium Kamp Westerbork. Bron: http://www.drentheindeoorlog.nl/.

Swarts vrouw en zijn ouders wisten niet wat er met haar man of hun zoon gebeurd was. Pas later kregen ze te horen dat hij op Borkum zat. Toen Swarts moeder bij het Scholtenhuis ging informeren of haar zoon daadwerkelijk op dat Waddeneiland zat, zei Robert Lehnhoff, één van de beruchtste SD’ers, dat het al gebeurd was. Daarop schudde hij een zakje met trouwringen op zijn bureau en zei: ‘Zoek hem maar uit.' Wanneer Swart nu precies was gefusilleerd, bleef tot juni 1945 onduidelijk. Zijn vader informeerde toen nog of zijn zoon op 12 of 18 oktober dood geschoten was.

Geëerd in Veendam

Meteen na de oorlog eerde de gemeente Veendam haar verzetsstrijders door een straat naar hen te vernoemen. De Leliestraat, waar de fam. Swart woonde, heet sinds 10 juli 1945 A.G. Swartlaan. Op 2 november 1945 werd de urn met de as van 45 gefusilleerden van de verschillende executies van 1943/1944 in Westerbork herbegraven op begraafplaats Esserveld in Groningen. In hetzelfde jaar volgde de onthulling van een gedenkplaat voor wijlen Anton Swart in het politiebureau dat toen in de Kerkstraat gevestigd was en zich nu bevindt op de eerste verdieping in het nieuwe politiebureau op de Korte Leegte 100. Op 13 oktober 1948 werd in het Julianapark in Veendam een monument onthuld van de Veendammer Reünisten Vereniging der Oud-Illegale Werkers met daarop o.a. de namen van Veendammer verzetsstrijders.

Gedenkplaat Anton Gerrit Swart. Politiebureau Veendam.

Gedenkplaat Anton Gerrit Swart. Politiebureau Veendam.


 

Reacties (1)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 6 april 2021 om 09:30
Een aangrijpend en indrukwekkend verhaal, Ad. Wat mooi dat Anton Swart op deze manier wordt herdacht en goed dat jij hem hier voor het voetlicht brengt. Dank daarvoor!

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.