
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Maar feit is dat de Landerdse ambtenaren vrijwel op dezelfde plaats werken als al hun Zeelandse voorgangers: aan de Kerkstraat in Zeeland.
In de meeste gemeenten was tot ver in de negentiende eeuw de secretarie gevestigd in het huis van de burgemeester. Vergaderen gebeurde in de plaatselijke kroeg of een andere geschikte gelegenheid. Maar Zeeland was er vroeg bij met een echt raadhuisje. In 1817 vond de aanbesteding plaats en werd er gebouwd voor het bedrag van ƒ 749,90. Daarmee was deze gemeente één van de eerste in de regio met een eigen raadhuis.
Maar er was weinig reden om trots te zijn, want het raadhuisproject werd een regelrecht bouwschandaal. Bestek en voorwaarden werden niet nagekomen, de aanbesteding klopte niet, men gebruikte slechte materialen, en in de financiële verantwoording was geknoeid. Geen wonder dat GS niet akkoord ging met de afrekening. Burgemeester Van de Ven ging dat merken in zijn portemonnee, want de provincie stelde hem persoonlijk aansprakelijk voor een bedrag van ƒ 413, een aanzienlijk bedrag in die tijd.
Hoe slecht het bouwwerk was, bleek al na 11 jaar. In 1828 stond het dak op instorten en moest worden vervangen. En omstreeks 1840 was het pand rijp voor de sloop.
Maar het duurt nog jaren voordat er aan een nieuw raadhuis kan worden gedacht. Oorzaken zijn geldgebrek en de weigerachtigheid van de provincie om mee te werken aan een oplossing. In 1849 komt er eindelijk wat schot in de zaak. Burgemeester en wethouders krijgen dan kapelaan Van den Boogaard zover om grond van de kapelanie af te staan voor een bedrag van ƒ 50. Na de openbare aanbesteding mag aannemer Martinus Bouwens het nieuwe pand voor het bedrag van ƒ 2.769 gaan bouwen. Het nieuwe raadhuis komt aan de Kerkstraat, naast de oude kapel, grenzend aan het kerkhof, en met de dorpspomp voor de deur. Het gebouw is multifunctioneel: er wordt ook een klein postkantoor in ondergebracht en op dinsdag vindt er de botermarkt plaats.
Dit raadhuis gaat, met enige verbouwingen en renovaties, jarenlang mee. Pas rond 1920, bijna 75 jaar na de ingebruikname, moet de gemeente gaan omzien naar een andere huisvesting. Maar nieuwbouw is in die tijd wel wat veel gevraagd, want opnieuw ontbreken de financiële middelen. Het lijkt onverantwoord om de bevolking in deze tijden van malaise nog zwaarder te belasten, zo redeneert men.
Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. In 1928 komt de fabrikantenvilla van Coenen (van de kunstmestfabriek Coenen en Schoenmakers) aan de Kerkstraat leeg te staan. Hier ligt een unieke kans voor de gemeente om relatief goedkoop van het huisvestingsprobleem af te komen. Het monumentale pand wordt voor ƒ 10.000 overgenomen, ondergaat een verbouwing en zal dan jaren dienst doen als gemeentehuis.
In de jaren zeventig besluit de raad dat er andermaal een nieuw gemeentehuis moet komen. De villa wordt gesloopt en voor de lieve som van ƒ 3.290.000 wordt er op dezelfde plek een geheel nieuw gemeentehuis gebouwd, in de stijl van de Bossche School. In 1981 betrekt de gemeente Zeeland het nieuwe onderkomen.
En dan is het 1 januari 1994 en wordt de gemeente opgeheven: Zeeland gaat samen met Reek en Schaijk. Het gemeentehuis van Zeeland wordt secretarie van de nieuwe gemeente Landerd, het Schaijkse raadhuis gaat het bestuur onderdak bieden. Vanwege ruimtegebrek krijgt de secretarie er een nieuwe vleugel bij en in 1998 wordt het vernieuwde complex feestelijk geopend. Er zullen dus nog jarenlang gemeenteambtenaren werken aan de Kerkstraat in Zeeland.