
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Al snel na de Sint Elisabethsvloed van 1421 begonnen, met name in het wat hoger gelegen deel van het Land van Heusden, de herbedijkingen. Zoals ze dat al eerder gedaan hadden, probeerden de graven van Holland hierbij de regie te nemen, nu in samenwerking met lokale heren.
In 1461 vaardigde Filips van Bourgondië een ordonnantie uit voor het Hoogheemraadschap voor de Hoge Maasdijk: een centrale aanpak van het dijkbeheer voor de Landen van Heusden en Altena. Hij deed dat in samenwerking met Jacob van Horne, heer van Altena, Johan van Nassau, kastelein van Heusden, de stad Dordrecht (voor Dussen en Werkendam) en Odile van Merwede, vrouwe van Eethen en Meeuwen.
Er kwamen drie dijkgraven: voor het Land van Altena, voor het Hollandse deel (Dordrecht, Dussen Muilkerk, Dussen Munsterkerk en Werkendam) en voor de hoge heerlijkheid Eethen en Meeuwen.
In 1750 kreeg dit dijkbeherend lichaam een nieuwe naam: Hoogheemraadschap van de Hoge Maasdijk van Stad en Land van Heusden. Het aantal heemraden werd uitgebreid naar tien: vier voor de stad, drie voor de Bovendorpen en drie voor de Benedendorpen. De kastelein van Heusden fungeerde qualitate qua als dijkgraaf.
Het Land van Altena kende al in 1444 een dijkgraaf en heemraad voor de Hogedijk. Na de inpoldering van het Nieuwland van Altena, kreeg het waterschap dat verantwoordelijk was voor het dijkbeheer in het Land van Altena, de naam Oudland van Altena. Vanaf 1590 benoemden de Staten van Holland de dijkgraaf. De heemraden werden gekozen door en uit de ingelanden, dus niet door coöptatie, zoals bij de Hoge Maasdijk.
En er was nóg een verschil. De Hoge Maasdijk hield tot in de twintigste eeuw vast aan het systeem van verhoefslaging (ingelanden waren verantwoordelijk voor het onderhoud van één bepaald dijkperceel, de hoefslag). Het Oudland van Altena daarentegen ging al in 1591 over op een omslagstelsel, waarbij het waterschap zelf de dijken onderhield en de kosten naar rato van het grondbezit omsloeg over de ingelanden. Een systeem dat in feite nog steeds van toepassing is bij de waterschappen.
Waren de Hoge Maasdijk en het Oudland van Altena dus verantwoordlijk voor het beheer van de grote dijken, alle inliggende polders (en dat waren er nogal wat) hadden verder hun eigen bestuur. Zo’n polderbestuur was verantwoordelijk voor de waterbeheersing in de eigen polder, dus voor het onderhoud van watergangen en eventuele sluizen of molens.
Vaak was er wel een aparte secretaris-penningmeester voor de waterstaatszaken, de zogenaamde “waarsman”. Vóór 1700 werd de dorpsrekening voor polderzaken nog jaarlijks afgehoord door de ingelanden, (die dus een vorm van controle konden uitoefenen), maar daarna nam de invloed van de ingelanden snel af. Sommige polders waren geheel in particulier eigendom, dus daar speelde een vorm van waterschapsbestuur al helemaal geen rol.
Dat veranderde allemaal na 1815. En tegenwoordig maakt het Land van Heusden en Altena deel uit van Waterschap Rivierenland.