
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het was al in december 1919 begonnen met een snelle stijging vam het rivierpeil. Enkele weken daarvoor had Den Haag groen licht gegeven voor een gedeeltelijke ophoging van de overlaat bij Beers en men was daar onmiddellijk mee begonnen; zelfs tijdens de Kerstdagen werd met man en macht gewerkt om de kade op de gewenste hoogte te krijgen.
Helaas spoelde in de nacht van 26 op 27 december 1.400 meter Beerse overlaatkade (van de ruim 4.200 meter) weg. Terwijl er nog hard werd gewerkt aan het herstel, begon op 11 januari 1920 het peil van de Maas alweer te stijgen en op 13 januari volgde opnieuw een doorbraak. De dag daarop liep vrijwel geheel Beers onder, met uitzondering van een aantal op terpen gelegen huizen en boerderijen.
Ook bij Cuijk ging het vervolgens mis: in de nacht van 15 op 16 januari stroomde het water de Polder van Linden binnen en in de heide ten westen van Cuijk bezweek een dijk. Overal werd dijkbewaking ingesteld. Op vrijdagavond de 16e schrokken de inwoners op van het klagende noodsignaal van Stoomzuivelfabriek Sint-Maarten. Een zwakke waterkering in de Grotestraat had het begeven en met geweld stroomde het water deze straat over naar het lager gelegen gebied aan de Kaneelstraat.
Men slaagde er in dit gat weer te dichten, al bleef men hier en op zoveel mogelijk andere plaatsen ’s nachts paraat. Maar bewaking kon niet verhinderen dat het op zaterdagochtend de 17e januari tussen drie en vier uur opnieuw misging, nu op de Valuwsche Dijk, niet ver van “Brouwers Buske”. Daar werd een gat van ruim tien meter geslagen. Terwijl de noodklokken luidden, baande het water zich een weg zuidwaarts.
In de Smitstraat, de Verlengde Molenstraat, Stationstraat, Kaneelstraat en Hapseweg stond het water één meter hoog. De fabrieksgebouwen van Van der Eijken nabij de spoordijk en de huizenrij langs de Verlengde Molenstraat hielden het water tegen. De spoordijk in het westen, de Valuwsche en Katwijksche Dijk in het noorden en oosten en deze huizenrij in het zuiden vormden zo een soort kom waarin het water opgestuwd werd.
Hoger en hoger steeg het, totdat het over de spoordijk heen stroomde. Uiteindelijk ontstonden er twee gaten in de dijk, elk ongeveer vijftig meter lang; de rails kwamen vrij te liggen. Dankzij deze doorbraak zakte het water in het dorpscentrum van Cuijk.
Al met al een weekeinde voor de inwoners van Cuijk om nooit meer te vergeten.