In vroeger tijden stond het er en nu nog, vlak bij de Eerschotse kerk tussen de Locxhof en de kerkweg. Tegenover den Himmel stond het huis en hof genaamd ‘Sint Barbara’, het sterfhuis in 1641 van Godefridus de Pulser, kanunnik der Collegiale kerk en Pastoor der Parochiekerk te Sint-Oedenrode. Een fragment van zijn grafzerk is nog altijd aanwezig in de Sint-Martinuskerk.
Dorothea van der Bruggen erfde het huis dat later ‘Den Himmel’ werd genoemd rond 1757. Ze stond in Sint-Oedenrode bekend als een kwezel, een naam voor een vrouw die zich in de ogen van het kerkvolk opvallend godsdienstig gedroeg. In haar testament vermaakte zij haar eigendom aan de Armen, maar andere personen maakten ook aanspraak op de erfenis. De zaak werd aanhangig gemaakt voor de schepenen van het dorp en lange verhoren werden afgenomen om inzicht in de zaak te krijgen. Uiteindelijk werden de Armen toch eigenaar, die het goed weer vrij snel verkochten.
Tegen het einde van de achttiende eeuw komen we de naam in de archieven tegen. In een akte staat te lezen dat er een meningsverschil was ontstaan bij de aan- en verkoop van schapen, waarbij naderhand bleek dat de schapen al ziek waren geweest bij de verkoop. Dit gebeurde in het huis en herberg van Gerardus van de Dungen "alwaar ‘Den Himmel’ uithing".
Het rijtje huizen wordt bij verkoop in latere jaren in de notarisaktes steeds ‘Den Himmel’ genoemd. Bij aanvang van het kadaster zijn alle drie de huizen eigendom van de weduwe Gerard van den Dungen.
Latere eigenaren waren o.a. de familie Van der Heijden, familie Maas en famlie Lathouwers. Van beroep waren ze herbergiers, strodekkers, linnenwevers, en winkeliers. Marinus Maas was metselaar en klompmaker.Thomas Lathouwers en Wilhelmina van Schijndel hadden acht kinderen. Een van de kinderen, zoon Anthonie, was kleermaker van beroep. Ook Anthonie komt in een koopakte voor als koper van een huis met erf en tuin genaamd ‘Den Himmel’, gelegen ter plaatse Eerschot. Hij was in 1872 gehuwd met Elisabeth Baas. Toen Anthonie was overleden werd er een boedelbeschrijving gemaakt, Elisabeth was op dat moment kasteleinse. In de boedel is er dan ook vermelding van een biljart en schenkkast. In 1879 hertrouwde zij met Johannes Muller, van beroep kleermaker en grondlegger van wat nu ‘Muller Mode’ is op de Markt. In 1880 verkochten zij het huis, dan sectie G 1125, staande op de hoek van Kerkdijk-Noord en Eerschotsestraat, aan Wilhelmus van Grinsven, broodbakker.
Latere eigenaars zijn Franciscus van Schaijk, daarna Hendrik van Deursen, van een huis met bergplaats en maalderij. Het pand is rond 1964 gesloopt.
Anno 2016 staat ‘Den Himmel’ nog altijd te lezen op het pand Kerkdijk-Noord 3.
Bron: Brabants Historisch Informatie Centrum: notarisakten, schepenakten, kadaster. W. Heesters in Heemschild (1980), afl.2, p. 25-30. Heemschild ( 1975) afl.3, p. 35-43. M. Rovers in Heemschild (1990), afl. 3 p. 105-107. Brochure ‘Rondgang door de Sint-Martinuskerk’.
Latere eigenaren waren o.a. de familie Van der Heijden, familie Maas en famlie Lathouwers. Van beroep waren ze herbergiers, strodekkers, linnenwevers, en winkeliers. Marinus Maas was metselaar en klompmaker.Thomas Lathouwers en Wilhelmina van Schijndel hadden acht kinderen. Een van de kinderen, zoon Anthonie, was kleermaker van beroep. Ook Anthonie komt in een koopakte voor als koper van een huis met erf en tuin genaamd ‘Den Himmel’, gelegen ter plaatse Eerschot. Hij was in 1872 gehuwd met Elisabeth Baas. Toen Anthonie was overleden werd er een boedelbeschrijving gemaakt, Elisabeth was op dat moment kasteleinse. In de boedel is er dan ook vermelding van een biljart en schenkkast. In 1879 hertrouwde zij met Johannes Muller, van beroep kleermaker en grondlegger van wat nu ‘Muller Mode’ is op de Markt. In 1880 verkochten zij het huis, dan sectie G 1125, staande op de hoek van Kerkdijk-Noord en Eerschotsestraat, aan Wilhelmus van Grinsven, broodbakker.
