
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De beide kernen Deursen en Dennenburg vormden ieder een eigen parochie. Die van Deursen was gewijd aan de H. Vincentius, die van Dennenburg aan de H. Michael. De gemeente, 537 ha groot en met een bevolkingsaantal van rond de 400 inwoners, was te klein om zelfstandig te kunnen voortbestaan. In 1923 is Deursen-Dennenburg dan ook opgeheven en samengevoegd met Ravenstein.
De naam Deursen, die in oudere bronnen voorkomt als Dorne, Doirne, Doerne, Deurne en Doren (en pas in de zeventiende eeuw als Dorsen) gaat op dezelfde stam terug als de plaatsnaam Deurne, met de betekenis van “doornen”. Misschien dat hier een relatie gelegd mag worden met de Maasheggen die uit meidoorns bestaan?
Over de naam Dennenburg (ook wel als Dennenborg of Derenborch gespeld) is wel de theorie geopperd dat dat zou komen van de 'den' als boom. Dennenburg zou dan de betekenis hebben van “woonplaats tussen de bomen”. Gezien de vroegste vorm van deze plaatsnaam, namelijk Derenburhc (vermeld rond 1225), is dat echter niet erg waarschijnlijk. De naamkundige Gysseling legde op basis van die oudste vorm een verband met het germaanse woord “darnja”, dat heimelijk, verborgen, geheimzinnig betekent. Dennenburg zou dan ook zoiets moeten betekenen als “geheimzinnige, verborgen woonplaats”.
De gemeente Deursen en Dennenburg behoorde tot de weinige plaatsen in Noord-Brabant die in 1815 geen gemeentewapen hebben aangevraagd. De gemeente heeft dan ook nooit een wapen gevoerd.
Deursen was waarschijnlijk al in de prehistorie bewoond. In ieder geval zijn er urnen met as gevonden uit de tijd van de Romeinen. Ook zijn er inheemse scherven uit de 1e en 3e eeuw opgegraven. In schriftelijke bronnen wordt Deursen pas voor het eerst genoemd in 1331.
De oudste schriftelijke vermelding van Dennenburg stamt van een eeuw eerder, maar duidelijk is dat de gemeenschap al ouder is: dat bewijst het kerkje dat aan Sint-Michael gewijd is. Het oorspronkelijke romaanse schip dateert uit de elfde eeuw. Dennenburg was in deze tijd nog een afzonderlijke heerlijkheid, die al gauw verenigd zou worden met de heerlijkheid van Neerlangel. In de 14e eeuw ging deze heerlijkheid op in de heerlijkheid van Herpen en Ravenstein.
In die tijd zullen er niet meer dan enkele honderden inwoners geweest zijn. Rond 1800 was het bevolkingsaantal iets meer dan 400. Halverwege de negentiende eeuw dreigde de bevolking even het aantal van 500 te overschrijden, maar de teller bleef steken op 495. Daarna zakte het aantal gestaag tot 385 in 1900. Bij de opheffing van de gemeente in 1923 was dat weer iets meer dan 400. In 2021 telde Deursen-Dennenburg ruim 650 inwoners.
De bevolking heeft zijn bestaan eigenlijk altijd voornamelijk in de landbouw gevonden. Een goede waterhuishouding was daarvoor natuurlijk van bijzonder belang. Al in 1331 werd door de inwoners van Herpen, Huisseling, Demen, Dennenburg, Deursen en Langel het initiatief genomen om een dijk en een sluis te bouwen bij Haren ter bescherming tegen het Maaswater.
Deze dijk liep van het uiteinde van de Harense dwarsdijk tot de bocht van de huidige Oude Maas, ongeveer waar nu de telecomtoren staat. Precies in die bocht mondde een wetering uit en daar werd een sluis gebouwd: de Harense, Diedense, Megense of Ravensteinse sluis. Een beheerscommissie, met afgevaardigden uit de zes genoemde dorpen, zorgde voor het onderhoud van dijk en sluis.
In de eeuwen daarna zouden nogal wat schermutselingen plaatsvinden over een andere dijk, de Groenendijk tussen Haren en Berghem: inwoners van Dennenburg probeerden regelmatig deze dijk door te steken, wanneer de Beerse Maas in actie was, tot groot ongenoegen van de Harenaren.
In de strijd tegen het water van de Beerse Maas zouden in 1804 de Huisselingsche en Deursensche Kade en de Dennenburgsche Kade aangelegd worden.
Aan de Rondestraat is in 1747 de achthoekige kapel van Sint-Rochus gebouwd. Sint-Rochus werd aangeroepen tegen de pest. Op 16 augustus is het Sint-Rochusdag. Vroeger kwam men dan van heinde en verre op bedevaart. Boven de deur van de kapel staat dan ook: 'degenen die geslagen zullen zijn door de pest en den bijstand van Rochus zullen aanroepen zullen gezondheid verwerven'. Tegenwoordig is de kapel regelmatig opengesteld voor publiek.
Vóór de Sint-Rochuskapel staat het Sint- Anthonies-huiske. Antonius Abt (met het varken) is net als de H. Rochus een pestheilige: ook Antonius bood bescherming tegen deze besmettelijke ziekte. Het heilige huisje is in 1636 gebouwd naar aanleiding van de pestepidemie die toen woedde.
In Deursen staat het klooster Soeterbeeck. Dat vond zijn oorsprong in het klooster van de Augustinessen in Nuenen. De zusters zijn in 1732 uitgeweken naar Deursen, waar ze onderdak vonden in een herenhuisje, Den Bogaert geheten, van de advocatenfamilie Van den Broeck. In 1845 stichtten de Zusters een bijklooster in Ravenstein, 'Huize Nazareth'. In 1906 werd er een kapel bij gebouwd. Sinds 1997 is het klooster onder beheer van de Katholieke Universiteit Nijmegen, dat het gebruikt als studiecentrum. De laatste raadsvergaderingen van de gemeente Ravenstein als zelfstandige gemeente hebben hier plaatsgevonden.
Het Michaëlskerkje in Dennenburg is al genoemd. De oorspronkelijke inrichting is er ooit uit gesloopt en overgebracht naar het kerkje van Bokhoven. Het heeft jaren als pottenbakkersatelier gediend. Rond 1980 is het aan de buitenzijde gerestaureerd.
Ook de oude pastorie en de vroegere schoolmeesterswoning uit 1924 houden de historie van Dennenburg zichtbaar, net als de oude boerderij van het “burgemeestersgeslacht” Van der Putten. De gemeente heeft 71 jaar (vanaf 1852 tot 1923) van de 112 jaar als zelfstandige gemeente een Van der Putten als burgemeester gehad.
Hele kleine monumentjes zijn de drie hardstenen grenspaaltjes op de grens van Dennenburg met Dieden en Demen. Ze zijn ongeveer 50 cm hoog en versierd met vellingkanten en groeven. De bovenkant is in piramidevorm. In de zijkanten staat “Deursen en Dieden” gebeiteld. Ze zijn waarschijnlijk geplaatst in 1895.