Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Schriftelijke bewijzen van het bestaan van Deuteren komen voor het eerst in de veertiende eeuw voor: in 1320 en 1321 wordt melding gemaakt van een baksteenoven en de verkoop van hout te ‘Euter’. In latere bronnen is sprake van een nederzetting ‘Cleyne Oterken’, ‘Oeteren’, ‘Uteren’ of ‘d’Euteren’. De nederzetting maakte vanaf deze tijd deel uit van de heerlijkheid Vught en Cromvoirt.
Die oudste benamingen geven al aan in welke richting we de betekenis van Deuteren moeten zoeken: het gaat om het element “uit”, dat buiten betekent. Dat kan buitendijks zijn, maar ook veraf gelegen.
Deuteren omvat in de late middeleeuwen enkele ‘schrale’ boerenbedrijven. De stalruimtes zijn opmerkelijk klein. Dat komt ook doordat de wateroverlast de mogelijkheden van grondgebruik beperkt, met uitzondering van het deelgebied ‘de 100 morgen’.
Al is het armoe troef in Deuteren, begin zeventiende eeuw ligt er ook een uitspanning, die eigendom van baron Van Grobbendonck is. Verder is op enkele kaarten uit die tijd een kapel in het gehucht ingetekend, ter hoogte van het huidige volkstuincomplex aan de Vlijmenseweg. Deze kapel wordt al in 1491 vermeld en was in 1603 nog steeds in gebruik.
Bij herhaling liggen de Deuterenaren binnen de vuurlinies van vijandelijke troepen die het op ’s-Hertogenbosch hebben gemunt. In 1629, het jaar van het beleg van ’s-Hertogenbosch, ligt het hoofdkwartier van kolonel Pinsen in Deuteren. Regelmatig moeten als gevolg van militaire schermutselingen de huizen en houtopstallen in Deuteren wijken, omdat de terpen en donken in en om Deuteren van strategische betekenis zijn.
Deze historische achtergrond van Deuteren, de overlast van het water, de belegeringen en de sluimerende ruzies met de ‘pronkzieke stedelingen’, heeft een duidelijk stimulerende invloed gehad op de trots en eigenzinnigheid van de Deuterenaren. Volgens overlevering dopten ze het liefst hun eigen boontjes en waren ze wars van wetten, regels en controle.
Doordat Deuteren op het kruispunt van belangrijke (handels)routes ligt tussen respectievelijk De Langstraat en de Meierij en ’s-Hertogenbosch en Cromvoirt, groeit het gehucht. Dat Deuteren een bekende ‘pleisterplaats’ is, valt op te maken uit het relatief grote aantal herbergen: vier maar liefst, op een totaal van zeventien gebouwen.
Over één van die herbergen, de boerderij Klein Deuteren van de familie De Leeuw, bestaat een website.
De Deuterenaren oefenen ook andere beroepen uit: turfsteker, landbouwer én kooiker. Op een kaart uit 1754 staan maar liefst vijf eendenkooien aangegeven. De handelsroutes blijven zich in de achttiende en negentiende eeuw verder ontwikkelen. Tot 1888 onderhoudt Van Gend & Loos een verbinding per diligence – de zogeheten ‘Hollandsche Rit’ – tussen ’s-Hertogenbosch, Waalwijk en Geertruidenberg, die over Deuteren gaat. Later wordt op dit traject een stoomtram in gebruik genomen.
Eind 1928 telde Deuteren 174 bewoners en in 1935 waren dat er 321. De verbeterde afwatering in het poldergebied maakte de buurtschap aantrekkelijker voor vestiging. Door de opheffing van de gemeente Cromvoirt in 1932 kwam Deuteren bij de gemeente ’s-Hertogenbosch.
In de jaren dertig werd Deuteren een zelfstandige parochie. De Sint-Annakerk was van 1937 tot 1965 in gebruik. De onderwijsvoorzieningen in Deuteren bleven beperkt. Van 1940 tot 1943 werd een bewaarschool voor kleuters ondergebracht in de woonkamer van de hoeve op de hoek van de Honderd Morgen. In 1949 verkasten de kinderen naar twee lokalen in het parochiehuis.
Tegenwoordig is Deuteren vastgegroeid aan de westelijke stadsrand van ’s-Hertogenbosch en onlosmakelijk met de stad verbonden, al is het oorspronkelijke dorpskarakter nog heel goed te herkennen, vooral in het stukje terpnederzetting met enkele boerderijen uit de periode 1850-1900.