
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Ze scheurde de navelstreng van de placenta af, bedekte het hoofd van de boreling met een doek en drukte het vervolgens langdurig zo stijf tegen zich aan dat de baby stikte. Het lijkje wikkelde zij in een krant die ze in een lade van een wastafelmeubel verborg. Autopsie door de doktoren Hust en Houben drie dagen later wees uit, dat het gezonde kind van vijftig centimeter lengte bij de geboorte nog had geleefd. Het neusje was ingedeukt en de inwendige inspectie wees uit dat het kindje was gestikt.
De Officier van Justitie vond deze gebeurtenis een hoogst ernstige zaak en eiste dan ook een zware straf, maar de rechtbank veroordeelde haar op 19 januari 1928 tot acht maanden gevangenisstraf.
Bij binnenkomst in het huis van bewaring had zij f 16,29 in haar bezit, als ook twee oorknopjes. Al vrij snel werd Helena overgeplaatst naar de vrouwengevangenis te Rotterdam. Na haar straf uitgezeten te hebben verhuisde zij naar Oosterhout, maar verbleef daar niet lang, want op 13 juli 1930 ging zij naar Den Haag, waar zij op diverse adressen woonde (Prinsengracht 166, Prinsengracht 101, Valentijnsstraat 201 en Korte Havenstraat 108). Waarschijnlijk werkte ze ook daar weer als dienstbode.
In de Hofstad ontmoette zij de Hagenaar Wilhelmus van Spronsen met wie ze op 17 juni 1934 trouwde. Het gezin kreeg daar voor de oorlog twee kinderen, Johannes Theodorus (21-10-1935) en Petrus Johannes (24-1-1937). De laatste was genoemd naar haar vader. Nadien zijn geen gegevens meer voor handen.
Wil je het hele vonnis lezen, klik dan hier.