
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Foto: P.J. Benoit, Voyage a Surinam. 19e-eeuwse plantagehouders en hun slaven in West-Indië.
Wat gaat er door de gedachten van Phelipa Damromund als zij op 14 oktober 1858 in vrijheid wordt gesteld? De 20-jarige slavin en haar vier maanden oude zoontje zijn niet langer eigendom, maar vrije mensen. Met toestemming van de erfgenamen van Phelipa’s voormalige eigenaresse, Eva Rojer-Evertsz. Onder die erfgenamen bevinden zich de kleinkinderen van Eva Rojer-Everts, de familie De Munck uit Veghel.
Grote liefde
De hervormde en mondaine De Muncks vallen op in het provinciaalse katholieke Veghel. In tegenstelling tot de meeste dorpsgenoten, die hun levenspartner op een plaatselijke kermis aan de haak slaan, vindt vader Izaak De Munck zijn grote liefde in West-Indië. Als officier van administratie bij de marine belandt hij in Curaçao. Hij ontmoet er de plantersdochter Wilhelmina Barbelina Rojer. De liefde bloeit op en Wilhelmina verruilt het warme Curaçao voor het kille Nederland. Ze komt in een gespreid bed. Behalve een prachtig herenhuis in de Veghelse Straat, bezit Izaak De Munck verschillende pachtboerderijen. Onder andere ‘Jan Abrahamslust’ in Zijtaart, afkomstig uit de erfenis van zijn vader.
Maar de kersverse bruid is ook niet de minste. Ze brengt in haar huwelijk een deel van de plantage San Hieronimo op Curaçao in. Deze 1.200 hectaren tellende plantage aan de voet van de Tafelberg San Hieronimo staat onder beheer van de familie Rojer-Evertsz. Net als de kleinere ‘tuinen’ Dokterstuin en Paradera in de Westpunt of Zuurzak nabij Willemstad. De Curaçaose plantages zijn klein, de opbrengst voor plaatselijk gebruik. Tot het bezit van de plantersfamilie Rojer behoren niet alleen de tuinen, maar ook de mensen die er werken. Slaven. Behalve slaven, wonen en werken er op de plantages ‘vrije lieden’. Dit zijn vrijgelaten slaven of hun nakomelingen. Vrijgelaten wegens trouwe dienst of ‘genegenheid’.
Vrije lieden
De Curaçaose samenleving is complex. Behalve de familie De Munck staat er op 14 oktober 1858 in Veghel ongetwijfeld niemand stil bij de diversiteit van die samenleving, de betekenis van slavernij of vrijheid. Maar de maatschappelijke discussie is dan al op gang gekomen. Vijf jaar later schaft Nederland de slavernij in de koloniën af. Als een van de laatste Europese landen. Ruim de helft van de Curaçaose bevolking bestaat dan inmiddels uit ‘vrije lieden’. Phelipa Damromund uit de erfenis van grootmoeder Rojer-Evertsz is er één van.
Dit verhaal verscheen eerder in Brabants Dagblad