In zelfs de meest keurige familie valt wel een zwart schaap te ontdekken. Maar bij de Pepers uit Veghel hoef je niet zo heel lang te zoeken voordat het eerste delict in de archieven opduikt. Antoon Vissers zette er een aantal op een rijtje.
Zo ging Martinus Pepers (geboren in 1816) ’s nachts vaak op dievenpad met zijn zeven jaar jongere broer Gerard én de vrouw van Martinus. Van hen zijn negen diefstallen zijn bekend en beschreven:
Bij Johannes van de Sanden wonende te Veghel (gehuwd met Regina Kanters)
Bij Johannes Merks wonende te Schijndel
Bij Antonie Aart Verbeek wonende te Veghel (gehuwd met Hendrina van den Tillaart)
Johannes Laurens van der Rijt wonende te Veghel (gehuwd met Maria van den Tillaart)
Theodorus van Melsvoort wonende te Sint Oedenrode (gehuwd met Henrica van der Rijt)
Willem van Eert wonende te Veghel
Bij Norbertus Klessen te Sint Oedenrode op de Koeveringse molen.
In de loods van Gerardus van Blakenbroek wonende te Veghel
Bij Jacobus Johannes Ketelaars wonende te Veghel. (gehuwd met Wilhelmina Vissers)
De eis van de rechtbank is dat er een schavot wordt opgericht waar de Pepers een half uur ‘te pronk’ worden gesteld met een papier op de borst waarop hun misdaad staat gedrukt. Verder plaatsing in een rasp of tuchthuis. Ook zullen hun misdaden op publicatieborden worden aangeplakt te 's-Hertogenbosch, Veghel, Schijndel en Sint Oedenrode. Er worden veel gestolen goederen aangegeven en daarover zijn er veel verhalen.
Bord met misdaden
Maar daar blijft het niet bij in deze familie. Bouwknecht Johannes Henricus Pepers - wonende te Schijndel - wordt op een schavot gegeseld en op zijn huid gebrandmerkt met de letter T. Hij is voor zijn werk in een herberg alwaar hij voor zijn baas werkt en neemt daar onder meer geld weg. Hij wordt op de markt een half uur te pronk gesteld met een bord waarop zijn misdaden staan. Ook krijgt hij in 1835 twee jaar en in 1856 acht jaar gevangenisstraf. Heeft daarvoor in de gevangenis gezeten te Woerden en Leeuwarden. Hij overlijdt in 1866 in het cachot in Leeuwarden.
Gerardus Theodorus Pepers, gehuwd met Teuniske Vissers, wonende te Erp, was echt krankzinnig. Zo zei hij dat hij zijn os naar de school zou sturen om hem daar te het lezen en schrijven te leren. Ook dat hij zijn os hazen zou laten vangen, en meer van die zottigheden. Op een maandag toen hij pap zat te eten, wierp hij zo maar, een potje weg waar room in gezeten had. Verder vertelde hij alleen maar onzin.
Gerit Pepers heeft zijn schoonmoeder Petronella Hanegraaf over de straat gesleept. Onder het slepen roepende "godome" en andere soortgelijke vloeken. Een bijzonder geslacht maar het levert wel gepeperde verhalen op…
Uit de volgende bronnen:
rechtbank Den Bosch BHIC toegang 22 inv. 74 rol 101
Wat een mooi verhaal! ik doe zelf ook onderzoek naar de familie Pepers (mijn oma is d'r een van Pepers).
De overgrootvader van Martinus en Gerardus heeft zich ook een keer een hoop op de hals gehaald toen, na inzameling van geld en spullen door buren, hij een huis had gebouwd op de gemeentelijke grond. Naar eigen zeggen kwam dit doordat enkele afgunstige buren waren gaan klagen.
De eis van de rechtbank is dat er een schavot wordt opgericht waar de Pepers een half uur ‘te pronk’ worden gesteld met een papier op de borst waarop hun misdaad staat gedrukt. Verder plaatsing in een rasp of tuchthuis. Ook zullen hun misdaden op publicatieborden worden aangeplakt te 's-Hertogenbosch, Veghel, Schijndel en Sint Oedenrode. Er worden veel gestolen goederen aangegeven en daarover zijn er veel verhalen.
