Een heel andere meester Sio

Zoals gebruikelijk in de jaren ’50 gingen de meisjes naar de huishoudschool en de jongens naar de ambachtsschool. Van de arbeiderskinderen ging een enkeling naar de Ulo of Mulo. Nog schaarser waren de kinderen die naar de HBS gingen. Zo was ik zowel binnen de familie de Crom als binnen de familie Franken van alle neven en nichten de enige, die naar de HBS ging. En dat was dan ook nog eens tegen de zin van de schoolmeester van de vijfde klas van de lagere school.

Extra tekenlessen

Mijn vier jaar oudere broer ging dus naar de ambachtsschool. Hij zou machinebankwerker worden. Ware het niet, dat hij opviel bij de leraar technisch tekenen. Inderdaad tekenleraar Sio. Hij heeft mijn broer na zijn opleiding nog een jaar lang apart gehouden op school om hem extra tekenlessen te geven.

Op z’n zestiende is mijn broer toen terecht gekomen op de tekenkamer van machinefabriek 'De Holland' in Bergen op Zoom. Tegelijkertijd volgde hij ’s avonds schriftelijke cursussen bij PBNA. Ook dat is typisch voor de jaren vijftig. Mensen met een lage opleiding, die door zelfstudie toch hoger op de ladder kwamen. Jan Marijnissen van de SP is daar een voorbeeld van. Maar ook vele vakbondsmensen.

Mijn broer heeft zeven jaar – met een breek voor de dienstplicht – op pure wilskracht en doorzettingsvermogen drie cursussen gedaan bij PBNA. En op die manier HTS niveau gehaald. En – ook typisch – hij keek neer op de mensen die rechtstreeks van de HTS kwamen. “Want die wisten niks van de werkvloer.”