Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De vroegste geschiedenis van het Antoniusgilde is in nevelen gehuld. Als het gilde net als veel andere gilden in Noord-Brabant voortgekomen is uit een kerkelijke broederschap, mogen we dat begin misschien koppelen aan de verschijning van een eigen Antonius-altaar in de Lambertuskerk, aan het eind van de 16e eeuw. Het is immers goed mogelijk dat er aan dit altaar een broederschap was verbonden, waaruit het Antoniusgilde zich heeft ontwikkeld. Zeker zijn we daar echter niet van.
Wat we wel zeker weten is dat er in 1712 een koningsplaat voor het Antoniusgilde is gemaakt en dat pastoor Bloemarts vanaf 1725 een dagboek bijhield, waarin jaarlijks het feest van het gilde van Sint-Antonius Abt werd vermeld. Een ander duidelijk markeringspunt is de goedkeuring van het reglement in 1721 door Walraat, Baron van Steenhuys, vrijheer tot Heumen, ambtman van de stad Grave en het Land van Cuijk. Die goedkeuring was duidelijk niet het begin, dus had het gilde groot gelijk toen het in 1961 zijn 250-jarig bestaan vierde. Maar men sloeg een beetje door toen men in 1984 al over de 665e verjaardag ging spreken.
Het gilde heeft overigens in de twintigste eeuw genoeg moeten meemaken: in 1940 brak er de dag na Nieuwjaar brand uit in het Gildenhuis Van Raay. Alle waardevolle bezittingen gingen verloren. Ter herdenking aan deze ramp werd er na de oorlog, in 1946, een zilveren herdenkingsplaat vervaardigd met de tekst “2 januari 1940 gingen alle gildeplaten van Sint-Antoniusgilde door brand verloren”.
Om het verloren gegane gildemateriaal weer een beetje op peil te brengen werd elke gildebroeder die een functie binnen het gilde had, gevraagd een herinneringsplaat te laten vervaardigen. Verder bracht men vanaf 1952 de voorraad zilver weer op peil door de frequentie van het koningsschieten te verhogen van een keer per drie jaar naar een keer per jaar.
In 1960 kreeg het gilde uniformen, waarin de kleuren groen van Sint-Antonius en blauw en wit van Maria zijn verwerkt. Daarnaast is het Antoniusgilde een van de weinige gilden met broeders in zwarte kostuums. Oorspronkelijk waren daaraan de oudere broeders te herkennen, als een soort raad van wijzen naast het dagelijks bestuur.