De Koningsweg behoort tot een van de weinige wegen in Esch die nog onverhard zijn en wordt vaak gebruikt als sluiproute tussen de Heikant en de Leunisdijk.
Foto's: F. v.d.Langenberg
Aan de Koningsweg, vroeger Essche-Reen genoemd, ligt de voormalige boerderij, gebouwd in 1861. Het pand is in de zestiger jaren verbouwd tot woning en draagt nu de naam “Essche Hoeve”. De gevels zijn wit geschilderd. Het dak is gedekt met riet en de dakvoet met pannen. Het geheel wordt omgeven door bomen en struiken.
Koning Willem II
Rond 1832 maakte dit perceel deel uit van een grote heidevlakte, de Essche gemeint of Essche Reen genaamd, die in handen was van de gemeente van Esch. In 1855 werd Willem II, koning der Nederlanden, vermeld als eigenaar. Vermoedelijk komt hier de naam Koningsweg vandaan.
Het nieuwe huis was in 1861 samen met het erf een roede en zestig ellen groot en eigendom van Andries Hezemans. Antonie Liebregts, arbeider in Esch, bezat het pand in 1887. Hij verkocht het in 1891 aan Cornelis van de Laar die gehuwd was met Maria, weduwe Van Thiel. Toen Cornelis en Maria overleden waren werden de kinderen Petronella, Christianus en Adriana de eigenaars. Christiaan, in Esch beter bekend als Chriest Laar, kocht de boerderij en bewoonde deze zelf. In 1962 kocht de priester H. Sondaal de boerderij van hem en liet deze verbouwen tot woonhuis. Hij betrok het pand samen met mevr. J. Schermer-Voest. H. Sondaal was geboren te Amsterdam op 4 maart 1898. Hij werd in 1924 in Leiden priester gewijd en was jaren lang rector van een meisjespensionaat in Oestgeest.
Nieuwe vertaling van de bijbel
Mevr. J. Schermer-Voest werkte aanvankelijk ook in Oestgeest maar werd in 1968 benoemd tot directeur van de Katholieke Bijbelstichting. Samen verzorgden zij een nieuwe vertaling van de bijbel. Tijdens het tweede Vaticaans Concilie werkten ze beiden enige tijd in Rome. Monseigneur Herman Sondaal werd in 1972 geheim Kamerheer van de Paus, en was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en Ridder in de Kroonorde van België. Hij overleed te Boxtel op 25 november 1988 in het 64-ste jaar van zijn priesterschap. Mevr. J. Schermer-Voest werd in 1968 eigenaresse van deze voormalige boerderij. Zij overleed op 1 september 2005. Zowel monseigneur Herman Sondaal en mevrouw Josephine Schermer Voest zijn begraven in Esch. Hun grafzerken liggen naast elkaar in de schaduw van de oude kerktoren. De grafzerk van mevrouw J. Schermer Voest is uitgevoerd in de vorm van een bijbel.
Momenteel is het pand Koningsweg 1 in handen van de fam. Van ’t Sant.
Bronnen:
Monumenten van Haaren Helvoirt Esch Biezenmortel, 2002
Mevr. J. Schermer-Voest werkte aanvankelijk ook in Oestgeest maar werd in 1968 benoemd tot directeur van de Katholieke Bijbelstichting. Samen verzorgden zij een nieuwe vertaling van de bijbel. Tijdens het tweede Vaticaans Concilie werkten ze beiden enige tijd in Rome. Monseigneur Herman Sondaal werd in 1972 geheim Kamerheer van de Paus, en was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en Ridder in de Kroonorde van België. Hij overleed te Boxtel op 25 november 1988 in het 64-ste jaar van zijn priesterschap. Mevr. J. Schermer-Voest werd in 1968 eigenaresse van deze voormalige boerderij. Zij overleed op 1 september 2005. Zowel monseigneur Herman Sondaal en mevrouw Josephine Schermer Voest zijn begraven in Esch. Hun grafzerken liggen naast elkaar in de schaduw van de oude kerktoren. De grafzerk van mevrouw J. Schermer Voest is uitgevoerd in de vorm van een bijbel.
