skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Een lijkenhuisje en een logement in de Eerschotsestraat

Circa 1859 is sectie G 931 en G 932 in handen van Petrus Cornelus Passier. In 1869 verkoopt hij de percelen aan de Diaconie der Hervormde Gemeente te Sint-Oedenrode, die blijkens het kadaster een lijkenhuisje in de tuin bouwt. Het huis heeft dan huisnummer A 304.

Rond 1879 is het huis  eigendom van Willem de Jonge, borstelmaker, gehuwd met Gerritje Weideman. Dit gezin heeft eerder gewoond op de Boskantseweg (het kerkske), de Lindendijk, de Eerschotsestraat en de Streepenstraat.

Lindendijk 23 en 25 (nu gesloopt), waar de familie De Jonge voor 1879 woonde. De huizen zijn rond 1872 in opdracht van Jonkvrouwe Elisabeth Jacoba Allegonda Victorina de Girard de Millet van Coehoorn gebouwd.

Later werd het pand verkocht aan Johanna en Petronella van Deursen. Nog in 1931, wanneer zij bezitters zijn van het pand, vragen ze voor het lijkenhuisje vergunning tot sloop en herbouw aan. Voor de Tweede Wereldoorlog wonen er Johannes de Wit en zijn vrouw Geerdina van Deursen en kinderen.

Logement

Rond 1911 huurt Michaël Vetter, gepensioneerd Oost-Indisch militair, het pand in de Eerschotsestraat. Vetter is geboren op 22 augustus 1849 in Karbach (Beieren) en overlijdt in 1923 te Sint-Oedenrode in het Sint-Odagesticht. Hij vraagt een logementsvergunning aan, waartegen geen bezwaar bestaat, al wordt er wel onderzoek naar het logement gedaan.

Signalement van Michael Vetter in het gevangenenregister van 1911.

Uit dat onderzoek blijkt, dat zich in de logeerkamer drie met beddengoed opgedekte houten ledikanten bevinden. Dat beddengoed is echter te vuil en te smerig om met een tang aan te pakken. Een wasgelegenheid voor de nacht ontbreekt, logeergasten moeten zich wassen aan de pomp. Als je het vertrek binnenkomt, slaat je een ondraaglijke vuile en muffe lucht tegemoet.

De andere kamer die voor nachtlogies bestemd was, was nog niet ingericht. Het was een bergplaats, waarin steenkolen en andere brandstoffen lagen opgestapeld. De controleurs merkten op dat de mensen die er ‘s nachts onderdak kregen, personen waren van het allerminste allooi: landlopers, bedelaars, venters en alle mogelijke vagebonden.

Er wordt veel sterke drank verkocht en gedronken, zonder dat er een wettelijke vergunning voor is. De politie heeft Vetter echter nooit op een drankovertreding kunnen betrappen, hoewel hij wel meermalen veroordeeld is voor openbare dronkenschap. Zijn echtgenote staat in de publieke opinie op zedelijk gebied slecht aangeschreven, maar de controleurs kunnen geen feiten aanbrengen om die opinie te staven.

Bouwtekening Eerschotsestraat 33.

De opvoeding van een kind van Vetter is al door de regering overgenomen. Het tweede kind Maria (11 jaar) heeft zich het laatste jaar aan verschillend diefstallen schuldig gemaakt. Het gezin Vetter kan niet anders worden gekwalificeerd dan als “een rommelzooitje van de ergste soort”.

De rapporteurs moeten concluderen dat desondank geen afdoende bewijzen op wettige gronden zijn om het verzoek te weigeren. Tot hun spijt, want “het zou uit een redelijk oogpunt te betreuren zijn, wanneer het verlenen der logementvergunning niet voorkomen kon worden.”

Bronnen:
BHIC, Notariële akten Sint-Oedenrode 1642-1935, toegang 7637.
BHIC, Gemeentebestuur Sint-Oedenrode 1934-1969, toegang 7635.
BHIC, Gemeentelijk Kadaster Sint-Oedenrode 1832-1971, toegang 7739.
BHIC, Bevolkingsregisters Sint-Oedenrode, toegang 7634, inv.nrs. 1605-1698.
BHIC, Arrondissementsrechtbank ’s-Hertogenbosch 1838-1839, toegang 24, inv.nr. 490: strafvonnissen 1910, rolnummer 175 (20-12-1910).
BHIC, Gevangenissen in Eindhoven, 1814-1922, toegang 54, inv.nr. 98, Inschrijvingsregister gedetineerden, 1911-1912.

Reacties (1)

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 30 juli 2019 om 13:23
Wat een mooi woord 'rommelzooitje'. Ik kan me er meteen bij voorstellen hoe het gezin er uitzag en hoe het functioneerde :).
Bedankt Willie, voor dit mooie verhaal.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.