Lithoijen is in 1906 toe aan een nieuw gemeentehuis. Het oude, dat zeer waarschijnlijk al van de 18e eeuw was, voldeed in 1893 al niet meer, maar toen was er te weinig in kas om er iets aan te doen. Nu omschrijft burgemeester G.J.A. van Heeswijk de toestand van de gemeentekas als “rooskleurig” en de raad blijkt 3.000 gulden over te hebben voor een nieuw gemeentehuis.
Na een kleine verkenning in de regio – er worden in 1906 ook elders raadhuisplannen uitgebroed – komt het voorbeeld Herpen als het beste uit de bus, zelfs bij een bouwsom van 500 gulden meer. Dus architect Egidius Janssen uit Neerloon kan aan het werk. Bij de aanbesteding echter komt als laagste een bedrag van 4.420 gulden uit de bus. Ook al wil de bewuste aannemer onderhands 200 gulden laten vallen, de gemeentefinanciën laten het niet toe. Er zal 1.500 gulden moeten worden geleend, “zoo mogelijk bij de Boerenleenbank alhier”.
Tot ieders ontsteltenis reageert de bank negatief. Wat nu? Gemeentesecretaris G.H. van de Schans, die overigens ook kassier van de weigerachtige bank is, voorkomt dat de hele zaak in een impasse terechtkomt. Hij leent de gemeente het benodigde bedrag van 1.500 gulden, en de bouw kan beginnen.
De vermelding van zijn naam op het gedenksteentje naast de ingang van het nieuwe gemeentehuis krijgt daarmee extra glans. En dan te bedenken dat dezelfde Van de Schans tegelijkertijd voor zichzelf een nieuw huis laat bouwen (nu: Langwijkstraat 21).
Na een kleine verkenning in de regio – er worden in 1906 ook elders raadhuisplannen uitgebroed – komt het voorbeeld Herpen als het beste uit de bus, zelfs bij een bouwsom van 500 gulden meer. Dus architect Egidius Janssen uit Neerloon kan aan het werk. Bij de aanbesteding echter komt als laagste een bedrag van 4.420 gulden uit de bus. Ook al wil de bewuste aannemer onderhands 200 gulden laten vallen, de gemeentefinanciën laten het niet toe. Er zal 1.500 gulden moeten worden geleend, “zoo mogelijk bij de Boerenleenbank alhier”.
