
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De Nederlandse marineofficier Jan van Speijk groeit op als wees in Amsterdam, komt op zijn achttiende bij de marine en vecht tijdens de Java-oorlog (1825-1830) zo nietsontziend dat hij de ‘Schrik der Roovers’ wordt genoemd. Zijn strijd tijdens de Belgische Revolutie (1830) levert hem daarna de Militaire Willems-Orde op, de hoogste Nederlandse dapperheidsonderscheiding. Maar op 5 februari 1831 komt er een eind aan zijn militaire carrière en zijn leven: dan laat Van Speijk zijn eigen kanonneerboot exploderen in de haven van Antwerpen om te voorkomen dat de munitie in handen valt van de Belgen.
Enkele dagen later wordt een deel van het stoffelijk overschot van Van Speijk gevonden. Dit wordt vervolgens overgebracht naar Amsterdam waar het een plek krijgt in een praalgraf in de Nieuwe Kerk. Hoe dat begraven lichaam eruit heeft gezien, weten we dankzij deze tekening. Het komt uit Charters Provinciaal Genootschap van Kunst en Wetenschappen, 1303 – 1845 (toegangsnummer 221, inventarisnummer 1765).
In het dossier zit verder een rapport dat Van Speijk eigenhandig schreef aan boord van korvet Triton. Daarop tekent de marineofficier aan dat hij op 23 mei 1829 57 mijl met de Triton heeft gevaren en dankzij Google Maps Coördinaten komen we er ook al snel achter waar dat moet zijn geweest: vlakbij kaap De Goede Hoop.
Met de Triton komt Van Speijk veilig thuis maar dat geldt niet voor zijn reis met de kanonneerboot nummer twee in de haven van Antwerpen; de boot waaraan voor altijd zijn bekende uitspraak is gekoppeld. Maar meer waarschijnlijk komt dat citaat uit een brief aan zijn nicht op 19 december 1830. Daarin schreef hij dat eerder nog boot en kruid en mij de lugt in gaat dan immer een infaame Brabander te worden of het vaartuig overtegeven. Nog geen anderhalve maand later steekt Van Speijk de lont in het kruit, met alle gevolgen vandien. Volgens de overlevering wordt zijn stoffelijk overschot geidenticifeerd door de Willemsorde op zijn kledij...