skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Eerste auto komt (heel misschien) uit Sint-Michielsgestel

De hele voorpagina van de Katholieke Illustratie in 1886 is maar aan één verhaal gewijd: het stoomrijtuig “Noviomagum”. Een grote tekening toont het bijzondere rijtuig zonder paarden, bestuurd door zijn uitvinder Peter van Rijn. Maar de vinding van Van Rijn krijgt geen navolging en in 1932 overlijdt deze uitvinder - oud en miskend - in het Liefdeshuis in Sint-Michielsgestel.

Voorpagina Katholieke Illustratie 1886 over het bijzondre rijtuig zonder paarden

Van origine is Peter van Rijn geweermaker in Nijmegen maar het liefst rommelt hij in zijn werkplaats en probeert nieuwe dingen te maken. Zo komt hij ook op zijn stoomrijtuig: “een rijtuig met een lengte van 2,80 meter en een doorgangsruimte van 1.40 meter”, zo lezen we in de Katholieke Illustratie. De krant beschrijft uitvoerig alle technische details van dit rijtuig – bestemd tot vervoer van vier personen, bestuurder inbegrepen - maar geeft ook een inkijkje hoe het er in de praktijk aan toegaat:

“De bestuurder met een daarnaast zittend persoon rijdt vooruit, de twee overige personen achteruit. De bestuurder zit rechts van de machine en bestuurt van daaruit met het aldaar geplaatst handvatsel het geheele voertuig. Hij kan met de linkerhand zeer gemakkelijk elk handvatsel van de machine bedienen en tevens het stoken van den ketel verrichten.” Ook handig bij “onverhoopte omstandigheden”: er zit een rem op die met de voet wordt bediend.

De journalist van de Katholieke Illustratie blijkt behoorlijk onder de indruk van het geheel: het voertuig in quaestie neemt maar een bescheiden ruimte in, is goed beweeglijk en – niet onbelangrijk – heeft een zeer gering verbruik aan kolen. Conclusie: “Dergelijke voertuigen toch kosten van onderhoud nog niet de helft van hetgeen een paard vereischt en toch doen zij veel meer arbeid.” Maar de meningen lopen uiteen want bestuurders van de Arnhemse paardentram denken er twee jaar later in1888 heel anders over. “De wagen schokte en slingerde zeer en voorlopig wordt er zelfs niet over gedácht de paardentram voor een dergelijk voertuig in te ruilen”, zo werd opgetekend.

Het is lastig in te schatten wie hierin gelijk heeft maar feit is dat de uitvinding van Van Rijn nooit daadwerkelijk succesvol is geworden. “Het is den armen "uitvinder" niet meegeloopen. Allerwege in Nederland ondervond de man miskenning en een jaar later zag hij te Parijs zijn werk nagemaakt, zoodat een ander met de eer is gaan strijken. Na een leven van eenvoud is deze man in het Liefdehuis der Zusterkens te St. Michielsgestel overleden”, staat in de Nieuwe Tilburgsche Courant van 2 maart 1934. 

Om het nog treuriger te maken: er kan sterker worden getwijfeld of dit echt de eerste ‘auto’ is. Een dergelijke constructie kent zeker twee voorgangers: de wagen van Stratingh en Becker uit 1834 en de driewieler die in 1870 door Johan Loeff in Den Bosch werd gemaakt. In het beste geval kan Van Rijn wellicht nog aanspraak maken op het zuinigste rijtuig want het gebruik aan kolen is “zoo gering dat de kosten van exploitatie bijna niet in aanmerking komen”.

Wil je meer weten over Brabantse auto's en motoren tussen 1906 en 1951? Klik dan op De auto van m'n opa en check of jouw opa (of oma) ook in een mooi bolide reed!

Reacties (2)

Gerard H.A.A. de Bie
Gerard H.A.A. de Bie zei op 17 mei 2016 om 14:16
Deze man verdient toch op zijn minst dat er een straat of plein naar hem vernoemd wordt als dit er nog niet is. Ere wie ere toekomt.
Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 18 mei 2016 om 13:23
Dat zou hem inderdaad recht doen, Gerard.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen