
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Door Esch loopt de Essche Stroom, die vanuit het zuidwesten naar het noordoosten stroomt. De Essche Stroom mondt bij Halder (gemeente Sint-Michielsgestel) uit in de Dommel.
Ten noordoosten van de dorpskern wordt de Essche Stroom ook wel het Halse Water genoemd. Op de grens met Boxtel stroomt de Kleine Aa in de Essche Stroom. Aan de westkant van het dorp ontspringt de Oude Leij.
Esch ligt op een zandige ophoging in het landschap, op ongeveer 7 m. boven NAP, middenin lager gelegen broeklanden langs de rivier. Het dorp heeft een prachtige historische kern, met veel monumenten.
De oude kern wordt gevormd door lintbebouwing langs enkele straten op de oostelijke oeverwal van de Essche Stroom, met twee oude beekovergangen naar Haaren en naar Vught. Twee andere straten gaan richting Boxtel en Sint-Michielsgestel. Op het kruispunt van deze wegen is een klein marktplein met daaraan het (voormalige) gemeentehuis.
Per 1 januari 1996 is Esch ten gevolge van een gemeentelijke herindeling als gemeente opgeheven. Het dorp werd met Haaren, Helvoirt en Biezenmortel samengevoegd tot de nieuwe gemeente Haaren. Op haar beurt werd de gemeente Haaren per 1 januari 2021 opgeheven. Esch werd toegevoegd aan Boxtel, Biezenmortel aan Tilburg, Haaren aan Oisterwijk en Helvoirt aan Vught.
De naam Esch is afgeleid van de gelijknamige boom en betekent dus zoiets als "plaats waar essen groeien". De oudste variant van deze plaatsnaam is "hesc". Zo komt hij voor in een oorkonde uit 773, de oudste schriftelijke vermelding van Esch. De oorkonde betreft een schenking van vier hoeven onder Esch aan de abdij van Echternach (Luxemburg).
In 1817 verleende de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Esch een gemeentewapen, dat bestaat uit een es van goud op een schild van lazuur (blauw). Het schild wordt vastgehouden door St. Willebrord, de patroonheilige van de Essche parochie. Dit gemeentewapen was gebaseerd op het zegel dat de schepenbank gebruikte om oorkonden te bekrachtigen. Het gebruik van dit schependomszegel is in de vijftiende eeuw begonnen.
Het grondgebied van Esch is al ver vóór 773 bewoond geweest. Daarvan getuigen de Romeinse graven uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. In die graven zijn unieke kunstvoorwerpen aangetroffen, zoals het barnstenen beeldje van Bacchus, dat nu in het Noordbrabants Museum te zien is. Maar de bewoning van Esch gaat nog verder terug: er is ook een urnenveld gevonden uit de late Bronstijd, dat wil zeggen uit de periode tussen 1200 voor Christus en 50 na Christus.
Over de grootte van de bevolking weten we pas iets vanaf de vijftiende eeuw. In 1438 werd een zogenaamde haardstedentelling gehouden, een soort volkstelling op basis van woningen. In Esch waren in dat jaar 48 haardsteden, wat neerkomt op ongeveer 250 inwoners. Het dorp bleef tussen de 250 en 300 inwoners tellen tot aan het eind van de achttiende eeuw. In 1815 kwam het inwonertal voor het eerst boven de 300, namelijk 324. In 1870 werd de 500 bereikt. Vervolgens duurde het tot 1955 voor dat aantal verdubbeld was en in 1971 werd Mark Verhagen als 1.500ste inwoner geboren.
Toen de gemeente Esch op 1 januari 1996 ophield te bestaan als zelfstandige gemeente, telde het dorp nog net geen 2.000 (namelijk 1.959) inwoners. Inmiddels is die barrière wel gehaald: anno 2005 telde Esch 2.217 inwoners, 16 jaar later waren dat er nog 2.165.
Door de eeuwen heen is het voornaamste middel van bestaan voor de Esschenaren de landbouw geweest. Maar door de ligging van het dorp, aan een doorwaadbare plaats in de Esschestroom, op een doorgaande route, waren er zeker tot in de achttiende eeuw ook enige herbergen van belang. Ook kende Esch tot in die tijd enkele brouwerijen.
Binnen de teelt van de voornaamste gewassen, rogge, haver, boekweit en aardappelen treedt in de tweede helft van de negentiende eeuw een verschuiving op: de aardappelen zijn aan het eind van de negentiende eeuw duidelijk het belangrijkste gewas, terwijl de teelt van boekweit bijna geheel verdwenen is.
Ook de veestapel veranderde langzaam van samenstelling: tegenover een gestage groei van het aantal koeien en varkens (van respectievelijk circa 225 en bijna 100 rond 1850 naar 325 en ruim 250 in 1900) staat een even gestage afname van de hoeveelheid schapen (van een kleine kudde van 60 schapen rond 1850 naar helemaal geen kudde meer in 1900).
Het aantal paarden bleef redelijk stabiel in de negentiende eeuw, namelijk rond de 50. Dat zou pas veranderen met de invoering van tractors. Na de tweede wereldoorlog verdween het boerenpaard nagenoeg helemaal. Wat bleef was de Essche paardenzegening.
De lokale nijverheid was nagenoeg volledig gericht op de lokale behoeften (bakker, slager, smid). Enkele brouwerijen bedienden voor 1900 een ruimer gebied, maar konden het economisch uiteindelijk toch niet bolwerken. In de loop van de negentiende eeuw verdwenen ze bijna allemaal.
Dankzij de landbouw kent Esch nog steeds een aantal mooie boerderijen. De oudste nog bestaande boerderij is uit 1662. Het is een kortgevelboerderij aan de Witvensedijk. De bijbehorende schuur stamt uit 1758.
De boerderij Postelstraat 76 bezit een achttiende-eeuwse Vlaamse schuur. Ook achttiende-eeuws zijn de boerderijen aan de Pickensteeg 1 en de Gestelseweg 1. Een achttiende-eeuwse langgevelboerderij staat aan de Lochtenberg 5. Uit de negentiende eeuw zijn eveneens een paar gave voorbeelden van plattelandsarchitectuur overgebleven: Broekstraat 1 en 3, Groenendaal 2, Postelstraat 21 en Haarenseweg 24. Deze laatste boerderij stamt uit 1909.
Esch kent ook enkele monumentale woonhuizen. Een van de belangrijkste is wel de "Fundatie voor zes Oude Mannen" aan de Haarenseweg. Dit gasthuis is oorspronkelijk gesticht in 1491. In 1803 is het toenmalige huis herbouwd. Dit pand is in de zestiger jaren van de twintigste eeuw grondig gerenoveerd.
Gave woonhuizen uit de achttiende eeuw zijn Leunisdijk 2 en 7. Karakteristiek is het gemeentehuisje uit 1856.
Het oudste overblijfsel van kerkelijke architectuur is de kerktoren van de Willibrorduskerk. Deze stamt uit de tweede helft van de vijftiende eeuw. De huidige kerk die aan deze toren gebouwd is, stamt uit 1927. Het is een ontwerp van architect J. van Groenendaal. Naast de kerk bevindt zich op het kerkhof nog een negentiende-eeuwse Calvarieberg.
Als de kastanjebomen gaan bloeien, worden alle nieuwe inwoners van Esch uitgenodigd om met elkaar en de andere bewoners kennis te maken tijdens de Bierpompfeesten. Deze traditie bestaat al sinds 1965.