
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In 1827 werd geconstateerd dat de toren van de Sint-Petrusbasiliek in zeer slechte staat verkeerde. Van hogerhand werd beslist dat de klokken niet meer geluid mochten worden totdat de toren grondig was gerepareerd. Door de burgemeester werden diverse deskundigen ingeschakeld om de toren te inspecteren en een begroting voor het herstel van de toren op te stellen. Uit de inspecties bleek dat een grondige reparatie van de fundamenten tot de toerenspits, zowel aan de binnen- als de buitenkant hard nodig was. Dit resulteerde erin dat het herstel op 3.100 gulden werd begroot. In 1829 keurde de provincie de begroting goed en kon een bestek worden opgesteld. Er vond een aanbesteding plaats waarop acht aannemers inschreven.
Het werk werd gegund aan P. van Poppel, een aannemer uit Princenhage, met als compagnon Cornelis Vergouwen een timmerman uit Etten en een zekere Jan Willems. Belangrijk is nog te vermelden dat de steigerbouw aangenomen werd door de firma Wijers uit Tilburg en dat Jan en Martinus Essens tot opzichters werden benoemd.
In mei 1829 werd met de werkzaamheden begonnen. Zoals in alle voorafgaande dagen beklom de aannemer Cornelis Vergouwen uit Etten met enige van zijn werklieden eind juli de toren om aan het werk te gaan. Aangekomen op een aanmerkelijk hoogte stortte de steiger waarop zij stonden plotseling in. In zijn val sleepte Vergouwen zijn werklieden met zich mee. Vergouwen en een van zijn werkmensen overleden kort daarna, de anderen waren minder of meer zwaargewond.
Volgens de overlijdensakte was Cornelis Vergouwen op 30 juli 1829 om halfvijf die morgen in Oirschot overleden. De andere overledene was mogelijk de 42-jarige metselaar Jan van de Laak uit Oirschot die volgens de overlijdensakte opgemaakt door de gemeente Oirschot de avond daarvoor op 29 juli 1829 om zeven uur aldaar was overleden.
Cornelis Vergouwen werd op 14 maart 1788 in Etten geboren en was getrouwd met Antonia Wagenmakers die op 11 september 1788 eveneens in Etten geboren was. Het echtpaar ging wonen op ’t Wipend op de Markt in Etten waar Cornelis als timmerman een aannemersbedrijfje uitoefende. De zaken moeten goed gegaan zijn, want zij konden zich een inwonende knecht permitteren. Daarin kwam door het plotselinge overlijden van Cornelis rigoureus verandering.
Zijn vrouw Antonia Wagemakers bleef met zeven kinderen, variërend in de leeftijd van zeven tot vijftien jaar, achter. Als spinster probeerde Antonia de eindjes aan elkaar te knopen daarin bijgestaan door haar dochters Francisca en Goverdina, die als mutsenmaaksters de kost probeerden te verdienen. Later kwam daar de zoon Adrianus bij die in het ouderlijk huis als schoenmaker aan de slag ging. Moeder Antonia overleed op 13 maart 1850 op 61-jarige leeftijd. Haar zoon Adrianus trouwde in 1853 met Adriana Deenis en bleef wonen in de ouderlijke woning.
Na het ongeval werd de aannemer ‘van zijn taak ontheven’ omdat hij de reparatie niet naar behoren had uitgevoerd. In 1887 werd de kerk door L.C. Hezemans gerestaureerd. Blijkbaar was de restauratie niet adequaat uitgevoerd want zeventien jaar later, in 1904, stortte de kerktoren gedeeltelijk in.
Heemkundekring “De Heerlijkheid Oirschot” - Van Den Herd (jaargang 11, nummer 3)
Bredasche courant d.d. 08-08-1829
West-Brabants Archief in Bergen op Zoom en Regionaal Historisch Centrum in Eindhoven voor genealogische gegevens
Het Rijksmonumentenregister