
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Deze foto hierboven werd enige tijd terug gebruikt in de rubriek Kijk naar toen. Precies deze locatie maakte bij mij verhalen los aan de oorlogsjaren. Want in oktober 1944 werd Haaren stevig beschoten vanuit Esch. Achter het huis dat je op de foto ziet, stond een molen. Samen stonden het huis en de molen in het schotsveld - voor de beschietingen van de kerktoren. De bevrijders (het Geallieerde leger van de Scottish 51ste Highland Divisie) gingen ervan uit dat er zowel in de molen als in de kerktoren van Haaren uitkijkposten van de Duitsers zaten. Tijdens de beschietingen raakten beide gebouwen mede daardoor zwaar beschadigd.
In het huis op de foto woonden mijn oma en opa Schuurmans - vanaf 1930 tot 1961 - met hun kinderen Jos, Anna, Miet, Johan, Albert en Harrie. Het gezin woonde in de oude veldwachterswoning, naast de molen De Hoop/Zelden Rust van de familie Vermelis, dat bemalen werd door de familie Harrie Roozen. De molen en het huis waren in die jaren één van de eerste bebouwingen van het dorp Haaren, gezien vanuit de richting Esch Heesakker.
Bij onze familie waren twee Duitsers ingekwartierd. De ene was Karel Wenusch, een Sudeten Duitser die thuis een gezin had en de dienstplicht als onontkoombaar zag. De andere Duitse soldaat was Hans Thutel. Hij was nog jong, niet veel ouder dan wij, heeft Johan Schuurmans (zelf geboren in 1928) ons wel eens verteld. Die twee Duitsers kwamen regelmatig achterom binnen, direct de huiskamer binnen, op zoek naar gezelschap. Ze spraken met handen en voeten Duits en vooral mijn opa Driek Schuurmans probeerde hetzelfde met Nederlands te 'verduitsen'. De communicatie was vriendelijk en de sfeer gemoedelijk. Ze sliepen beneden met tweeën in een bed. Karel Wenusch was de aardigste van de twee. Nadat hij op verlof naar Duitsland ging, hebben nooit niets meer van hem vernomen.
De ander was een echte Pro-Duitser; Karel waarschuwde ons al dat hij niet te vertrouwen was. Er werd stevig gedronken tijdens de diensttijd. Bij het wisselen van de wacht was er altijd veel kabaal en lawaai. Geweren tikten op de houten vloer als teken dat men in de houding moest staan. Alle handelingen gingen volgens protocol. Op zekere nacht was er een hels kabaal van tieren en vloeken. Er werd met de geweerkolven op de houten vloer gebonkt. Wij dachten dat ze gingen schieten. De volgende morgen kwam Karel vertellen wat er die nacht gebeurd was: één van de Duitse soldaten had zich van pure ellende verhangen. De plek des onheil was een schuur op de Haarendijk waar toe de familie van den Broek woonde.
Op dinsdag 31 augustus 1943 waren twee agenten Ben Ubbink en Pieter Dourlein, betrokken bij het Englandspiel. Enkele Russen waren erin geslaagd uit kamp Groot-Seminarie in Haaren te ontsnappen. De Duitsers maakten jacht op hen en dacht dat ze ergens ondergedoken zaten in de omgeving van Haaren. De Duitsers vermoedden dat er onderduikers in het huis van de familie Schuurmans aan de Roonsestraat zaten. Het hele gezin moest wachten op het weiland van Toon van de Ven, aan de overzijde van de Roonsestraat onder bewaking van een Duitse soldaat. Na een half uur was de actie over. De Duitsers hadden niets gevonden en het gezin mocht terug naar huis; door het oog van de naald.
Tijdens de oorlog was er een schuilkelder achter het huis aan de Roonsestraat B 123. De schuilkelder lag in “den hof”, vlak bij de kersenboom en net voor de molen. Bij de ingang van het ondergronds verblijf zat een soort bocht, om de granaatscherven te weren. Vader Bressers uit Best was de architect van de schuilkelder. Eerst werden er boomstammen gelegd die afgedekt werden met plaggen en musterthout. De schuilkelder was afgedekt met hout en mustert die in de omgeving van het kasteel waren gesprokkeld. Het ondergrondse onderkomen lag tien tot twaalf meter van de molen.
(het verhaal gaat verder onder deze foto van het vervoer van evacués in Haaren)
Bij de familie Schuurmans bivakkeerde sinds de herfst van 1944 de familie Bressers uit Best. Vader Marinus Bressers (53 jaar), moeder Elisabeth Bressers-Kluijtmans (51) en de kinderen Jos, Gerda, Jan, Mies, Hay en Martien - tussen de achttien en elf jaar - waren al vanaf 17 september op de vlucht. Met het begin van Market Garden namen de luchtaanvallen en bombardementen sterk toe, ook op de Sonse Heide vlakbij Best. De familie Bressers moest samen met veel dorpsbewoners uit Best evacueren en snel het oorlogsgebied verlaten. De voettocht vanuit Aarle, een buitengebied van Best, naar Haaren duurde een dag. De vader en jongens van de Bressers konden bij de familie Schuurmans blijven, moeder en dochters verbleven bij de molenaarsfamilie Roozen. Vader en zonen sliepen in de voorkamer op strobussels. Dit kon moeder Schuurmans maar moeilijk accepteren want de vrouwen sliepen bij Roozen in een logeerbed.
Tijdens de oorlog ging oudste zoon Jos naar Radio Oranje luisteren bij Piet Copal aan de Haarendijk. Moeder Schuurmans was altijd ongerust of dat dit wel goed zou aflopen. In die dagen was illegaal luisteren naar de radio strafbaar met alle nare gevolgen als realistisch spookbeeld. “Verduistering” en de “avondklok” brachten dit illegaal luisteren en buiten de avondklok op straat zijn of binnendoor naar huis nog bizar en spannend voor de familie als thuiszitters.
De hel brak pas echt los in de bevrijdingsnacht van woensdag 25 op donderdag 26 oktober 1944. In de omgeving van Haaren waren zware beschietingen en het gezin Schuurmans en evacués en molenaarsfamilie Roozen vluchtten de schuilkelder in. Eten, drinken en kleren was er niet in het ondergrondse onderkomen. Tijdens de stille periodes van de beschietingen moest zoon Jos proviand gaan halen in de kelder van het huis. Het was vol in de schuilkelder met de familie Schuurmans, familie Bressers én de molenaarsfamilie Roozen was men met 14 personen in totaal. Het was gevaarlijk maar Jos waagde de sprong. Maar hij was nog niet weg of de achtergebleven familie en evacués hoorden vanuit de schuilkelder een enorme klap, gevolgd geraas en gedonder. Een voltreffer had de molen en de achterkant van het huis geraakt.
Vader Bressers ging op onderzoek uit en zag dat het huis zwaar was beschadigd was. Door de klap was het puin van het achterhuis tegen de kelderdeur gevallen en de deur kon niet meer open. Jos kon uiteindelijk de kelderdeur intrappen maar kwam zonder buit - maar levend! - terug naar de schuilkelder. Lijkbleek, verschikt en paniek verbleef het hele gezin die nacht in de schuilkelder. Toen het licht werd nam men de schade op. Niet alleen het huis maar ook de molen, kerktoren en de kapel van het klooster waren zwaar beschadigd.
Tijdens de oorlogsjaren hield Christ Balters, die schuin tegenover de molen woonde, een paard verborgen in zijn werkplaats recht tegenover de molen De Hoop/ Zelden rust. Zo hoopte hij dat de Duitsers het paard niet konden vorderen. ’s Avonds ging Christ met zijn 'onderduik paard' wandelen om het dier buitenlucht te gunnen. Maar jammer genoeg gebeurde dat net tijdens één van de acties in het najaar 1944 en een graatinslag maakte een eind aan het leven van het paard. Op de molen werden door de Duitsers lichtkogels als lichtmarkering afgeschoten en de bevrijders beschoten vanuit Esch de molen met een granaat om het lichtbaken uit te schakelen. Deze granaatinslag verwoestte ook het halve huis van de Schuurmansen aan de Roonsestraat. (huis op de foto). De Scottish 51ste Highland Divisie bevrijdde Haaren op vrijdag 27 oktober 1944.