Geallieerde jagers, een bevoorrader en een verkenner

Dat begint op 18 september: dan stort om 12.15 uur in het Wandelbos een P-51B Mustang IIIB FZ195 neer. Het vliegtuig is van het 19 Squadron en wordt gevlogen door F/O C.O. Bibby. Diezelfde dag stort ook een P-47D Thunderbolt (42-28676) van 56FG/61FS neer, met aan het stuur Lt. W.G. Bartle. In Schijndel crashte die dag nóg een Thunderbolt (44-19719) van hetzelfde onderdeel.

Drie dagen later, op 21 september rond 16.05 uur, komt ten oosten van Tilburg een Short Stirling IV LJ916 van 190 Squadron neer. Sinds 1943 werden de Stirlings niet meer als bommenwerper ingezet, maar voor andere taken. In de nacht van 5 op 6 juni 1944 vervoerde het 190 squadron para’s naar Normandië, terwijl de Stirlings tijdens D-Day zelf zweefvliegtuigen naar het invasiegebied trokken.

Tijdens Operatie Market Garden dienden de Stirlings als transportvliegtuig voor de bevoorrading van de luchtlandingstroepen aan de grond. In de week van 17 tot en met 23 september verloor het squadron twaalf toestellen, waarvan dit bij Tilburg er één was. De piloot was F/O J.S. Hay en net als zijn bemanning, boordwerktuigkundige Sgt. J.J. Lowe; navigator F/Sgt. G.I. Duncan; bommenrichter F/Sgt. J.F. Povey; radiotelegrafist F/O J.E. Clague; boordschutter F/Sgt. A.G. West en de air despatchers Drv. A. Bailey en Drv. Woods overleefde hij de crash. Wel werden ze allemaal krijgsgevangen gemaakt. Alleen Povey raakte gewond.

Op 5 oktober 1944 crashte rond 12.40 uur Capt. John B. Coleman ten noordwesten van Tilburg met zijn P-51D Mustang (registratienummer 44-13983) van het 352FG/328FS. Hij was die ochtend opgestegen vanaf het vliegveld Bodney om een vloot zware Amerikaanse bommenwerpers te gaan escorteren op hun missie naar Duitsland. Boven Keulen krijgt hij te kampen met een storing in het koelsysteem en hij besluit om te keren. Als de motor er helemaal mee stopt, moet Coleman zijn toestel verlaten, dat op de grens van Tilburg met Udenhout neerstort.

Coleman landt veilig, weet zich te schuil te houden voor Duitse patrouilles die naar hem op zoek zijn en wordt vervolgens door burgers opgevangen en veilig ondergebracht in het Wilhelminapark, waar hij blijft tot aan de bevrijding van Tilburg op 27 oktober. Snel daarna kan hij zich weer bij zijn onderdeel voegen.

Bijna een maand later overkwam datzelfde F/O R.O. Lloyd, die op 3 november 1944 rond 14.45 uur ten zuidwesten van Tilburg neerkwam met zijn Spitfire IX RK861 van 127 Squadron.

Op 4 januari 1945 crashte een Spitfire IX NH544 van het 332 Squadron, gevlogen door Sgt. O-P.F. Christophersen en op 5 april van dat laatste oorlogsjaar kwam langs weg Tilburg-Breda een Taylorcraft Auster III NJ968 naar beneden.

Volgens het Austerregister was het een noodlanding, gedwongen vanwege motorstoring. De Auster was een waarnemingsvliegtuig, vooral voor artilleriewaarnemingen. Volgens het Verliesregister hoorde het toestel tot het 183 squadron, maar dat vloog op dat moment met Typhoons vanaf de airstrip B91 bij Malden onder Nijmegen, ter ondersteuning van de grote Rijnoversteek van de geallieerden.

Dat zijn vooral kale feiten. Waren het echt crashes, of toch vooral noodlandingen? Zijn er nog slachtoffers aan de grond gevallen? Wat is er met de verschillende bemanningsleden gebeurd? En waar kwam dat verkenningsvliegtuig vandaan?

Wellicht zijn er nog Tilburgers die er meer van weten.