
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Evenals het andere Gemondse gilde zal dat van Sint Anthonius en Sint Sebastiaan dateren van de middeleeuwen. Beide corporaties zijn ontstaan als broederschappen die elkaar en de dorpsgemeenschap bijstonden in barre tijden, maar ook acte de présence gaven bij feestelijke gelegenheden. Bij barre tijden kunnen we denken aan oorlogen, bijvoorbeeld het tussen 1360 en 1550 steeds opflakkerende wapengeweld tussen Gelre en Brabant.
Vrijwel elk dorp was in die tijd verplicht schutters te sturen, die waren georganiseerd in een gilde. Ook bij epidemieën – denk maar aan de pest – waren de gilden actief: ze assisteerden bij de verpleging van hun dorpsgenoten en werden ingeschakeld bij begrafenissen. In dit verband zijn de patroonheiligen Antonius en Sebastiaan interessant, want beiden werden aangeroepen in tijden dat de pest rondwaarde. Daarnaast is Sebastiaan ook bij uitstek de heilige van de handboogschutterijen.
In tegenstelling tot ‘Sint Joris en Sint Catharina’ kan ‘Sint Anthonius en Sint Sebastiaan’ tot nog toe niet bogen op een oude kaart of charte, maar wie weet: misschien meldt zich eerdaags een speurder met een luidkeels ‘eureka!’. Het zou toch mooi zijn, wanneer de tekst van deze gildekaart opduikt in één van de duizenden folianten in het BHIC!
Toch is het gildearchief wel een oud document rijk: de ledenlijst over de jaren 1636 tot 1664. Misschien wil de archivaris van het gilde wel een scan van deze lijst toevoegen aan dit verhaal :-). Ook de koningsvogel uit de 16e eeuw is natuurlijk een waardevol stuk.
Beide Gemondse gilden zijn ‘bloedgilden’. Dat wil niets anders zeggen dan dat het lidmaatschap overgaat van een gildebroeder of –zuster naar zijn of haar kinderen. Anderen kunnen natuurlijk ook lid worden, maar moeten wel een proeftijd van 5 jaar doorlopen voor ze volwaardig lid kunnen zijn.
Qua organisatie verschillen de gilden van Gemonde weinig, alleen de kleuren zijn anders. ‘Sint Anthonius en Sint Sebastiaan’ tooit zich met het groen en wit van Antonius en het rood van Sebastiaan. Het andere gilde voert de kleuren rood en wit (of zilver) van Sint Joris. Daarbij wordt de kleur rood soms vervangen door het wijnrood van Sint Catharina.
Op het vaandel zijn de patroonheiligen afgebeeld. Antonius herkennen we als een monnik met de staf in de hand en natuurlijk aan zijn voeten een varken. Sebastiaan daarentegen is weergegeven als een martelaar, vastgebonden aan een paal met pijlen in zijn ontblote bovenlichaam.
Het is bekend dat juist in Gemonde met zijn ingewikkelde wereldlijke bestuur, de pastoor een nog sterker positie innam dan in veel andere Brabantse dorpen. In veel gevallen werden daar in de 19e eeuw onder druk van de parochiegeestelijkheid de gilden opgeheven. Dat had zeker met uit de hand gelopen teeravonden te maken, maar ook met de eigendommen van de gilden. Deze corporaties bezaten kostbaar gildezilver, maar meestal ook onroerend goed. Veel pastoors maakten dat graag te gelde voor de nieuwbouw en/of inrichting van de parochiekerk.
In Gemonde zijn de gilden gewoon blijven voortbestaan, terwijl pastoor Van den Hummel nog zo zijn best had gedaan om ze om zeep te helpen. Want wat schreef de dorpsherder op 5 oktober 1877 aan zijn bisschop?
“De veertiende dezer begint hier de kermis. Bij die gelegenheid zal men weder gaan vogelschieten: ik zeg weder, want sinds de kermis en het uitgaan van het vrouwvolk bijna tot nul is gereduceerd, viert men het nu elk jaar, terwijl dit vroeger zelden gebeurde. (…) Nu is het gebruikelijk bij de gilden dat zij zich bij het teren vermaken door de dans. Tot dat einde moeten de hoofdlui ieder een vrouwspersoon meebrengen, zoals ook de dekens, welke ieder mede voor zich een meid hebben.”
De toon was duidelijk gezet…