Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Deze vier woorden, die als een soort codebericht uit de luidspreker de huiskamer binnenkwamen, gebruikte Ida Gerhardt in een van haar gedichten. In 1955 verscheen de sterk autobiografische dichtbundel Het levend monogram, waarin ze voor het eerst dichtte over de moeizame relatie met haar ouders.
Tijdens haar studietijd had ze ooit zo’n felle ruzie met haar ouders gekregen dat ze verbannen werd. Pas toen ze ernstig ziek werd, was ze weer welkom in het ouderlijk huis. Later kwam Gerhardt terug op deze verbanning in een brief aan een kloosterzuster in Grave: 'Fietsend naar een mij bekende predikantsfamilie passeerde ik Grave waar ik bij de rivier mijn brood opat'. Het gedicht Radiobericht heeft een direct verband met deze gebeurtenis.
Te Grave beneden de sluis
voorbij de zware deuren
mag mij het water sleuren
en kantelen met geruis.
- Grave beneden de sluis.
'Wij geven de waterstand.'
O God, hoe kon het gebeuren -
gesloten het venster, de deuren,
gebannen uit liefde en huis.
- Grave beneden de sluis.
'Wij geven de waterstand.'
Grave, dat is groen land
en water, dat draagt mij thuis.
'Grave beneden de sluis.'
Grave, beneden de sluis.
Ida Gerhardt
(uit: Het levend monogram, 1955)