Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De eerste werkzaamheden voor het kanaal startten op 15 juli 1930, gefinancierd door de gemeente Eindhoven, met subsidie van Rijk en waterschap. In 1932 was het kanaal tot aan Welschap klaar, maar toen was ook het geld op en kwam het werk stil te liggen. Eindhoven verzocht in 1932, 1935 en 1937 om aanvullende steun, maar die kwam pas in 1938 van de kant van Provinciale Staten. Ook het Rijk verschafte aanvullende subsidie, en bovendien geld in het kader van de werkverschaffing. Daardoor kon het kanaalproject in augustus 1939 alsnog worden afgerond.
De opening door Prins Bernhard was gepland in 1940, maar vertraging, en vervolgens het uitbreken van de oorlog, verhinderden dat. In de meidagen van 1940 werden ook nog eens vier bruggen opgeblazen. Zodoende werd het kanaal uiteindelijk begin augustus 1940, na herstel van alle schade, zonder veel ceremonieel in gebruik genomen.
In 1944 bliezen de geallieerde troepen de bruggen opnieuw op, terwijl de terugtrekkende Duitsers een aantal schepen in het kanaal hadden laten zinken. Onder dit soort omstandigheden kwamen het Wilhelminakanaal en daarmee ook het Beatrixkanaal uiteindelijk zonder water te staan. Het duurde tot 1946 voordat de herstelwerkzaamheden aan het kanaal voltooid waren en het kanaal weer opengesteld kon worden voor de scheepvaart.
Het kanaal voldeed aanvankelijk niet aan de economische verwachtingen. Geleidelijk kwam er toch industrie naar de haven tussen de stadsdelen Strijp en Gestel. Bekend zijn de betoncentrale Beamix (vernoemd naar het kanaal) en de constructiewerkplaatsen van het voormalige metaalbedrijf De Vries Robbé. Vanaf de jaren vijftig ontwikkelde zich ten zuiden van het kanaal een uitgestrekt bedrijventerrein, 'De Hurk'. Hier kwam onder meer een luciferfabriek en een luchtdestillatiebedrijf van Philips (later Air Liquide).
'De Hurk' is met 212 ha het grootste bedrijventerrein in de regio. Echter, niet het Beatrixkanaal, maar de nabijgelegen autosnelwegen vormen feitelijk de belangrijkste transportaders. Slechts enkele bedrijven maken nog gebruik van het kanaal. Maar een kentering lijkt op handen. Het gemeentebestuur van Eindhoven ziet kansen voor het kanaal. Men heeft subsidie aangevraagd voor het vervangen van de beschoeiing en samen met het waterschap De Dommel een oplossing gevonden voor de sanering van het kanaal.
In februari 2012 wijdde De Scheepvaartkrant een artikel aan de stand van zaken van dat project.
Het Beatrixkanaal heeft een dubbele functie: het is een vaarweg die tevens dient als afwatering voor de Dommel.
De bodem van zowel de Dommel als het Beatrixkanaal zijn in het verleden ernstig vervuild geraakt door zware metalen (o.a. zink). Ten zuiden van het kanaal loost de Dommel haar water in de Klotputten, een zinkvang voor zware metalen. Vanuit deze zinkputten stroomt het meeste water via het kanaal, een kleiner deel vervolgt zijn weg via de Dommel. Het waterschap heeft deze zinkvang onlangs schoongemaakt en zal het ook in de toekomst schoonhouden.