Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Sedert de veertiende eeuw was de bewoner meestal een aanzienlijk persoon die optrad als pachter. Daarmee werd het hof tot pachthoeve. Buiten het Gelderse gebied van nu had Xanten alleen een hof in Neerloon.
Het wordt als enige hof vermeld in een document uit de tweede helft van de dertiende eeuw, en werd toen al regelmarig om de zes jaar verpacht. Na 1400 wordt echter niet meer van een Hof gesproken, maar van een “pensio”, een pachthoeve, of van goederen, van landereijen.
Daarnaast is ook nog sprake van tienden te Neerloon. Hoe en wanneer het kapittel het tiendrecht in Neerloon verworven heeft weten we niet. De percelen land die aan de heren van Xanten toebehoorden, lagen volgens een uitvoerige beschrijving uit de tweede helft van de vijftiende eeuw verspreid over het hele dorp en gedeeltelijk zelfs over de aangrenzende dorpen Herpen en Huisseling. Later schijnen verschillende percelen vervreemd te zijn.
In 1686 wordt na het hof van Niftrik dat toen ongeveer 60 morgen groot was, nog slechts gesproken over de akkers van Neerloon, die nog maar 17 morgen besloegen. Ze brachten jaarlijks 136 gulden bruto op, de tienden gemiddeld nog maar 131 gulden.
In de vijftiende eeuw woonde op het Hof nog gewoonlijk de pastoor van Neerloon of een kanunnik (monnik) van Xanten. Daardoor heette dit perceel achter de voormalige school in de volksmond bij de ouderen "Het Klooster". In de eerste helft van de zeventiende eeuw werd het Hof verpacht aan de Drost van Megen en aan anderen, telkens voor 8 of 12 jaar. De pachter had bovendien de verplichting om het dak van de kerk en de godslamp regelmatig te onderhouden.