In de kapel van Den Dungen, die zo rond 1400 gebouwd is, stond oorspronkelijk een altaar dat was toegewijd aan de H. Drievuldigheid en aan Sint-Jacob. Later werd dit altaar meestal het St.-Jacobsaltaar of hoogaltaar genoemd. Halverwege de vijftiende eeuw krijgt de kapel er een nieuw altaar bij: het Maria-altaar.
Een zeer belangrijke tekst voor ons inzicht in de oudste geschiedenis van de kapel is een notariële akte van 1457 over deze nieuwe stichting.
Een van die zaken die in deze akte aan de orde komen, is de fundatie van vijf missen op 4 maart 1452 op het O. L. Vrouwenaltaar. Enkele Dungenaren hebben het plan opgevat wekelijks missen te laten lezen in de kapel, omdat de afstand tot hun parochiekerk (de Sint Jan in Den Bosch) zo groot is. Daarnaast spelen devote overwegingen een rol, zoals vermeerdering van de goddelijke dienst (een standaarduitdrukking) in de kapel ter ere van God en Zijn gebenedijde moeder en maagd, Maria.
Voor niets ging ook toen echter alleen de zon op, dus moest er geld aan te pas komen om deze missen te laten lezen. In de akte van de notaris zijn daarom ook nog een vijftal schenkingsakten opgenomen. Jan Sanders gaat uitgebreid op al deze teksten in. Zijn artikel is eerder verschenen in Het Griensvenneke. Je kunt het nu hier lezen of downloaden (PDF, 50 kB).
