skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Het Molenhuis op de Pas

Bij de Borchmolen hoorde het molenhuis waarin de molenaar woonde. In het Bossche Protocol vinden we een vermelding waarin staat: de watermolens van Jan van Erp, Henrick van Houtem nat. zn. van Lucas Willems van Erpe en een lijfrente (eveneens uit het huis daarbij waarin de molenaar woont) 2 mei 1427.

In de verpondingen van circa 1650 is Joncker Wouter de Jegere de eigenaar van het molenhuis en Jan Gijsbert van der Asdonck de molenaar en bewoner.

In de loop van de opvolgende jaren heeft het molenhuis veel molenaars onder zijn dak gehad. O.a. Frans Thomas van Kessel, Nicolaes Ariaens Coppens, Stans van Beurden, Peter en Hendrik Teullincx en Hendricus van Hoorn.

Na het overlijden van Jan Carel baron de Jeger komt het molenhuis in handen van Nicolaes Kock om in 1858 in handen te komen van Johannes Kemps, die gehuwd is met Maria Kock.

Chris Capal, met op de achtergrond het molenhuis, c. 1920 (coll. Jo van der Kaaij)
Chris Capal, met op de achtergrond het molenhuis, c. 1920 (coll. Jo van der Kaaij)

Nakomelingen van bovenstaand echtpaar zijn de broers Johannes en Alphonsus Kemps. Zij verkochten het molenhuis met de meubilaire inboedel in 1926 onder een aantal voorwaarden aan de hoefsmid Christianus Capal. De broers konden er blijven wonen zolang zij leefden. Ook moest Christ zorgen voor voeding, kleding en bij ziekte verzorging en geneeskundige behandeling. Tevens wilden zij overeenkomstig hun stand bij overlijden een behoorlijke uitvaart, een begrafenis met maandstonden en heilige missen zoals ter plaatse gebruikelijk was.

Alphonsus overlijdt als laatste, in 1930. Naar alle waarschijnlijkheid is hij omgekomen bij de brand in het molenhuis. Op de restanten van het gedeeltelijk verbrandde huis bouwde smid Capal drie woonhuizen: Passtraat 3, 4 en 5.

Rekening van Chris Capal voor de gemeente Sint-Oedenrode, 1927 (BHIC, Archief gem. Sint-Oedenrode 1811-1933
Rekening van Chris Capal voor de gemeente Sint-Oedenrode, 1927 (BHIC, Archief gem. Sint-Oedenrode 1811-1933

Capal oefende zijn vak van hoefsmid uit in het pand op de hoek Borchmolendijk - Passtraat. Er stond dan ook een houten stalletje aan de zijkant van het huis, om paarden te beslaan.

In de Rooise gemeenschap was hij zeer actief en sinds 1936 lid van de gemeenteraad als vertegenwoordiger van de werkgevers. Hij zat ook zat in het bestuur van diverse maatschappelijke verenigingen, dat paste wel bij zijn positie als middenstander. In de toenmalige dorpssamenleving kon men zulke posities gemakkelijk verkrijgen als men er financieel goed bijzat.

Ook was hij secretaris van R. K. Smedenbond Kring Veghel, de bond die begin Tweede Wereldoorlog ophield te bestaan.

De R. K. Smedenbond te Veghel, op de achtergrond N.H. kerkje Veghel.  V.l.n.r. onderste rij 3 Christ Capal, 4 r.-k. adviseur, 5 Harrie van de Kamp als bestuurslid (Veghel Sint Oedenrode en omstreken); bron: coll. Jo van der Kaaij
De R. K. Smedenbond te Veghel, op de achtergrond N.H. kerkje Veghel. V.l.n.r. onderste rij 3 Christ Capal, 4 r.-k. adviseur, 5 Harrie van de Kamp als bestuurslid (Veghel Sint Oedenrode en omstreken); bron: coll. Jo van der Kaaij

In 1946 werd hij opgevolgd door zijn knecht hoefsmid Theo Meijer. Gerard Boleij beschrijft Theo als een oersterke kerel ‘een beul van een vent’ die het ijzer met gemak tilde en bij wijze van spreken zelfs met gemak kon breken.

Beiden konden zij goed paarden beslaan en vooral tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog werden de paarden van het leger door hen goed verzorgd.

Bronnen

Foto’s Collectie Jo van der Kaaij
Bosch Protocol 1196, 1426/1427
BHIC, Dorpsbestuur Sint-Oedenrode Toegang 7633
BHIC, Schepenprotocol Sint-Oedenrode Toegang 7636
BHIC, Notariële akten St. Oedenrode Toegang 7637
Gerard Boley, in: Heemschild afl. 2. 2013 blz. 62-63
BHIC, Collectie Sint Oedenrode, Toegang 7767

Reacties (4)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 28 april 2021 om 19:59
Wat mooi dat je ons aan de hand van het Bossche Protocol terugbrengt naar de vijftiende eeuw, Willie. En interessant om die lijn naar de vorige eeuw te volgen.

Veel dank voor je bijdrage!
Rini de Groot. zei op 21 mei 2021 om 00:03
Dag Willie, een prachtige foto van de smid het karrenwiel hanterend.
Daar aan waren al vele uren precisie denk werk aan voorafgegaan.
Zoals ik nu bezig ben te verhalen. En dan nog niet gedacht aan het vele eikenhout op voorraad. Zoals de nu nog aanwezige halffabricaten van aven, spaken en vellingen.
Willie Damen van de Mosselaer zei op 21 mei 2021 om 19:13
Ja, Rini het is een mooie oude foto die Jo van der Kaaij, vroeger de oude koster van Rooi zorgvuldig heeft bewaard. Iedereen kan er van genieten van Rooi in vroegere dagen.
Dankzij hem kan ik de geschiedenis van Rooi levendig houden. Wanneer er dan ook nog zo’n leuke reactie komt is dat heel erg fijn.
Ook de 260 verhalen die jij Rini met zoveel mooie documentatie plaatst zijn zeker de moeite waard.
Arie Smetsers zei op 18 maart 2024 om 16:45
Ik heb begrepen dat Capal geen kinderen had, en dat alles naar de familie is gegaan

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen