
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Wat heeft dit grote stuk steen, nu opgesteld tegen het knekelhuisje op het huidige kerkplein, ons nog te vertellen? Het is een herinnering aan een ingrijpende gebeurtenis voor het dorp in een ver verleden. Maar hoe verging het de directe omgeving van de afgebroken kerk? Uit de archieven blijkt dat na de afbraak en de verplaatsing van kerk en dorp het leven gewoon doorging …
Op 27 januari 1632 verkocht pastoor Van Itfelt, samen met de gezworenen Jan Daniells en Ariaen Jans en de arm- en kerkmeesters Wigger Jans en Herman Claessen, het stuk grond waarop voorheen het kerkhof van Huisseling was gelegen en waar de pastorie had gestaan. De opbrengst was bestemd voor het nieuwe kerkhof en de nieuwe pastorie van Huisseling. De oude pastorie wordt in de akte aangeduid als “Wehm” en “Pastorie Wehm”. Weem is een oude benaming voor erven rond een kerk die gebruikt werden voor kerkhof, pastorie, tuin en boerderij, maar ook wel voor de pastorie zelf.
De grond werd verkocht aan Lenard Heimerix en zijn vrouw Maria. Uit de omschrijving van het perceel blijkt dat ze al aangrenzend land in hun bezit hadden: Gelegen sijnde mitter einer sijde ende einen einde langs ende op die gemeint straet, d’ander sijde aen koopere vorschreven ende d’ander eind op erffnis van de Erffgenamen van Marcelis Jans.
Je kunt je afvragen waarom de kopers dit stuk land kochten, want ze mochten er niet veel mee, waarschijnlijk uit respect voor de voormalige dodenakker. De kopers mochten “nu noch ten eeuwigen daege spaijen, bauwen ofte seijen” (ofwel ze mochten het land “nu niet en nooit niet”, op geen enkele manier bewerken), met uitzondering van de weiden.
Zij mochten er hoogstens bomen opzetten. Daar kwam nog bij dat de pastoor het recht behield om op de plaats van het oude kerkhof een “heilig huiske” te zetten, ter gedachtenis. De kopers of hun erfgenamen zouden daar niets tegenin te brengen hebben.
Alleen de plek waar de oude “wehm” (de pastorie) gestaan had en het daarnaast gelegen hofke mocht de koper voor de landbouw gebruiken.